Dat denkt primatoloog Carel van Schaik. Hij las de Bijbel als het verhaal van een tot cultuur genegen apengemeenschap die van jagen en verzamelen overgaat op boeren.
Voor NRC Handelsblad sprak wetenschapsjournalist Hendrik Spiering met orang-oetankenner Carel van Schaik.
Van Schaik las de Bijbel door zijn ogen als antropoloog die gevormd wordt door zijn kennis van de ontwikkelde gemeenschapsvormen die hij ontdekte bij orang-oetans. Volgens Van Schaik beschrijft de Bijbel de overgang van de mens vanuit zijn relaxte natuurlijke habitat - het paradijs - naar de harde en geweldadige landbouwsamenleving waarin recht en orde moet worden gebracht als gevolg van het ontstaan van bezit.
De overgang dwong de mens om, vanuit evolutionair perspectief geteld, in heel korte tijd zijn totale manier van leven opnieuw uit te vinden. Daarom ging die overgang gepaard met veel onzekere afhankelijkheden en daardoor rampspoed. Van Schaik gaat uit van de gedachte dat de uitvinding van de landbouw in ons deel van de wereld zo'n 10.000 jaar geleden de mens als soort kwetsbaarder maakte.
'Jagers hebben geen machtige goden'
De landbouw zorgde voor nieuwe rampen die een veel grotere impact hadden dan de stormen of droogte die een natuurmens konden overkomen. Van Schaik: "Jagers-verzamelaars leven veel relaxter. Bij hen kwamen geen grote sterftes voor zoals wel bij landbouwers door misoogsten en besmettelijke ziektes die de boeren van hun vee kregen." Om de rampen te verklaren waren steeds machtiger en belangrijker goden nodig. Ook werden daarom de rituelen om ze te vriend te houden ingewikkelder. "Dat zie je allemaal terug in de bijbel, een echt landbouwverhaal. Jagers hebben geen machtige goden”, zegt van Schaik.
Om te controleren of Van Schaik en zijn medeschrijver journalist Kai Michel een steekhoudende hypothese hanteren, willen ze de overgang van het natuur- naar het cultuurleven van mensen verder onderzoeken in andere delen van de wereld. Ze hopen ook in China, India en Zuid-Amerika te ontdekken dat de rampspoed die ontstaat door een gecultiveerde manier van leven zorgt voor het ontstaan van godsdienst. Rampen zijn straffen van de goden. De goden worden bedacht door mensen die boer werden en zich onveilig voelden tegenover de nieuwe krachten waarmee ze experimenteerden. Met rituelen probeerden ze hun uitvindingen zo goed mogelijk te laten functioneren en regelden ze hun onderlinge relaties die niet meer door jagersrelaties werden bepaald, maar gebaseerd raakten op bezit en daaruit afgeleide macht.
Carel van Schaik en Kai Michel beschreven hun gedachten in Het oerboek van de mens; de evolutie en de bijbel dat wordt uitgegeven door Balans. Het boek kost €27,50.
Dit artikel afdrukken
Van Schaik las de Bijbel door zijn ogen als antropoloog die gevormd wordt door zijn kennis van de ontwikkelde gemeenschapsvormen die hij ontdekte bij orang-oetans. Volgens Van Schaik beschrijft de Bijbel de overgang van de mens vanuit zijn relaxte natuurlijke habitat - het paradijs - naar de harde en geweldadige landbouwsamenleving waarin recht en orde moet worden gebracht als gevolg van het ontstaan van bezit.
De overgang dwong de mens om, vanuit evolutionair perspectief geteld, in heel korte tijd zijn totale manier van leven opnieuw uit te vinden. Daarom ging die overgang gepaard met veel onzekere afhankelijkheden en daardoor rampspoed. Van Schaik gaat uit van de gedachte dat de uitvinding van de landbouw in ons deel van de wereld zo'n 10.000 jaar geleden de mens als soort kwetsbaarder maakte.
