Boerenorganisaties maken zich zorgen dat dat cijfer in de huidige tijden van toenemende druk vanuit de overheid en maatschappij, stijgende kosten en het missen van toekomstperspectief zal stijgen. Onzekerheid, verdriet en frustratie nemen bij agrariërs en boerengezinnen hand over hand toe.
LTO Noord en stichting Zorg om Boer en Tuinder onderkennen het taboe dat veel boeren ervaren als zij kampen met mentale problemen. Om die reden hebben ze de campagne 'Ik kan het zelf (niet meer)' van Taboer in het leven geroepen. Taboer wil het taboe doorbreken dat rust op de 'zachte kant' van het agrarisch ondernemerschap. Het is een onafhankelijk loket, waar boeren en tuinders dagelijks terecht kunnen voor een luisterend oor, tips en adviezen en ervaringsverhalen, zoals dat van Rudie Freriks.
En zo ben je in beeld. Het gaat niet om ons, maar om de aandacht voor mentale problemen. Hulp is beschikbaar. En blijf praten! https://t.co/68raIbF4I2
— Rudie Freriks (@RudieFreriks) March 19, 2023
Op Foodlog schreef boerencoach Paulien Hogenkamp twee jaar lang een reeks columns waarin ze inzicht gaf in de wurgende problematiek waar boeren mee kunnen kampen. Zij bemande de vertrouwenslijn, waarvan de functie nu overgenomen lijkt door de website en telefonische hulplijn van Taboer. "Ik spreek ook regelmatig huilende boeren," zegt minister van Landbouw Piet Adema, wiens ministerie financieel bijdraagt aan de campagne. "We werken er hard aan om te komen tot oplossingen. Maar ze moeten ook hulp zoeken. Dit initiatief Taboer steun ik van harte. De sector neemt de verantwoordelijkheid in het omzien naar elkaar. En dat is echt noodzakelijk."
In Frankrijk ligt het aantal zelfdodingen onder boeren al veel langer op een hoog niveau. In 2019 schatte de sociale zekerheidsinstantie voor boeren MSA hun aantal op 1 per dag. In 2021 beslootlandbouwminister Julien Denormandie jaarlijks €12 miljoen te begroten voor een netwerk van 'schildwachten' in te richten rondom de agrarische sector, om de 'zwakke signalen' van het mal-être op te vangen en preventief te werk te kunnen gaan. "Die schildwachten zijn alle mensen die in contact staan met de landbouwers, sociale zekerheidsinstellingen (in Frankrijk de mutualité sociale agricole), buren, koepels, verenigingen, maar ook de postbode, de bankier, de plaatselijke politicus."
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#10 Johan, ik denk dat we beiden al jaren roepen voor meer aandacht voor dit probleem. Uit dit oogpunt is het mooi dat er nu iets gebeurd en het is nooit genoeg. Zonder direct de onderzoeksvraag te negeren, mag je vraagteken achter "Zijn er bedrukkende of ziekmakende aspecten aan de huidige wijze van landbouwbeoefening?" gewoon een uitroepteken zijn. In ooit mijn afstudeeronderzoek in 2002 naar het omgaan met onzekerheid bij biologische fruitteelt (en eco-efficiency in het algemeen) was het al een thema. Gaat me te ver om een opsomming te geven maar een publicatie daarover samen met het L.B.I. is terug te vinden op mijn site.
#4 Sinds deze bijdrage is er weinig veranderd. Een beperkt kwalitatief onderzoek van de GGD IJsselvallei gaf meer inzicht. Mijn pleidooi (want eigenlijk weten we niet waarover we spreken - alles wat gezegd wordt is op basis van een verscheidenheid aan ervaringen en signalen - op zichzelf heel waardevol) voor meer fundamenteel onderzoek stuit op afhoudende reacties. Ik vroeg aan de voorzitter van de Topsector Food&Agri; of de fondsen ook benut zouden kunnen worden voor onderzoek naar de mentale gezondheid van boeren en tuinders. (in het fonds Topsectoren zitten miljoenen euro's) "Daar krijg ik de handen niet voor op elkaar", was het antwoord. Ook de Leerstoelgroep Rurale Sociologie heeft niets te bieden. Daar is onderzoek naar verbreding en vernieuwing en transitie met behulp van Europese fondsen leidend. En dat is de conclusie: transitie is het verdienmodel voor onderzoek. Dat moet. Waar de "mens achter de ondernemer" zoals dat in het programma Taboer wordt genoemd blijft, is niet in beeld. Ik begrijp de uitslag van de verkiezingen en vind me in de analyse van Jelmer Mommers in De Correspondent: "De les van de BBB-zege: de kiezer is klaar met móéten. Laat de politiek gaan over wat we wíllen".
#1 Wouter, je stelt terecht dat de focus op zelfmoord de aandacht weghaalt bij verschijnselen tussen mentaal ongemak en psychisch lijden. Ook terecht kaart je aan dat er grote verschillen zijn in copinggedrag tussen boeren onderling. Om die reden besteed het Taboer-programma aandacht aan zowel preventie ( voorlichting en training gericht op weerbaarheid en openheid om te vragen naar en te spreken over mentale gezondheid, gevoelens en belevingen, vooral voor mannen) als aan hulpverlening. Toch denk ik ook dat aandacht voor de structurele aspecten op z'n plaats is. Zijn er bedrukkende of ziekmakende aspecten aan de huidige wijze van landbouwbeoefening? In mijn visie, ik beroep me daarbij op John Berger die de ambivalentie van boeren duidt als gevolg van de spanning tussen vooruitgangscultuur (lees Verlichtingsdenken en vrije-markt-denken) en overlevingscultuur, de betrokkenheid bij leven, groei, bloei, dood en de dominate presentie van het gezinsbedrijf zijn er een aantal met het familiebedrijvensysteem verbonden aspecten van belang. Geestelijke gezondheidszorg heeft nog steeds een blinde vlek voor contextfactoren.
