"Een hobbelig pad leidt naar de vervallen boerderij. De gordijnen zijn dicht, de stallen zien er uit alsof ze al jaren niet meer in gebruik zijn." Boerencoach Paulien Hogenkamp verhaalt weer een episode uit het lief en het leed van de veranderende Nederlandse landbouw en de invloed daarvan op het persoonlijke leven van boeren.
Ik word gebeld door de dochter des huizes. Ze wil graag samen met haar jongere zus en ouders in gesprek. Haar ouders waren er niet zo voor, maar hadden toch toegestemd, als er maar met niemand over gepraat zou worden. Ze wil aan telefoon niet vertellen wat er aan de hand is, dus ik ga vol verwachting op pad.
Een hobbelig pad leidt naar de vervallen boerderij. De gordijnen zijn dicht, de stallen zien er uit alsof ze al jaren niet meer in gebruik zijn. Achter de voordeur stap ik een bedompte ruimte binnen, het ruikt er, alsof er al jaren geen raam meer open is geweest. In de keuken staat de vaat tot aan het plafond opgestapeld. Op de grond liggen huis-aan-huisbladen verspreid en een enorme berg wasgoed; ik neem aan dat het schoon is. Er tussendoor loopt een hond en een aantal katten.
De dochter neemt het woord, 6 jaar geleden moest het varkensbedrijf gestaakt worden, vanwege grote financiële problemen. Niemand mocht het weten, vader schaamde zich diep. Het bedrijf was al sinds 1830 in de familie. De varkens waren naar de slacht gegaan, moeder had een baan bij de thuiszorg geaccepteerd en vader… Vader kroop in zijn schulp. Eerst had hij nog wat seizoenswerk gedaan, maar toen er een bekende van het gezin in hetzelfde team kwam te werken, was hij van de ene op de andere dag niet meer de deur uit gegaan.
Hoe het zover gekomen was, wist niemand te vertellen, maar alle 4 brachten naar buiten dat de boerderij nog gewoon bestond. Vader was varkensboer en daarmee was het klaar. De kinderen namen geen vriendjes meer mee naar huis, er werden geen visites meer gepland, de dorps- en buurtfeestjes werden overgeslagen en de band met de familie was op een zeer laag pitje komen te staan omdat ze niet meer meededen met de verjaardagen.
Zowel moeder als de kinderen willen niet meer meespelen in het tragische theaterspel. De behoefte en wens om weer een onderdeel te worden van de maatschappij is groot. Het is een lang en moeizaam coachingstraject geworden. Stap voor stap hebben ze hun zelfvertrouwen en zelfrespect terug gevonden. Moeder heeft geleerd om het huishouden weer op de rit te krijgen en als een volwassene de verantwoordelijkheid voor haarzelf en haar kinderen te dragen.
Vorige week ging ik langs voor een kop koffie. In een kleine gezellige huurwoning tref ik een stabiele, vrolijke en zelfverzekerde vrouw aan, de dochters komen vrolijk babbelend terug uit school, met allebei een vriendin aan hun zijde. Ze verdwijnen de tuin in, waar ze zichzelf een glas fris in schenken. Vader heeft de stap naar een zinvol perspectief niet kunnen of willen zetten. Hij leeft nog steeds een teruggetrokken leven.
Paulien Hogenkamp coacht agrarische ondernemers. Zij vertelt over wat zij meemaakt onder boeren die zij bijstaat in hun gang naar de 21e eeuw.
Dit artikel afdrukken
Een hobbelig pad leidt naar de vervallen boerderij. De gordijnen zijn dicht, de stallen zien er uit alsof ze al jaren niet meer in gebruik zijn. Achter de voordeur stap ik een bedompte ruimte binnen, het ruikt er, alsof er al jaren geen raam meer open is geweest. In de keuken staat de vaat tot aan het plafond opgestapeld. Op de grond liggen huis-aan-huisbladen verspreid en een enorme berg wasgoed; ik neem aan dat het schoon is. Er tussendoor loopt een hond en een aantal katten.
De dochter neemt het woord, 6 jaar geleden moest het varkensbedrijf gestaakt worden, vanwege grote financiële problemen. Niemand mocht het weten, vader schaamde zich diep. Het bedrijf was al sinds 1830 in de familie. De varkens waren naar de slacht gegaan, moeder had een baan bij de thuiszorg geaccepteerd en vader… Vader kroop in zijn schulp. Eerst had hij nog wat seizoenswerk gedaan, maar toen er een bekende van het gezin in hetzelfde team kwam te werken, was hij van de ene op de andere dag niet meer de deur uit gegaan.
