In de berichtgeving over omega-3 door denieuwsdienst Eurekalert is sprake van een ‘supply gap’, een kloof tussen vraag en aanbod van omega-3. Die kloof is becijferd door onderzoekers van het Norwegian University of Science and Technology in Trondheim, Noorwegen. Zij keken alleen naar de mariene bronnen van omega-3.

EPA/DHA
Het gaat daarbij in het bijzonder om de vetzuren EPA en DHA, eicosapentaeenzuur en docosahexaeenzuur. Ze heten essentieel, omdat het menselijk lichaam ze niet of nauwelijks zelf kan synthetiseren en ze onmisbaar zijn voor de opbouw (hersenen, ogen, zenuwstelsel) en het onderhoud (hersenen, vaten, hart) van het lichaam, vooral ook als dat ouder wordt.

Door eenmaal per week een portie vette vis te eten, zoals een haring of een stuk zalm, voldoe je volgens het Voedingscentrum aan de behoefte van het lichaam, die ongeveer 200 mg per dag bedraagt. Dat zijn kleine hoeveelheden, maar evenals de kleine hoeveelheden van andere micronutriënten wel van belang voor de gezondheid.

70 procent van de wereldbevolking krijgt niet wat ze echt nodig hebben
Ecoloog
De meeste mensen krijgen te weinig EPA en DHA binnen. Hoofdauteur van de omega-3 studie is de Amerikaans-Noorse ecoloog Helen Hamilton. In Eurekalert zegt ze: “Toen we keken naar hoe EPA en DHA worden geproduceerd en geconsumeerd, bij mensen en in de oceaan, ontdekten we dat 70 procent van de wereldbevolking niet krijgt wat ze echt nodig hebben. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben voor de gezondheid.”

De Noorse onderzoekers stellen dat elk mens dagelijks tussen de 250 en 1000 mg EPA en DHA nodig heeft en zwangere en voedende vrouwen nog meer, vooral DHA. Uitgaande van een gemiddelde behoefte van 500 mg per dag per persoon, vermenigvuldigd met de totale wereldbevolking en afgezet tegen de mondiale productie en oogst van EPA en DHA berekenden de onderzoekers dat er jaarlijks 1,4 miljoen ton nodig is. Maar er is 0,8 miljoen ton EPA/DHA uit visserij, kweekvis en ander zeebanket voor menselijk gebruik beschikbaar. De tekorten zijn het grootst onder delen van de bevolkingen van Noord-Amerika, Centraal Europa, het Midden-Oosten, India, Brazilië en het Verenigd Koninkrijk. Merk op dat die 500 mg meer dan tweemaal zoveel is als het Voedingscentrum adviseert.

Gecompliceerd
De problematiek rond voldoende omega-3 is gecompliceerd, nog los van de vraag hoeveel een mens werkelijk nodig heeft. Het begint er al mee dat 63% van de visbestanden in de wereldzeeën nu al zijn overbevist. De voorraad vis in de zee is eindig, stellen de onderzoekers dan ook. De visvangst wereldwijd opvoeren om aan de groeiende omega-3 behoefte te voldoen is duidelijk een slecht idee.
Aquacultuur, dat nu al in de helft van de visvoorraad voorziet, is een goed alternatief, denk aan vette zalm. Maar kweekvis moet gevoerd worden met visvoer dat ook omega-3 bevat, bijvoorbeeld afkomstig van de gigantische scholen sardines voor de Zuid-Amerikaanse westkust. Die zijn ook overbevist en met de vraag naar dit voer stijgt de prijs. Veel kweekvis krijgt daarom al (deels) plantaardig voer. Maar daar zitten weer minder omega-3 vetten in. Kweekvis bevat om die reden vaak minder EPA en DHA dan wilde vis.

