De consument laat luxe, duurzame en ethisch verantwoorde producten liggen en schakelt over op de goedkopere klassieke productenHoreca heeft belang bij lekker en puur
Hoe gaat dat dan in Nederland? Is er een manier waarop het aandeel van bio in de horeca omhoog kan? In opdracht van LNV zijn we dat aan het onderzoeken. Voor de vuist weg zou je denken dat de koks in de horeca er alle belang bij hebben om zo puur, lekker en eerlijk mogelijke ingrediënten te verwerken in hun gerechten waar ze – terecht – zo apetrots op zijn. En als je daar vervolgens ook een goed verhaal over kunt vertellen, zowel op je menukaart als door de gastheren van de restaurants, dan kan bio toch een relevante meerwaarde hebben?
Maar werkt dat ook zo in de praktijk? Of zouden koks in Nederland – net als in Frankrijk – zien dat de consument er niet zo voor open staat, zolang de kosten van levensonderhoud hard blijven stijgen en de inflatie nog steeds onvoorspelbaar hoog blijft?
Ik ben wel benieuwd hoe jullie – als foodloggers – naar dit onderwerp kijken?
Waarom wel en waarom niet?
Ik zet eerst eens een aantal argumenten op een rij waardoor een groeiscenario voor bio in de horeca best reëel zou kunnen zijn. Verderop doe ik het tegenovergestelde. Let wel: dit is een theoretische gedachte-oefening die niets met ons onderzoek te maken heeft, want dat loopt nog. En ik ben benieuwd naar jullie feedback en inzichten.
Vóór het bio-groeiscenario pleiten deze argumenten.
- Bio is (waarschijnlijk) lekkerder dan een regulier massaproduct.
- Het is gewoon gezonder, onbespoten en daardoor ook eerlijker geteeld.
- Bio heeft een certificaat en dat is de beste (internationale) garantie dat er niet met de producten gerommeld is.
- Bio is diervriendelijker en als je goed bent voor dieren is dat niet alleen beter voor je geweten, maar uiteindelijk proef je het ook terug in de smaak.
- Voor bio worden vaak oudere smaakvolle rassen gebruikt.
- Bio is in alle opzichten beter voor natuur en milieu.
- Bio wordt vaak geteeld (gefokt, gemest) door kleinere boeren en tuinders die meer passie (aandacht en liefde) in hun producten kunnen stoppen.
- Door al deze dingen kun je over bio een eerlijk en transparant verhaal vertellen en dat onderstreept het kwaliteitsimago van je restaurant.
- Bio past in de (belangrijker wordende) duurzaamheidsagenda en ook de horeca moet die duurzaamheidsgedachte in praktijk brengen (wetgeving).
- De overheid legt nadruk op duurzaamheid en bio en daardoor zal er ook vanzelf meer aandacht voor komen.
- Vooral de jongere generatie verwacht in feite dat je als horecaondernemer goed met de natuur omgaat en zal het gebruik van biologische producten en gerechten ‘vanzelfsprekend’ vinden.
- Er is inmiddels ook voldoende aanbod in biologische producten om een (groot) deel van de menukaart te voorzien van een bio keurmerk.
- In veel producten zullen de meerkosten van bio nauwelijks hoeven te leiden tot een extreem hogere prijs op de menukaart. Voorbeeld: een biologische baguette belegd met biologische kaas zal in plaats van € 5,45 (voor regulier) hooguit € 5,75 kosten voor de biologische variant.
Wat pleit tégen meer bio in de horeca?
Dan de argumenten die zouden kunnen zorgen voor minder kansen voor bio in de horeca.
- Biologische grondstoffen inkopen is (veel) arbeidsintensiever en duurder dan regulier.
- Veel regulier geteelde gewassen zijn minstens net zo gezond, zijn niet bespoten, maar mogen geen bio heten omdat ze niet op aarde zijn geteeld.
- De consument is niet bereid om een hogere prijs te betalen voor een biologisch gerecht.
