Onder de Franse landbouw tikt een tijdbom. In de komende 5 jaar gaat de helft van de resterende Franse boeren met pensioen. Maar opvolgers zijn er niet. Daar probeert Audrey Bourolleau, oprichter van Hectar, wat aan te doen. Door "jonge ondernemers hun landbouwmodel te laten uitwerken tot een rendabel bedrijfsmodel" en oude boeren op het hart te drukken vooral goed voor hun grond te zorgen. Dat is immers hun waardevolste bezit.
De situatie in de Franse landbouwsector is zorgwekkend. Waren er in 1970 nog ruim 1,5 miljoen boeren in Frankrijk, in 2022 waren het er nog 390.000, een daling van 75% in ruim 50 jaar. Sinds het einde van de jaren '70 nam het aandeel van de landbouwsector in de Franse economie af van 23% naar 10%, schrijft het Financieele Dagblad.

Ter vergelijking: in Nederland nam het aantal boerenbedrijven van 410.000 in 1950 af tot 52.100 in 2022, een daling van 87% in ruim 70 jaar. Nog erger, zou je zeggen, maar in Nederland ging die daling gepaard met een snelle en vroege schaalvergroting. In 1970 was het aantal boeren al gedaald tot 185.000, een daling met 55% in slechts 20 jaar. De omvang van de landbouwsector voor de Nederlandse economie is de laatste jaren stabiel gebleven. Stabiel in wat? Dat hangt af van hoe je de landbouw definieert, schreven we hier al eens.

Nederlandse boeren werden groter. Franse bleven klein. Terug naar Frankrijk. "Zelfs families die al generaties lang hun brood verdienen met landbouw of veeteelt raden hun kinderen aan iets anders te gaan doen," aldus het FD. Reden voor Audrey Bourolleau Hectar op te richten, een instituut dat de sector wil vernieuwen. Wil de Franse landbouw overleven en Frankrijk kunnen blijven voeden, dan zijn er jonge ondernemers nodig. "Als ze willen rondkomen, moeten ze waarde creëren," zegt Bourolleau. "Het oude model van de boerderij werkt niet meer, er moeten dingen veranderen. Ze moeten diversifiëren, groene energie gebruiken, misschien wel agrotoerisme ontwikkelen. Dat betekent bovenal dat ze een hoop risico's moeten nemen."

Zelfs families die al generaties lang hun brood verdienen met landbouw of veeteelt raden hun kinderen aan iets anders te gaan doen
En dat kunnen de jonge boeren leren op de 'accelerator' van Hectar, ten zuidwesten van Parijs. Het wemelt er van de jonge mensen met innovatieve ideeën, van "de bankier die van bossen een investeringsobject maakt, de boerin die yoghurt verkoopt aan de lokale schoolkantines, en de techondernemer die landbouwgif vervangt door geurstoffen." Bourolleau wil bij de Franse overheid 'medewerking, begrip en snelheid bij het doorvoeren van nieuwe regelgeving' stimuleren. Want in een land dat voor de helft van zijn oppervlak uit landbouwgrond bestaat, blijkt de volgende generatie boeren niet te vinden. Bij Hectar kweekt Bourolleau 'rolmodellen' voor nieuwe boeren. "Ik wil dat mensen de boer op een andere manier gaan zien", zegt ze.

In de kweekvijver van Hectar brengt Bourolleau alle stakeholders bij elkaar. Bankiers, die moeten investeren in CO2-reductie maar geen idee hebben hoe dat werkt, met start-ups (slimmerikken met prima ideeën maar geen benul hoe een product in de markt te zetten en winstgevend te maken) en de 'boerenondernemers' op zoek naar een businessmodel. Een voorbeeld uit de Hectar-stal: de parfumafdeling van het Franse modehuis Dior haalt nu nog 9 van de 10 bloemen die voor parfums worden gebruikt uit het buitenland. De boerenondernemers van Hectar ontdekten dat bloemen prima groeien tussen eetbare gewassen en dat bloemen en kruiden voor de cosmetische industrie erg lucratief zijn. Sinds kort is de samenwerking gestart om lokale bloemen te gebruiken. "Een van de oplossingen die ervoor kan zorgen dat de voedselvoorziening in Frankrijk betaalbaar blijft", aldus het FD. Een belangrijk punt, want puur financieel gezien is voedsel verbouwen minder lucratief dan bijvoorbeeld energieproductie. In Frankrijk is het telen van biofuel-gewassen schering en inslag en biobrandstof tanken aan de pomp goedkoop. Maar ook in Nederland levert een hectare zonnepanelen meer op dan aardappelen of bieten.

Volgens Bourolleau moeten de Fransen af van het idee dat 'boer zijn' een roeping is. Als zo'n jonge boerenondernemer zich met een prima plan voor 10 jaar aan het boerenleven wil committeren, is dat toch al fantastisch. En waarom zou 'de Fransman met een kantoorbaan' niet kunnen investeren in een boerenonderneming? "Veel mensen willen impact hebben met hun investering. Dat kan. Er is geen wet die dat verbiedt," zegt ze gedecideerd.

Dan openen zich mooie perspectieven. Want dan kun je investeerders vragen geld te steken in het 'opknappen' van grond. "Een boer die goed voor zijn grond zorgt, hem herstelt en de kwaliteit ervan verbetert, zou er een hogere prijs voor moeten kunnen vragen. Dat ligt zo voor de hand en toch kan het een game changer zijn. Bizar hè?", besluit ze.