'Jagers hebben geen machtige goden'
De landbouw zorgde voor nieuwe rampen die een veel grotere impact hadden dan de stormen of droogte die een natuurmens konden overkomen. Van Schaik: "Jagers-verzamelaars leven veel relaxter. Bij hen kwamen geen grote sterftes voor zoals wel bij landbouwers door misoogsten en besmettelijke ziektes die de boeren van hun vee kregen." Om de rampen te verklaren waren steeds machtiger en belangrijker goden nodig. Ook werden daarom de rituelen om ze te vriend te houden ingewikkelder. "Dat zie je allemaal terug in de bijbel, een echt landbouwverhaal. Jagers hebben geen machtige goden”, zegt van Schaik.
Om te controleren of Van Schaik en zijn medeschrijver journalist Kai Michel een steekhoudende hypothese hanteren, willen ze de overgang van het natuur- naar het cultuurleven van mensen verder onderzoeken in andere delen van de wereld. Ze hopen ook in China, India en Zuid-Amerika te ontdekken dat de rampspoed die ontstaat door een gecultiveerde manier van leven zorgt voor het ontstaan van godsdienst. Rampen zijn straffen van de goden. De goden worden bedacht door mensen die boer werden en zich onveilig voelden tegenover de nieuwe krachten waarmee ze experimenteerden. Met rituelen probeerden ze hun uitvindingen zo goed mogelijk te laten functioneren en regelden ze hun onderlinge relaties die niet meer door jagersrelaties werden bepaald, maar gebaseerd raakten op bezit en daaruit afgeleide macht.
Carel van Schaik en Kai Michel beschreven hun gedachten in Het oerboek van de mens; de evolutie en de bijbel dat wordt uitgegeven door Balans. Het boek kost €27,50.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Zit hier jaren nadien nog te reageren, maar wellicht dat toch iemand het nog leest, Yuval Noah Harari komt in zijn veel geprezen, interessante boek, Sapiens, tot dezelfde conclusie als van Schaik, namelijk dat religies pas belangrijk werden nadat men tot de landbouw overging en meer mensen bij elkaar gingen wonen, de samenleving complexer werd en er een samenbindend verhaal nodig was.
Misschien hadden zij wel dezelfde bron?
Die "relaxte natuurlijke habitat" voor de introductie van de landbouw bestond helemaal niet. Hij was juist wreed, maar daar deden 'we' niet moeilijk over. Totdat we (gelijk aan god) gingen splitsen in goed en kwaad. Dan krijg je kennis van het goede dat je wilt en het zondige dat je doet. Gevolg schaamte. Da's het lijden.
Zo zie je maar weer dat ieder zijn geheel eigen discours heeft, en vandaaruit zijn blik richt en zijn ideeen koestert (Piet H. die overal snijmaïs en voederbieten ziet bijv.) En de zaken om hem heen oppikt en van betekenis voorziet. Sorry Dick, als jouw rode draad van dit draadje op law & order neerkomt, is mijn perspectief zo ongeveer 180 graden andersom, dat van mij: God is nog lang niet dood! Maar ik vond het wel zinnige en aardige discussies (en jij dus ook, #78) (ondanks het onvermijdelijke uitwaaieren in off topic meanders op het laatst, ongeveer vanaf #50).
Nou Dick, ik zou de door god gegeven voedselwetten niet als heidens of animistisch bestempelen. En navolging ervan zou het einde der tijden minder bespoedigen dan de huidige strijd om het recht op overproductie met de bijbehorende overconsumptie.
Van God tot Taksi! Ik geloof dat deze draad óf het einde der tijden inleidt óf volkomen heidens en animistisch is geworden. Ik zou er maar een punt achter zetten.
Wie er later invalt, begin bij #1. Het is een lezenswaardig draadje door de verscheidenheid aan perspectieven met toch een duidelijke rode draad: bezit vraagt law & order.