Hulpverlening, preventie, voorlichting en scholing en politiek/maatschappelijke vraagstukken adresseren moeten hand in hand gaan.
Vorige week promoveerde Nienke Slagboom aan de universiteit van Leiden op het proefschrift 'Turning the tide: countering syndemic vulnerability in a Dutch fisherman community'. Ze onderzocht de intergenerationele aspecten van gezondheid in vissersfamilies in Katwijk. Een van haar stellingen was "To address population wide patters of poor health, start by treating the defects of a given society: "medicine is a social science, and politics is nothing but medicine on a grand scale". (adapted from David Mc. Queen 1989) " .
Boeren is een manier van leven waarin je keihard getraind wordt om te leren omgaan met tegenslagen. De risicoperceptie wisselt per mens maar training in de boerenpraktijk en ook opgegroeid of werkzaam in een boeren- of ondernemerscultuur helpt je om niet direct tot het sterk risicomijdende en stressgevoeligste deel van de bevolking te horen. Maar net als overal is ongeacht je eigen wereldje de mensheid een mix van mensen die sterk risicomijdend en in hun aard gevoeliger voor tegenslag zijn en mensen die beter kunnen omgaan met risico's, stress en onzekerheid. Ik zie boeren die deze crisis emotioneel goed doorstaan en boeren die er heel zwaar onder lijden, zonder daarbij iemand te veroordelen want je bent zoals je bent en hoe je ook geboren bent.
Toch zijn boeren wel een risicogroep voor psychisch-sociale problemen. Je ziet toch wel veel mannen in een vrij traditionele (groeps)cultuur die moeilijk over hun emoties praten en delen. Als iets goed gaat dan vertellen ze vol het trots maar als er problemen zijn dan trekken ze zich terug. Veel minder als in een baan in een team met teamoverleg en een manager, trek je het als boer veel meer alleen. Waar het in sommige kringen het bijna hip is om een eigen coach, therapeut of praatsessies te hebben, rust in de landbouw veel meer een taboe daarop en is het soms iets meer voor "losers". Een goede familieband, steun in je geloofsgemeenschap, veel contacten buiten direct je eigen kring of zoals Taboer hulp van een hulpverlener helpen dan wel. Een dagje met de trekker naar Den Haag of Stroe waar je met lotgenoten actie voert tegen gemeenschappelijke vijanden als Tsjeerd de Groot helpt ook. De emoties was voor de hele wereld zichtbaar en dat was goed. Terwijl dat bijvoorbeeld bij de toeslagouders zonder trekkeracties in een veel later fase en te laat voor het grote publiek zichtbaar werd. Dat vond ik één van de grootste voordelen van de boerenacties mits het niet tot een te sterk groepsdenken van slachtoffers leidt. Uiteindelijk helpt de slachtofferrol niet en ben je altijd nog de regisseur van je eigen leven, hebben ze me ook moeten leren.
Boekentips: Tim Overdiek en Wim van Lent, Als de man verliest of landbouwspecifieker Lizzy van Leeuwen, De hanenbalken (mits onderwerp suïcide voor je niet te zwaar is)
Ik denk dat boeren als geen ander zeer goed kunnen omgaan met tegenslagen. Anders houd je het niet vol.
Mijn ervaring is dat melkveehouden een voortdurende stroom aan onverwachte gebeurtenissen is en het nog steeds onduidelijk is of wij het leven van de koeien bepalen of andersom. Altijd wat: machine stuk, onverwachte afkalving, uitgebroken kudde, onverwachte landbouwcontrole, regen terwijl je net wilt hooien, een hagelbui die een oogst verpulverd, een tergende droogte die ervoor zorgt dat er te weinig voer is om de winter door te komen, etc.
Het gevoel dat het allemaal op een mislukking uit kan lopen is altijd sterk aanwezig en samen met de gevolgen van klimaatverandering, wisselvallige landbouwprijzen/subsidies, veranderende wetgeving en maatschappelijke druk die het voortbestaan van de veehouderij steeds verder in twijfel trekt, zorgt dit voor een voortdurende dreiging van een onzekere toekomst.
Het boerenleven blijkt vooral een grote oefening te zijn in je te verhouden tot die onzekerheid. Een balans vinden tussen vals optimisme en vals pessimisme. Niet verlammen maar verantwoordelijkheid nemen wanneer het moet. Toegevend zijn wanneer het niet volgens plan gaat en open blijven staan voor veranderingen. Proberen onderscheid te maken tussen waar invloed op is uit te oefenen en wat buiten het vermogen ligt.
Ik denk dat de psychische flexibiliteit van boeren voortdurend op proef wordt gesteld en daardoor best groot is maar er ook een grens is aan die weerbaarheid en dat in Nederland de rek er voor veel boeren uit is.
Toen ik 19 jaar geleden emigreerde naar Frankrijk stuurde een goede vriend mij een krantenknipsel toe waarin een onderzoek werd aangehaald dat melkveehouders tot de gelukkigsten van de Nederlandse beroepsbevolking hoorden.
Hoe anders is het nu. Nu krijg ik met regelmaat berichtjes van boeren met de vraag hoe het is om in Frankrijk een bedrijf te hebben. Zien het niet meer zitten in Nederland, en willen vertrekken zodra ze kunnen. Dit zijn boeren die nog hoop zien en zoeken naar oplossingen maar ik kan mij ook voorstellen dat er velen wanhopig zijn en de actie Taboer het verschil kan maken. Goed initiatief maar treurig dat het nodig is.