- De consument proeft en ziet de meerwaarde van bio in een horecagerecht niet.
- Leveranciers van biologische producten kunnen geen gegarandeerde standaard kwaliteit leveren.
- Bio is bewerkelijker en minder lang houdbaar.
- Veel horecaondernemers hebben jarenlang bio-gerechten op de kaart geprobeerd en het is mislukt en daardoor beginnen ze er ‘nooit’ meer aan.
- Wil je je als horecaondernemer met bio profileren, dan moet je een hele mallemolen aan bureaucratische rompslomp doorlopen en dat blijven doen om je certificeren te krijgen en te behouden.
- Bio onder de aandacht van de gast brengen vraagt veel tijd, geduld en promotie. En dus de inzet van (veel) extra uren. Dat kan de horeca zich niet veroorloven.
- We leven in een tijd van downtrading en inflatie. Elke cent die bezuinigd kan worden, wordt door de horeca met beide handen aangegrepen.
- Een restaurant dat zich afficheert met bio laadt bij de gemiddelde consument de verdenking op zich ook (onnodig) duur te zijn. En dat willen ze kost wat kost voorkomen.
Kijk je wat breder in Europa naar dit onderwerp, dan zie je dat de bio-werkelijkheden per land nogal verschillenGrote verschillen per land
Kijk je wat breder in Europa naar dit onderwerp, dan zie je dat de bio-werkelijkheden per land nogal verschillen. Er zijn landen (zoals koploper Denemarken) waar de overheid al veel eerder met wetgeving in promo-campagnes in actie is gekomen. In Denemarken heeft de wetgever zelfs bepaald dat er een bepaald percentage bio op de assortimentslijst van de horecaleveranciers moet staan. En er zijn landen waar bio veel meer in de volksaard van de consument verankerd is (Zwitserland en Oostenrijk).
Nederland is van nature een handelsland. Wij produceren zo ongelooflijk veel mainstream producten op een zeer kleine oppervlakte dat we 65% van al onze productie moeten exporteren. Sinds WO-2 ging (gaat) alle aandacht uit naar productiviteit en kostenbeheersing in de land- en tuinbouw. Om dát Hollandse DNA om te bouwen naar bijvoorbeeld een Zwitsers model, dat zal niet vanzelf gaan. Bij mijn weten begonnen de Denen daar al mee in 1987 en zelfs daar is het nog niet echt gelukt.
Randvoorwaarden voor koerswijzigingen
De theorie leert ons dat er vier redenen zijn om grote veranderingen door te voeren.
- Als een sector met de rug tegen de muur staat en zonder radicale koerswijzing het lootje gaat leggen, dan veranderen ze wel. De ‘wasserbomben-affaire’ (jaren ’80) is een goed voorbeeld in de tuinbouw.
- Als er een pot goud aan de horizon staat. Een sector verandert echt wel als er een aantoonbaar veel beter verdienmodel naar voren komt. Om in het voorbeeld van de tomaten te blijven: de opkomst van de snoep- en honingtomaatjes is zo’n goudpot gebleken.
- Veranderende wetgeving. Als iets niet meer mag dan moet een productie-, teelt- of verkoop-methode wel veranderd worden. Een voorbeeld is het verbod op schildpaddensoep en het aan banden leggen van ganzenlever.
- Als een ondernemer diep van binnen (intrinsiek) ervan overtuigd is dat het “anders” moet.
Afgelopen week kwam een in opdracht van het ministerie van LNV door Motivaction uitgevoerd marktonderzoek naar buiten. De belangrijkste resultaten zijn te lezen in de 'aanvallende conclusies' op de pagina's 10 en 11:
Het is mogelijk de koopfrequentie te verhogen bij de grote groep consumenten die soms of niet altijd biologisch kopen
Dit onderzoek toont aan dat een meerderheid van de consumenten (circa 66%) wel eens of vaker biologische producten koopt, maar slechts een heel kleine groep (3%) doet dat (bijna) altijd.