Hoe het zover gekomen was, wist niemand te vertellen, maar alle 4 brachten naar buiten dat de boerderij nog gewoon bestond. Vader was varkensboer en daarmee was het klaar. De kinderen namen geen vriendjes meer mee naar huis, er werden geen visites meer gepland, de dorps- en buurtfeestjes werden overgeslagen en de band met de familie was op een zeer laag pitje komen te staan omdat ze niet meer meededen met de verjaardagen.
Zowel moeder als de kinderen willen niet meer meespelen in het tragische theaterspel. De behoefte en wens om weer een onderdeel te worden van de maatschappij is groot. Het is een lang en moeizaam coachingstraject geworden. Stap voor stap hebben ze hun zelfvertrouwen en zelfrespect terug gevonden. Moeder heeft geleerd om het huishouden weer op de rit te krijgen en als een volwassene de verantwoordelijkheid voor haarzelf en haar kinderen te dragen.
Vorige week ging ik langs voor een kop koffie. In een kleine gezellige huurwoning tref ik een stabiele, vrolijke en zelfverzekerde vrouw aan, de dochters komen vrolijk babbelend terug uit school, met allebei een vriendin aan hun zijde. Ze verdwijnen de tuin in, waar ze zichzelf een glas fris in schenken. Vader heeft de stap naar een zinvol perspectief niet kunnen of willen zetten. Hij leeft nog steeds een teruggetrokken leven.
Paulien Hogenkamp coacht agrarische ondernemers. Zij vertelt over wat zij meemaakt onder boeren die zij bijstaat in hun gang naar de 21e eeuw.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Jos Hugense,
Lijkt mij juist weinig risico om een boerderij over te nemen, heel eerlijk gezegd amper risico. Vrij simpel rekensommetje je neemt bijv. 40.000 loon, vervolgens kijk je wat er aan investeringen nodig is in de toekomst (Asbest, nieuwe stal, machinepark etc) en dan kijk je of dat met normale inkomsten uit landbouwactiviteiten minus aflossingen te betalen is. Uiteraard moet de schuld wel ingedekt zijn met een behoorlijk hogere waarde op de vrije markt van roerende en onroerende zaken anders heeft de bank er zo wie zo geen zin in. Voor melk neem je bijv. een inkomstenstroom van 34 ct/kg maal het aantal te produceren liters en nog een beetje omzet en aanwas en wat GLB betalingen.
Het grootste risico is momenteel de lage rente, stel dat die naar bijv. 4% a 5% zou gaan dan hebben zelfs nu nog goed draaiende bedrijven een enorm probleem en krijgt Paulien Hogenkamp het drukker dan ooit tevoren.
De boerenbedrijven die kansloos zijn naar de toekomst toe worden er echt wel uitgefilterd lijkt mij en daar komt geen opvolging.
#34 Jos. Misschien ook wel met paard.... . Ik breek me de hersens en kom er niet uit. Er is eigenlijk wel uit te komen, maar dat te rigoureus voor iedereen. En als iedere akkerbouwer wel doortuft met een JD en zesschaar wentel, (Ik heb een 3-schaar en ben niet echt overgemechaniseerd en doe niet aan de boeren-bling-bling) dan heb ik me buiten de groep en maatschappij geplaatst, als ik wel met paard ga ploegen. Dan wordt een noodzakelijke boodschap zeker nooit niet meer gehoord. Dan ben ik de zoveelste lachwekkende curiositeit en rariteit voor Man-bijt-hond of Showroom. Het is hopeloos. Tom Poes verzin een list (zonder bedrog, boerenbedrog).
En iedereen maar wachten op thoriumcentrales etc....
Wat moet ik doen? Wat moeten we doen? Met onze Januskoppen zwijgen... schaamtevol?
Piet #11 Natuurlijk gaan we niet terug naar paard en wagen..."