Veel kweekvis krijgt daarom al (deels) plantaardig voer. Maar daar zitten weer minder omega-3 vetten in. Kweekvis bevat om die reden vaak minder EPA en DHA dan wilde vis
Plankton
De Noorse onderzoekers doen een aantal suggesties om de huidige en alternatieve bronnen beter te benutten. De simpelste is kleine visjes niet tot visvoer te verwerken, maar direct te consumeren. Dat scheelt verlies van alle grondstoffen, behalve vetten ook vooral proteïne, in de zogenoemde voedselconversie. De wereldvoedselorganisatie FAO beijvert zich daarvoor. Maar de consument wil een keurig graatloos stuk zalm en geen bord tranige sardientjes met graten.
Uit veel afval van de visverwerkende industrie wordt al de laatste druppel olie geperst. Maar die hoeveelheid kan omhoog als de inzameling van visafval beter geregeld is. Daarbij gaat het om afsnijsels, koppen en graten van fileerderijen en inleggerijen. In westerse landen gebeurt dat al op grote schaal. Maar in China, waar zeer veel vis gegeten wordt, gaat het kostbare afval verloren omdat de eetcultuur dicteert dat je de vis thuis zelf schoonmaakt. Als die resten ingezameld zouden worden voor verwerking en niet werden weggegooid, zou dat een enorme opbrengst van omega-3 betekenen, volgens de onderzoekers.

Visvoer
Een efficiënter gebruik van omega-3-rijk visvoer kan ook veel uitmaken. Kweekvis krijgt dat dan pas gevoerd kort voor ze geoogst worden en niet gedurende het hele leven. De kostbare omega-3 vetten worden niet alleen ‘ingebouwd’ in de vis, om later hergebruikt te kunnen worden, maar zijn gedurende het leven van de vis ook een bron van energie zoals al het andere voer. Als nu een stuk kweekzalm op je bordje ligt is slechts 10 procent van de omega-3 die dat dier gevoerd heeft gekregen aanwezig in het visvlees.

Een stuk kweekzalm bevat slechts 10 procent van de omega-3 die dat dier gevoerd heeft gekregen aanwezig in het visvlees
Vissen maken niet zelf omega-3 vetten, maar halen het ook uit een bron: plankton. De gigantische zwermen ronddrijvende microscopische plantjes en diertjes in de wereldzeeën zijn bij elkaar het grootste volume biomassa op aarde. Dat plantaardige en dierlijke plankton kan ook zelf opgevist worden en als grondstof dienen voor de omega-3 productie. Dat is efficiënt, omdat er geen conversieverlies via de vissen optreedt. Het vindt al op enige schaal plaats en het is ecologisch verantwoord om die visserij op te voeren. Maar het is een bewerkelijke, lastige en dure vorm van oogsten, ver en noordelijk op de oceanen.

Algen
Ook algen bevatten omega-3 vetten en worden daarom op grote schaal gekweekt. Algen zijn goed genetisch te manipuleren en het is denkbaar dat er soorten gekweekt kunnen worden die nog meer omega-3 vetten bevatten. De vraag is of die genetische manipulatie gewenst is. In het westen ligt dat gevoeliger dan in Aziatische landen, zeggen de onderzoekers. Nu al zijn omega-3 supplementen voor vegetariërs en veganisten verkrijgbaar die uit algen zijn bereid. Het probleem met omega-3 supplementen, ook capsules met visolie, is dat de vetzuren minder goed door het lichaam worden opgenomen dan uit vis zelf.

De Noorse onderzoekers beperken zich tot de mariene bronnen van omega-3 vetzuren. Maar ook landplanten leveren de kostbare micronutriënten, in de vorm van alfalinoleenzuur ALA. ALA wordt in het lichaam omgezet tot EPA en DHA. Plantaardige olie bevat vaak veel ALA, aflopend in percentage lijnzaadolie (57%), chiazaadolie (55%), hennepolie (20%) en walnootolie (10%). Ook zit ALA in geringe hoeveelheden in bladgroente en vlees van dieren die gras en olierijke granen eten.
De reden waarom de mens behoefte heeft aan EPA en DHA van mariene herkomst is dat de omzetting in het menselijk lichaam van ALA maar zeer weinig EPA en DHA oplevert, slechts enkele procenten.

Het Noorse onderzoek bevestigt eerdere studies naar de groeiende afhankelijkheid van de mensheid voor omega-3 uit de zee. Het onderzoek geeft vanwege de vele onzekerheden, aannames en schattingen mogelijk niet een precies beeld van die afhankelijkheid, nu en in de toekomst. Maar het signaal dat mensen efficiënter en inventiever met de mariene bronnen moeten omgaan is duidelijk.
Dit artikel afdrukken