Afgelopen maandag (12 juni) is de website live gegaan waarop veehouders kunnen berekenen of zij een van de 3.001 piekbelasters zijn en zich direct kunnen inschrijven voor de uitkoopregelingen LBV+ of LBV. Volgens Van Dellen kun je dat rustig invullen. "Je kunt zeggen: dan weet de overheid iets van mij, maar dat weet de overheid nu ook al. Ze weten precies wie de piekbelasters zijn."

Meer vee, bepaald soort stal en specifieke gebouw-invloeden: eerder piekbelaster
Uit het invullen van de rekentool is Flynth gebleken dat:

  1. Alles start met nabijgelegen overbelast hexagoon.
  2. Hoe meer vee je hebt (gebaseerd op 2021), hoe meer kans je hebt piekbelaster te zijn.
  3. De stalopstelling conform vergunning, inclusief gebouwsinvloeden, uittreedsnelheden en hoogtes bepalend is.
  4. De ligging van natuurgebied in relatie tot windrichting zuidwest bepalend is.

Een melkveehouderij met 80 stuks melkkoeien en jongvee, op 300 meter van een overbelast hexagoon kan goed piekbelaster zijn, maar op grotere afstand niet meer. Een bedrijf met 150 koeien en jongvee kan nog rond 900 meter piekbelaster zijn. En een veehouder met 350 koeien en jongvee kan op 3.000 meter afstand nog steeds piekbelaster zijn, rekent Van Dellen voor. Ook vergunningen met stallen met een Rav-code zijn een factor. "Een emissiearme stal met 200 koeien kan op 900 meter weleens geen piekbelasters zijn."

Renovaties stallen tellen niet mee bij waarde
De eerste ervaring van Flynth met berekeningen leert ook dat voor de waarde van de gebouwen elke vierkante meter stal telt. Dat is volgens Van Dellen op zich positief. Maar er is een maar: "Negatief is dat wordt gekeken naar het bouwjaar van de stal. Bij stallen uit de jaren '80 of '90 die in een later jaar een upgrade hebben gekregen, wordt niet gekeken naar de waarde van de renovatie. Er is lang gediscussieerd binnen de overheid of er wel of niet moet worden gekeken naar renovatie. Er is dus voor gekozen die niet mee te nemen. Toch raden we mensen met renovatie aan, als ze van plan zijn te stoppen, zich wel in te tekenen en te kijken hoe het dit najaar loopt. We zien dat er provincies zijn die wel ruimte willen geven om renovaties mee te nemen. We hebben de indruk dat er voor individuele cases mogelijkheden zijn, zeker voor piekbelasters."

Pas 3 juli (als de regeling wordt opengesteld) is bekend welke vergoeding er aan fosfaatrechten of varkens- of pluimveerechten wordt toegekend. Verder gaat de overheid na aanmelding met veehouders in gesprek of ze ook belangstelling heeft voor hun grond en tegen welke waarde. Van Dellen: "Hoe de prijs van landbouwgrond wordt vastgesteld, weten we niet eerder dan ergens dit najaar." De grond niet (of deels) aan de overheid verkopen lijkt ook een optie.

Wat Flynth ook opvalt, is de sloopvergoeding. "De opkoopregeling wekt de indruk dat je verplicht bent te slopen, maar we zien ook dat je voortgezet gebruik mag hebben met hobby vee, akkerbouwtak, stalling of wat dan ook, wat maximaal 15% uitstoot van de vergunde stikstofruimte mag bedragen. Dat komt niet met elkaar overeen. We zien vooral spanning in die plattelandsgemeenten met zorgen over illegale activiteiten. Er zijn gemeenten die het heel belangrijk vinden dat er wordt gesloopt, dat heeft effect op de ruimte die provincies kunnen geven."

Hoe de prijs van landbouwgrond wordt vastgesteld, weten we niet eerder dan ergens dit najaar.

