Maar uit recentere onderzoeken zou blijken dat waterstof in de oceanen niet representatief is voor al het water op aarde, suggereert een Amerikaans team van wetenschappers in het Journal of Geophysical Research: Planets. In stalen van diep binnenin de aarde, op de overgang van de aardkern naar de aardmantel, komt waterstof voor met een veel lager deuteriumgehalte. "Dat betekent dat dit waterstof mogelijk niet van planetoïden afkomstig is", zegt co-auteur Steven Desch in De Morgen.
Op grond van dit verschil ontwikkelden de onderzoekers een nieuw theoretisch model voor de vorming van de aarde. Miljarden jaren geleden, toen de zonnenevel nog rond de zich vormende zon dwarrelde, zouden grote planetoïden met een overvloed aan water zich al botsend en klonterend tot planeten ontwikkeld hebben. Edelgassen, waterstof en andere gassen uit de zonnenevel zouden door zo'n planeet aangetrokken zijn en daar een atmosfeer vormen. Waterstof uit de zonnenevel - met minder deuterium - werd naar de kern van de jonge planeet gezogen. Het zwaardere waterstof, met meer deuterium, bleef meer aan de oppervlakte, in wat uiteindelijk de aardmantel werd. “Voor elke 100 moleculen water zijn er 1 of 2 afkomstig van de zonnenevel”, berekenden de onderzoekers op basis van hun model.
Het model biedt nieuwe perspectieven op de ontwikkeling van andere planeten en mogelijk leven elders in het heelal. Ook planeten die geen planetoïdenstelsel met water in hun buurt hebben, kunnen water uit de zonnenevel in hun eigen systeem opgenomen hebben.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog