President Macron had een 'grand débat' met boerenkoepels, supermarkt- en natuurorganisaties willen voeren tijdens de jaarlijkse landbouwtentoonstelling voor het grote publiek. Dat mislukte omdat hij de fout had gemaakt om ook een radicale milieuclub uit te nodigen. Die corrigeerde hij onmiddellijk, maar de koepels en supermarkten wilden niet meer officieel in debat. Macron besloot in hemdsmouwen toch met boeren in gesprek te gaan. Dat deed hij de hele dag door en liet het uitzenden via sociale media.

Duurder én goedkoper kan niet
Begin dit jaar gingen Franse boeren de straat op nadat ze in het najaar waren gestart met de actie 'zet de boel niet op z'n kop' (on marche sur la tête) met als ludieke actie het omgekeerd hangen van plaatsnaamborden. Ze wezen de overheid op haar tegengestelde beleidslijnen: voor de door inflatie geplaagde consument zet de regering druk op supermarkten en de verwerkende industrie om voedsel goedkoper te maken. Aan boeren stelt de regering echter juist steeds hogere milieu-eisen waardoor hun toch al slecht betaalde productiekosten nog verder stijgen. Eten moet wat de boeren betreft dus juist duurder in plaats van goedkoper worden. In januari was de maat vol en veranderde het ludieke borden omkeren in met de trekker de snelwegen blokkeren.

De Franse boeren zijn vooral ontevreden over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de Europese Green Deal. Daar komt nog eens bij dat ANSES, het Franse RIVM, bepaalde gewasbeschermingsmiddelen sneller uit de markt weert dan Brussel.
Zo kunnen Franse boeren niet meer concurreren, zeggen ze. Ze moeten aan hogere eisen voldoen en onderwijl verleiden importproducten hun afnemers - verwerkers en supermarkten - met lagere prijzen omdat ze uit buitenlanden komen waar minder hoge eisen gelden. Punt aan de lijn dus en acties.

Naar Brussel
President Macron en zijn premier Gabriel Attal toonden zich gevoelig voor hun argumenten. De president ging naar Brussel en weekte daar concessies los op vier gebieden: tijdelijke opschorting van de verplichting om 4% van het akkerland niet te gebruiken (een loze overwinning vanwege de meekomende verplichtingen), betere controle op de import van Oekraïense landbouwproducten (ook grotendeels loos omdat de toegestane importniveau's hoog zijn), opschorting van de SUR (de Europese pesticidenrichtlijn, niet loos want het hele plan is opgeschort) en steun voor een in de hele EU-geldende versie van de Franse EGalim-wet (een wet die ketenrelaties regelt en - zoals Frankrijk nu voorstelt - een laagste inkoopprijs bij wet regelt).

In eigen land herhaalde Macron zijn bezwaren tegen de handelsovereenkomst tussen de EU en de Zuid-Amerikaanse Mercosurlanden (waarover de EU zich op de vlakte hield, ook al staat het akkoord in de koelkast). In januari kondigde hij drie reeksen van maatregelen aan. De regelgeving op milieugebied (pesticiden) zal worden vereenvoudigd. Er komen fiscale maatregelen (rode diesel blijft voordelig) en er komt noodhulp ter waarde van €400 miljoen.

Ultimatum tot de Salon
Na deze aankondigingen besloten de grote landbouwkoepels hun acties tijdelijk te staken, in afwachting van het effect en de snelle uitvoering van de beloofde maatregelen. Ze gaven de regering tot de Landbouwbeurs, die afgelopen zaterdag begon en plaatsvindt tot 3 maart. Dan moesten de plannen concreet zijn. De president kondigde 62 maatregelen aan, waarvan al 80% in kannen en kruiken zou zijn. Verder maakte hij duidelijk dat er tijd nodig is om het landbouwmodel te veranderen. Daar wilde hij zijn débat voor gebruiken.

Macron deed afgelopen zaterdag wat we onze Mark Rutte niet snel zullen zien doen. Ook al mislukte een breed gesprek voor de ogen van het publiek, hij maakte zich kwetsbaar en ging toch de hele dag in gesprek met aanwezige boeren. De gesprekken waren live te volgen via de sociale media van de president.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: nadeel voor kleine boeren
Door internationale druk binnen de Wereldhandelsorganisatie (vanwege staatssteun voor overproductie) heeft de EU haar oorspronkelijke subsidiebeleid van gegarandeerde binnenlandse prijzen vervangen door directe inkomenssteun voor boeren. Deze steun is gekoppeld aan de grootte van de boerderij, waardoor de grotere boerenbedrijven meer steun ontvangen en de kleintjes heel weinig. Dat veroorzaakt een onbalans in het spelersveld ten nadele van kleine boeren. Dat is een probleem dat Frankrijk nooit heeft aangepakt. Dit beleid is niet veranderd met het nieuwe GLB, dat sinds 1 januari 2023 van kracht is. Met de vergroeningsmaatregelen van de Green Deal en de Farm to Fork-strategie is het nadeel voor de grote groep kleine boeren verder vergroot.

Wat betreft de relatie tussen producenten, industriëlen en distributeurs, hebben de regeringen van Macron met de EGalim-wetten geprobeerd de onderhandelingen over de prijs van landbouwproducten te verbeteren. Met beperkt succes, omdat ze een lastig uitvoerbare bureaucratie met zich meebrengen. De regering heeft beloofd strenger te controleren en hogere boetes op te leggen bij overtredingen.

Het nieuwe GLB had de landbouw groener kunnen maken door milieuvriendelijkere praktijken te stimuleren, maar de meeste Franse boeren hoeven hun methoden niet te veranderen om de basissubsidie van het GLB binnen te halen. Een gemiste kans dus van de zijde van de EU én Frankrijk.

Er is een kans dat Frankrijk zijn EGalim wetten via Brussel naar de Unie brengt. De Franse supermarkten steunen inmiddels de gedachte voor het vereenvoudigen daarvan door een minimumprijs voor boeren te gaan hanteren. Zo'n maatregel, echter, is ook weer in het voordeel van de grotere boeren
De vergroening van de Franse landbouw had ondersteund kunnen worden door fiscale maatregelen die gedragsverandering stimuleren. Dat was aanvankelijk de bedoeling. In plaats daarvan koos de overheid toch voor een toename van een zo langzamerhand onuitvoerbaar complex van losse milieuregels. Fiscaal beprijzingsbeleid had ook kunnen helpen om de economische nadelen van de transitie te compenseren.

Wat betreft internationale handel, heeft de EU verschillende bilaterale handelsovereenkomsten gesloten. Hoewel daar de nodige kritiek op was van de zijde van de boeren en hun koepelorganisaties, hebben ze over het algemeen de Europese voedingssector vooruit geholpen.Tussen 2000 en 2022 steeg de export van €69 naar €233 miljard; de import steeg in die zelfde periode van €70 naar €202 miljard. Deze overeenkomsten voorkomen dat de Europese agrovoedingsmarkt helemaal opengegooid wordt. Bij hoge kansen op marktdestabilisatie wordt de toegang met nul of verlaagde douanerechten beperkt tot vooraf bepaalde hoeveelheden.

Het Franse handelsoverschot op het gebied van voeding bedroeg €9,4 miljard in 2022, het hoogste niveau sinds 2013. Dit cijfer verbergt echter dat de Franse handelsbalans met niet-Europese landen weliswaar sterker is geworden maar de handelsrelatie met de rest van de Unie juist achteruit kachelt. Dat zegt iets over de niet zo florissante concurrentiepositie van Frankrijk binnen de Unie. De Franse landbouw is te duur en inefficiënt geworden en loopt achter op het gebied van stimulerende vergroeningsbeleid. Om dat aan te pakken, heeft Frankrijk de EU nodig en moet het land zelf zijn boerenstand re-organiseren.

Minumuminkooppprijs
Macron is voorlopig nog niet klaar met zijn boeren en zij niet met hem. Een groot deel van hen heeft het daadwerkelijk moeilijk en zal daarom via Parijs druk zetten op Brussel. Er is een kans dat Frankrijk zijn EGalim-wetten via Brussel naar de Unie brengt. De Franse supermarkten steunen inmiddels de gedachte voor het vereenvoudigen daarvan door een minimumprijs voor boeren te gaan hanteren. Zo'n maatregel, echter, is ook weer in het voordeel van de grotere boeren. De re-organisatie van de boerenstand is dan ook onvermijdelijk als de maatregelen succes willen hebben. De nieuwe generatie Franse boeren zal moeten leren ondernemen in plaats van overleven, kondigde Audrey Bourolleau, een prominent praktisch lid van Macrons politieke beweging, vorig jaar al aan.
Dit artikel afdrukken