Dit betekent dat de koopfrequentie voor vrijwel iedereen (97%) verhoogd kan worden. De verkoop van biologische producten in supermarkten is dus niet enkel afhankelijk van het bereiken of converteren van de groep consumenten die nu nooit biologisch voedsel kopen.
Het veranderen van diepgeworteld gewoontegedrag is niet eenvoudig
Consumenten ontwikkelen routines en gewoontes tijdens hun dagelijkse of wekelijkse boodschappen. Omdat dit gedrag zich over een langere periode ontwikkelt, is het voor consumenten moeilijk om dat te veranderen. Uit dit onderzoek blijkt verder dat consumenten over het algemeen niet van plan zijn hun koopgedrag te wijzigen. Ongeveer een vijfde denkt dat ze in de komende maanden waarschijnlijk vaker biologische producten zullen kopen dan nu. Dit betreft voornamelijk mensen die al regelmatig biologisch kopen. De intentie om vaker biologisch te kopen is lager of zelfs afwezig bij degenen die nooit biologische producten kopen.
Niet-kopers zien de meerwaarde van biologisch voedsel niet opwegen tegen de hogere prijs
Hoewel niemand echt negatief staat tegenover de belofte van biologisch voedsel als zijnde puur, natuurlijk en zonder fabrieksmatige inmenging of toevoegingen, hebben consumenten die de voorkeur geven aan reguliere producten het gevoel dat de hogere kosten van biologische opties niet gerechtvaardigd zijn door de voordelen. Ze ervaren biologische producten als aanzienlijk duurder, zonder duidelijke of substantiële voordelen ten opzichte van verse, natuurlijke producten uit het reguliere aanbod.
Simpel gezegd, ze vinden de voordelen van biologische producten niet overtuigend of onderscheidend genoeg. Deze perceptie van een disbalans tussen prijs en waarde zorgt voor weerstand bij deze consumenten, vooral wanneer wordt gesuggereerd dat de meerwaarde en de hogere prijs van biologisch voedsel wel in balans zijn.
Het verlagen van de prijsdrempel kan een succesvolle interventie zijn
We hebben onderzocht in hoeverre de perceptie dat biologisch voedsel te duur is, invloed heeft op de koopfrequentie ervan. Uit de resultaten blijkt dat het zelfbeeld (biologisch kopen past bij mij) en het ontbreken van weerstand een grotere rol spelen in de frequentie waarmee consumenten biologisch voedsel kopen dan de afweging of de meerprijs van biologisch de meerwaarde rechtvaardigt (“is biologisch te duur of niet?”). Een mogelijke verklaring is dat deze overweging bewijsvoering van concrete voordelen nodig heeft, vooral als er een gebrek is aan geloof of overtuiging. Voorbeelden van voordelen zijn: biologisch smaakt beter, is gezonder, voorkomt dierenleed en is beter voor het milieu. In de perceptie van de consument zijn deze voordelen echter nog niet onomstotelijk vastgesteld.
Echter, uit het onderzoek blijkt ook dat een grote meerderheid biologisch te duur vindt. De implicatie hiervan is dat het verlagen van de prijsdrempel vermoedelijk een positief effect heeft op de koopfrequentie van biologisch voedsel.
In die laatste conclusie zit de kneep: biologisch is duurder dan gangbaar, dus hoe wil je de markt waarin boodschappen al veel duurder zijn geworden sinds de Corona-crisis verleiden met een betaalbaar biologisch aanbod zonder uiteindelijk de markt te subsidiëren via inkomensondersteuning van de boer? Subsidiëring is echter niet aan de orde. De prijs van biologisch moet door de markt worden opgebracht of door slimme ondernemersingrepen in de keten worden verlaagd.