Drie verschillende groepen
Van Dellen onderscheidt drie verschillende groepen veehouders. Voor de vrijwillige stoppers heeft de Aanpak Piekbelasters de meeste duidelijkheid gegeven. "Je weet nog niet wat grond gaat opbrengen, 3 juli weet je wat fosfaat/dierrechten gaan opbrengen, maar je hebt wel enig zicht op stikstofrechten en gebouwen."

De tweede groep zijn de piekbelasters die willen doorgaan. "Op dit moment is het daarvoor uitermate lastig. Ze weten nog helemaal niet waar ze aan toe zijn en weten niet wat ze moeten doen om op dezelfde locatie het bedrijf voort te zetten." Overigens is er ook nog de mogelijkheid om te verplaatsen, maar daarover gaf Christianne van der Wal, de minister voor Natuur en Stikstof, maandag zelf aan dat daarover nog de minste duidelijkheid is.

De derde groep zijn alle andere agrarisch ondernemers, de niet-piekbelasters. "Ze mogen als ze vrijwillig willen stoppen zich melden voor de LBV-regeling (als ze daarvoor in aanmerking komen). We weten wat dat inhoudt, maar er is een beperkt budget voor boeren die geen piekbelasters zijn. De minister heeft aangegeven dat ze de beschikbare €500 miljoen (tegenover €975 miljoen voor de LBV+) voor de LBV geeft aan vrijwillige stoppers waar ze qua stikstofvracht het meeste aan heeft." Op zijn vroegst is er voor boeren die gebruik willen maken van de LBV na 5 april 2024 enig inzicht, want dan sluit de LBV+. Waarbij de piekbelasters wel direct na aanmelding 3 juli al een beschikking krijgen", aldus Van Dellen.

Eerste indruk animo boeren en fiscale afwikkeling
Van Dellen merkt dat onder vrijwillige stoppers veel boeren zijn die willen blijven wonen op de locatie, een bedrijf willen voortzetten met akkerbouw, loods, stalling, paarden of hobbymatig vee en de grond willen houden. Ze willen stoppen met veehouderij, gebouwen opruimen en rechten verkopen en hebben weinig moeite met beroepsverbod voor veehouderij in Nederland en Europa. "Op de vergoeding voor stallen en dierrechten is fiscaal de verruimde herinvesteringsreserve van toepassing. Hun plan om belasting te betalen te voorkomen, heeft vaak te maken met plannen voor investeringen in grond, machines, schuur of loods."

Voldoende tijd om dit najaar de puzzel te leggen en af te wegen of een alternatief beter kan worden
Voor twijfelende boeren moeilijk keuze te maken
De voortzetters die geen piekbelaster zijn, weten pas ergens in voorjaar 2024 waar zij aan toe zijn, stelt Van Dellen. Ook worden vergunningen voor stallen niet in behandeling genomen en is er inzake emissiearme vloeren niets duidelijk. Voor boeren die twijfelen tussen doorgaan of stoppen is het door alle onduidelijkheid volgens Van Dellen heel moeilijk om een keuze te maken. Er bestaan ook nog veel onzekerheden voor het leeuwendeel van de piekbelasters dat willen doorgaan. "Een piekbelaster die door wil gaan, wordt door de overheid uitgedaagd een ondernemersplan te maken. Maar je weet nog niet wat je wel en niet kan doen, dat moet in najaar 2023 nog bekend worden."

Twijfelaars adviseert Van Dellen om vooral toch op 3 juli in te tekenen op de regeling. "Onze ervaring in de laatste vijf jaar met de overheid en regelingen is steeds: wie het eerste komt, die het eerst maalt en is het beste uit." De echte keuze om akkoord te gaan met de LBV of LBV+ is pas op zijn vroegst een half jaar na aanmelding, geeft hij mee. "Voldoende tijd om dit najaar de puzzel te leggen en af te wegen of een alternatief beter kan worden. Feitelijk valt binnen zes maanden na aanmelding pas het echte besluit: wel of niet te stoppen met het houden van vee."


Dit artikel maakt deel uit van de content samenwerking tussen Boerenbusiness, Foodbusiness en Foodlog
Dit artikel afdrukken