De consument vindt moeilijk zijn weg in de streekproducten, boerderijproducten, producten met beschermde oorsprong en andere symbolen van gedifferentieerde kwaliteit. Met uitzondering van het bio-label, dat een objectieve en gecontroleerde garantie biedt, garanderen de meerderheid van de kwaliteitssymbolen slechts gedeeltelijk bepaalde voordelen. Het gevolg is dat het geheel van kwaliteitssymbolen aan geloofwaardigheid verliest, aldus het Belgische Onderzoeks- en informatiecentrum van de verbruikersorganisaties (OIVO).
Op enkele zeldzame uitzonderingen na blijft het voordeelaspect van de bestudeerde benamingen wazig voor de consumenten. Het is moeilijk voor hen om de specificiteit van het aanbod met deze kwaliteitssymbolen te zien. Dat komt mede doordat er zoveel kwaliteitssymbolen zijn en ze vaak zelfafgekondigd zijn.
Met uitzondering van de biologische producten, die 70% van de consumenten kennen, genieten de kwaliteitsbenamingen niet veel bekendheid. De consumenten geven blijk van een verwarde en onsamenhangende kennis van die kwaliteitssymbolen.
Het ontbreken van wetgeving en het teruggrijpen naar niet-gecertificeerde en niet-gecontroleerde benamingen voor wat betreft de streekproducten, boerderijproducten, de slechte kennis van de Europese symbolen en de aard van de daarmee geassocieerde controles, het gebruik van weinig herkenbare logo’s, de massa symbolen zijn allemaal elementen die verwarring scheppen onder de consumenten en elk enigszins geloofwaardig houvast tenietdoen, stelt OVIO.
bron: OIVO
Dit artikel afdrukken
Met uitzondering van de biologische producten, die 70% van de consumenten kennen, genieten de kwaliteitsbenamingen niet veel bekendheid. De consumenten geven blijk van een verwarde en onsamenhangende kennis van die kwaliteitssymbolen.
Het ontbreken van wetgeving en het teruggrijpen naar niet-gecertificeerde en niet-gecontroleerde benamingen voor wat betreft de streekproducten, boerderijproducten, de slechte kennis van de Europese symbolen en de aard van de daarmee geassocieerde controles, het gebruik van weinig herkenbare logo’s, de massa symbolen zijn allemaal elementen die verwarring scheppen onder de consumenten en elk enigszins geloofwaardig houvast tenietdoen, stelt OVIO.
bron: OIVO
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Kwaliteit en Fairtrade.
Ik begrijp het niet. Er komen ook Chiquita-bananen van kleinschalige boeren, hoor. Net zoals koffie.
Via bovenstaande ‘koffietracer’ kunt u nu ontdekken wie de koffieboeren zijn die de koffie voor uw bedrijf of organisatie hebben verbouwd. De koffiebonen uit Good Origin zijn dus te herleiden naar de plantages waarop de koffie is verbouwd. Dit heet ‘traceability’ en dat is een belangrijke duurzaamheids-eis. Selecteer hiervoor het koffiesysteem en de houdbaarheidsdatum van de verpakking.
--> Komt va nde website van Douwe Egberts.
Belg vindt fair trade niet altijd geloofwaardig, stond pas in de Vlaamse kranten.
http://www.hln.be/hlns/cache/det/art_442356.html?wt.bron=detailArt
Maar als je dan het artikel leest, valt het dan wel weer best mee.
De oplossing is branding: het structureel koppelen va neen symbool aan een beperkt aantal relevante kwaliteiten. Zo dan?
"Oxfam erg goed bezig"
Zij kopen het liefst ethisch verantwoorde producten van een fabrikantenmerk met een internationaal erkend label, waarbij er op de verpakking meer uitleg wordt gegeven. Bovendien willen ze die producten in de supermarkt kunnen kopen, in hetzelfde rek als de niet-ethische producten. "In die zin is Oxfam erg goed bezig. Het is een gereputeerd internationaal merk dat je in alle grote distributieketens terugvindt", illustreert De Pelsmacker. Voor de wereldwinkels en labels als Max Havelaar ziet De Pelsmacker minder groeipotentieel. (belga/hln)"
Of toch maar een "echt" merk?
Costa Rica is een belangrijk bananenland. Aan de kust van de Stille Oceaan bouwde de multinational Chiquita sinds de jaren ‘20 een gigantische bananenindustrie uit, inclusief een indrukwekkende infrastructuur. Chiquita verschafte werk aan duizenden mensen. Maar dat veranderde in de jaren ‘80, toen de gronden ziek en uitgeput geraakten en de productie niet meer rendabel was. Bovendien was het transport van de bananen naar Europa vrij duur geworden, omdat de schepen tolgeld moesten betalen om door het Panamakanaal te sluipen. Chiquita verlegde haar productie naar de andere kant van het land: de kust van de Atlantische Oceaan. De bananenstreek in het westen van Costa Rica werd een sociaal kerkhof. Enkele werkloze bananenarbeiders bleven echter niet bij de pakken zitten en vormden de coöperatie Coopetrabasur. Omdat de gronden waarop ze zovele jaren hadden gewroet staatseigendom gebleven waren, konden ze deze dankzij een speciale wet verwerven; in totaal meer dan 300 ha bananenplantages. Coopetrabasur is een coöperatie in de klassieke betekenis. De gronden en de infrastructuur zijn gemeenschappelijk en ondeelbaar bezit van alle leden. Geen enkel lid werkt buiten de groep. Beslissingen worden gezamenlijk genomen. Elke werknemer is wettelijk ingeschreven. Voor iedereen wordt sociale zekerheid betaald. Er zijn uitgebreide medische voorzieningen. Alle werknemers krijgen gratis huisvesting, gratis elektriciteit en gratis water. Het loon ligt een eind boven het door de overheid vastgestelde minimum. Sinds Coopetrabasur bananen levert aan Oxfam-Wereldwinkels en andere eerlijke-handelsorganisaties is een groot milieuplan uitgewerkt, dat op termijn een duurzame productie moet garanderen.
Wouter, we worden het deze week toch nog eens: De oplossing is branding: het structureel koppelen van een symbool aan een beperkt aantal relevante kwaliteiten.
Ik ben bang dat je daar volkomen gelijk hebt.
Het aantal symbolen maakt niet uit. Confronteer een willekeurige Nederlander met een Mercedes-ster en hij zal zeggen: "Duits, Kwaliteit." Dit komt doordat ze constant goede auto's maken met een Duitse, zakelijke uitstraling. Of ga in een auto zitten met een kind en kijk wat er gebeurt wanneer er een McDonald's teken in het landschap verschijnt. De mens is heel erg goed in symbolen.
Wat bij streekaanduidingen mist is een constante waarborg van kwaliteit zoals bij Mercedes, bij Fair Trade is de kwaliteit volkomen mistig en de consument snapt het niet wanneer kleinschalige boeren matige kwaliteit leveren. Bij Bio had de onderzoeker door moeten vragen. Daar snapt Jan met de pet in feite ook niets van.
De oplossing is branding: het structureel koppelen van een symbool aan een beperkt aantal relevante kwaliteiten.
Goh, dit is echt zaterdagnieuws.