Het ministerie van LNV heeft in juni een marktprogramma van €50 miljoen beschikbaar gesteld tot 2030 om de biologische aankopen van het Nederlandse publiek te stimuleren. Het ministerie zegt dat door samenwerking met ketenpartijen (supermarkten, verwerkers en boeren) de marktontwikkeling verder wordt gestimuleerd. In de komende maanden worden die samenwerkingen verder uitgewerkt. "Het doel van 15 procent biologisch landbouwareaal in 2030 moet wel haalbaar zijn", zegt LNV.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het streven om het aandeel bio te verhogen, moet een doel hebben. Dat kan bijvoorbeeld zijn: de bodem gezond houden. Maar daar zijn andere manieren voor dan per se een rigide skal-certificering propageren. Want daar lijkt dit een beetje op. Follow the money, dat geldt ook hier. Wat die certificering betreft: idd niet altijd (te duur), maar vaak wel, ik ken voorbeelden zat. Bovendien - en werkt nog veel remmender - vraagt het van alle ketenpartners een dermate grote administratieve inspanning, dat (te) veel bedrijven denken: laat maar.
Zoals ik al aangaf Frank Eric, ís biologisch niet pesticidenvrij. Minder ja, maar voor toxiciteit kennen we in Europa landbouwbreed strenge normen. Biologisch gebruikt gbm ‘van natuurlijke oorsprong’. Maar niemand die kan uitleggen dat dat een voordeel is.
Kunstmest dan. In Nederland mag biologisch het nutriëntentekort aanvullen met 30% mest uit gangbaar. In Frankrijk zelfs 70%. Zeggen dat biologisch geen kunstmest gebruikt, is als zeggen dat de caravan geheel op eigen kracht in de Algarve is aangekomen.
Dat er zaken beter kunnen en moeten is helder. Daar moet het over gaan en juist daar heeft de biologische sector zich innovatief getoond
#7 wij halen onze groenten als het kan (hier tellen de afstanden nogal) bij de bio-boerin. Smaak is 2X beter dan wat er in de super ligt, maar dat kan ook eraan liggen doordat met die producten anders wordt omgesprongen. Je weet wel: massa, op massa-gerichte productie, onrijp plukken, koelhuizen etc.
Bio heeft inderdaad een harde garantie, hier AB (Agriculture Biologique).
Verder, land sparing vs land-sharing. Je vergeet de invloed te melden van het niet gebruik van pesticiden en kunstmest op biodiversiteit ed, één van de planetaire grenzen die overschreden is. hoe plus je dat erbij?
Beste Jan-Willem, ik begrijp dat je deze casus als opdracht hebt aangenomen, maar ik erger me aan de kleine en grote leugens in de voordelen.
Bio is (waarschijnlijk) lekkerder dan een regulier massaproduct. Daar is geen bewijs voor. Dubbelblinde tests laten geen verschil zien.
Het is gewoon gezonder, onbespoten en daardoor ook eerlijker geteeld. Het is niet onbespoten. Het is bespoten met 'producten van natuurlijke oorsprong'. Dat is geen pré. Wel wordt er minder GBM gebruikt. 'Gewoon gezonder' is ook nooit aangetoond.
Bio heeft een certificaat en dat is de beste (internationale) garantie dat er niet met de producten gerommeld is. Dat getuigt van een groot vertrouwen in een stempeltje. Geen idee waarop je dat baseert.
Bio is diervriendelijker en als je goed bent voor dieren is dat niet alleen beter voor je geweten, maar uiteindelijk proef je het ook terug in de smaak. Dat laatste is dus (alweer) nooit aangetoond. Diervriendelijker is het (meestal) wel, hoewel er in gangbaar ook heel veel zeer diervriendelijke houderijvormen zijn.
Voor bio worden vaak oudere smaakvolle rassen gebruikt. Oude rassen zijn niet voor niets oud. Ze zijn ingehaald door voortschrijdend inzicht. Is een 2CV ook coute-que-coute beter dan een Tesla?