Natuurlijk niet? Al een plan gemaakt hoe het circulair kan zonder fossiele brandstof en aangevoerde nutriënten? Zo niet, dan valt nog maar te bezien of de volgende generaties iets te zeggen gaan hebben over wel of niet terug gaan naar vroeger. Toch 's over nadenken als je je volgende tank diesel in je John Deere aan het oproken bent met een zesschaar wentel. (Ook ter overdenking voor iedereen hier tijdens de volgende vliegreis naar weer een stedentrip)
Ik ben het geheel eens met wat Frans Aarts schrijft in #10. En voeg daar nog aan toe dat niet alleen de overheid, maar ook de banken en het onderwijs uitsluitend wijzen op kansen die er vaak in werkelijkheid niet zijn. Ze creëren een romantisch toekomstbeeld dat aansluit bij wat jonge mensen die de ambitie hebben om boer te worden al in hun hoofd hebben. Begrijp me niet verkeerd, boer zijn is een uitermate mooi beroep, misschien wel het mooiste beroep, maar het perspectief dat veel boeren in Nederland hebben is te beperkt om er je hele leven aan te wijden. Dat mag best eens gezegd worden, ook op scholen, ook door de overheid en ook door financiers. Wie het dan nog wil volgt een roeping, zoals de briljante muzikant die kiest voor een karig bestaan in een gesubsidieerd orkest. Gelukkig dat er mensen zijn die zo'n roeping volgen, die dingen doen vanuit hun liefde voor het vak, en niet alleen maar voor geld. Maar valse hoop geven is wel degelijk een kwalijke zaak.
Wat hierboven door Paulien wordt beschreven is het gevolg van wat Frans in #10 en ik hierboven beschrijven. Het is schrijnend en ook ik vind dat je die sociale problematiek op moet lossen. Wij als maatschappij (de overheid) en ja ook de betrokkenen, boeren, verwerkende industrie en financiers. Maar dan wel tegelijkertijd met voorkoming van opnieuw ellende in de toekomst, zoals het bij een rechtgesnaarde reorganisatie hoort. We willen altijd leren van onze fouten in het verleden, me dunkt dat je van de laatste veertig jaar agrarische ontwikkeling in Nederland wel wat kunt leren voor de toekomst, maar ik zie weinig beleid dat structureel iets verandert. 200 miljoen over de schutting gooien, wat een druppel op een gloeiende plaat is, en intussen het huidige systeem in de benen houden vanwege economische belangen is nauwelijks een sociaal verantwoorde oplossing voor de boer. Ik denk daarom dat Paulien over tien jaar weer precies zo'n zelfde tranentrekker kan schrijven en dat kunnen we onszelf verwijten met ons geromantiseerde beeld van het platteland en de boer.
Na vijftig jaar slachtofferrol, klagen, uitzonderingspositie, schade waarvoor als vanzelfsprekend altijd weer een vergoeding moest komen, ondersteuning en hulp, hulp en nog eens hulp raakt de overheid een beetje klaar met de boerengemeenschap. Ik vind dat niet raar, wel heel jammer. Het is verklaarbaar omdat in onze maatschappij het gewoonte is dat iedereen zijn eigen broek ophoudt tenzij er calamiteiten zijn. Dan wil de overheid bij uitzondering wel eens helpen. Als calamiteiten zich elk jaar voordoen spreken we niet meer van incidenten maar van structurele problemen. Daar is de overheid niet voor. Daarom is het maar steeds wijzen naar de overheid, ook hier weer, een ingesleten foute gewoonte. Wat doe je er zelf aan? Heb je er wat aan gedaan, behalve hard werken? De gebraden kippen worden niet in je mond geschoven. Je moet er voor nadenken, investeren, risico nemen en ja, het kan mis gaan. Wie dat niet wil begeve zich naar een werkgever voor een maandelijkse PDF met daarop wat er weer op uw rekening wordt geschreven.
We vergeten nog wel eens de rol van partijen, de boer is een ondernemer die voor eigen rekening en risico handelt. De bank is een commerciële onderneming met winstoogmerk. Zo ook de verwerkende industrie. De supermarkt is een doorgeefluik die zoveel mogelijk doet wat de consument wil, dan stijgt haar marktaandeel namelijk. En de overheid probeert de boel een beetje ordelijk te houden. Ziedaar de belangen. Elkaar helpen? Ach ja, in Jiskefet werd het al gezegd: "Het gaat om de integriteit van mens tot mens....". Veel meer zit er niet in ben ik bang.
Als ik je goed begrijp, Arnold, stel je voor dat inspirerende mensen bij elkaar moeten gaan zitten om mee te helpen bouwen aan een mooie toekomst voor de voedsel producerende sector. Klopt dat ongeveer?