Bio is in alle opzichten beter voor natuur en milieu. Dat is een grotere leugen. Land sparing vs land sharing laat helder zien dat 'meer areaal' in vrijwel alle gevallen nadelig uitpakt voor extensiveren.
Bio wordt vaak geteeld (gefokt, gemest) door kleinere boeren en tuinders die meer passie (aandacht en liefde) in hun producten kunnen stoppen. Ik ken best grote bio-boeren. Het is geen onderscheidend vermogen. Gelukkig maar voor bio. Het zijn geen keuterboeren.
Door al deze dingen kun je over bio een eerlijk en transparant verhaal vertellen en dat onderstreept het kwaliteitsimago van je restaurant. Waarom zou een restaurant dat willen? Zijn gast komt lekker eten, vrij van schuldgevoelens.
Bio past in de (belangrijker wordende) duurzaamheidsagenda en ook de horeca moet die duurzaamheidsgedachte in praktijk brengen (wetgeving). Bio is niet duurzamer. Zie boven.
De overheid legt nadruk op duurzaamheid en bio en daardoor zal er ook vanzelf meer aandacht voor komen. Nóg meer aandacht? Ik mag hopen van niet.
Vooral de jongere generatie verwacht in feite dat je als horecaondernemer goed met de natuur omgaat en zal het gebruik van biologische producten en gerechten ‘vanzelfsprekend’ vinden. Door gebrek aan kennis en de constante stroom foutieve informatie uit de media klopt dat.
Er is inmiddels ook voldoende aanbod in biologische producten om een (groot) deel van de menukaart te voorzien van een bio keurmerk.
In veel producten zullen de meerkosten van bio nauwelijks hoeven te leiden tot een extreem hogere prijs op de menukaart. Voorbeeld: een biologische baguette belegd met biologische kaas zal in plaats van € 5,45 (voor regulier) hooguit € 5,75 kosten voor de biologische variant. Als je alleen de hogere inkoop meeneemt misschien, maar dat gebeurt niet. Er moet daarover ook marge gemaakt worden. Ergens tussen de 100 en 350%.
Al bij al dus in mijn ogen niet zo'n sterke propositie. Als voormalig restauranthouder zie ik geen enkele motivatie om er in mee te gaan. Maar goed, de hele gang van zaken bij LNV is bizar.
Otto Rood , nu wordt het een ander verhaal. Als die groenteboer die vooral gangbaar en nauwelijks bio product verkoopt én toch netjes gecertificeerd wil zijn, kan het anders liggen. Als hij niet meer dan € 1000 omzet aan bio per jaar draait, loopt het gauw op, al schat ik in dat het bij certificering voor verkoop aan consument om een bedrag in de orde van grootte van € 675 per jaar valt. Hier is het tarievenblad van Skal.
Bij het bedrag wat wij jaarlijks betalen zit productie én verkoop aan consument.
Even terzijde, ik verwacht niet dat de horeca een grote rol gaat spelen bij de afzet van bio. We hebben ons 25 jaar op lokale afzet gericht en veel eigenaars / koks zien komen en precies evenveel zien gaan. Ze komen met veel blabla, willen zelf de producten 's morgens komen oogsten (althans dat zeggen ze bij het eerste bezoek), sturen een fotograaf en interviewer langs, onze naam, foto's en producten verschijnen op websites en blijven daar jaren staan, terwijl er niets afgenomen wordt.
Twee jaar geleden schoven we bij vrienden aan in een gerenommeerd restaurant in Deventer terwijl net het hoofdgerecht geserveerd werd. Met een ronkend verhaal werd alles toegelicht, met als klap op de vuurpijl de biologische groente van tuinderij Haverkamp. We hebben/hadden nooit één euro produkt aan dat restaurant verkocht.
Ok, n=1, restaurants houden niet bijzonder van groente. Als je goed vlees hebt, speciale groente (minivenkel, miniworteltjes, crosne of knolkervel) of fruit kan het heel anders liggen. Maar voor dé groei in bio afzet is de horeca in mijn ogen niet de oplossing.