De hoge brandstofprijs bleek ook in 2022 de belangrijkste factor voor het verlies van €12 miljoen in de kottervisserij. Hoewel de gemiddelde gasolieprijs de eerste helft van dit jaar met 17% daalde ten opzichte van 2022, was de prijs vorig jaar al met 100% gestegen. Alternatieve of zuinigere visserijmethoden zijn er op dit moment niet en innovatie kost tijd.

Bijna alle vistechnieken waren in 2022 verliesgevend: boomkor op platvis leed €4 miljoen verlies, de garnalenvisserij maakte €7 miljoen verlies. Alleen de flyshootvisserij (op mul en inktvis) haalde een positief resultaat van €1 miljoen. In de voorgaande jaren 2019, 2020 en 2021 waren de resultaten nog positief, respectievelijk €9, €5 en €4 miljoen euro.

Visserij in Cijfers
De cijfers uit het jaarlijkse rapportage Visserij in Cijfers van Wageningen Economic Research stemmen weinig vrolijk. De Nederlandse kotters voeren vorig jaar 16% minder uit dan in 2021. Een trend die zich het eerste half jaar van 2023 voortzet, met een 11% lagere inzet van kotters.

De totale aanvoer van vis en garnalen liep met 12% (2,2 miljoen kg) terug ten opzichte van een jaar eerder. Het totaal volume vis en garnalen kwam uit op bijna 16 miljoen kilo tegenover iets meer dan 18 miljoen kilo in het eerste half jaar van 2022. Al die vis samen bracht €82,5 miljoen op; in 2022 was dit nog €95,5 miljoen.

De teruggang in inzet is deels te verklaren doordat een groot aantal platviskotters dit jaar niet meer heeft gevist. Schippers voeren niet uit omdat de visserij niet rendabel was of omdat er gewacht werd op de afwikkeling van de in 2022 ingezette saneringsregeling om de kotter naar de sloop te brengen. Inmiddels zijn de saneringsaanvragen van 54 kotters goedgekeurd.

Visprijzen
De gemiddelde prijs van garnalen daalde begin dit jaar, net als de aanvoer. Garnalenvissers moeten aantoonbaar en binnen afzienbare tijd binnen de bepaalde stikstofnormen blijven om nog een vergunning vanuit de Wet natuurbescherming te kunnen krijgen. Zo'n vergunning is nodig om te mogen vissen in Natura 2000-gebieden langs de kust en in de Waddenzee.

De prijzen voor vis op de visafslagen gingen juist omhoog. Op de visafslagen waren de gemiddelde prijzen voor tong, schol en inktvis respectievelijk €17,28 (+17%), €2,75 (+5%) en €12,02 (+16%). De prijs voor mul daalde naar €7,82 (-15%).

Er dreigt daarmee een vicieuze cirkel te ontstaan: minder kotters brengen minder vis aan wal waardoor Noordzeevis niet langer de dominante grondstof voor visverwerkende en handelsbedrijven is en bedrijven uitwijken naar importvis
Importvis in plaats van Noordzeevis
De teruglopende aanvoer van vis uit de Noordzee is een bron van zorg. Dit dwingt visafslagen en handels- en verwerkingsbedrijven die afhankelijk zijn van Noordzeevis om alternatieve grondstoffen te zoeken zodat zij vis kunnen blijven verwerken en verhandelen. Die vis komt dan niet meer uit de Noordzee, maar wordt geïmporteerd. Er dreigt daarmee een vicieuze cirkel te ontstaan: minder kotters brengen minder vis aan wal waardoor Noordzeevis niet langer de dominante grondstof voor visverwerkende en handelsbedrijven is en bedrijven uitwijken naar importvis. Bijkomend risico is dat Nederland wél investeert in het verduurzamen van de visserijvloot, maar dat de capaciteit van de verwerkende keten afneemt. Mochten dan de vangsten in de toekomst weer toenemen, dan is efficiënte verwerking van verse Noordzeevis niet meer mogelijk in Nederland. Nederlandse visgronden kunnen dan verpacht worden aan vissers uit andere landen die de vis ook elders zullen aanlanden. Nederlandse vis zal dan bijvoorbeeld verwerkt gaan worden in Denemarken en met Deense exportstroom worden verhandeld. Nederland zal in die situatie importeren vanuit het internationale aanbod.

Daar passen de Nederlandse visverwerkings-en handelsbedrijven dan wel weer een mouw aan. Ondanks de dalende aanvoer van verse Noordzeevis wisten de visverwerkers afgelopen jaar toch groei te realiseren. Ze stapten over op visproducten zoals gekweekte zalm uit Noorwegen, witvis zoals kabeljauw uit IJsland en gekweekte tropische garnalen uit Azië. De import van vis nam in volume toe met 1% (1,1 miljard kg), vooral uit niet-EU-landen. De totale importwaarde nam met 22% toe tot €5,1 miljard in 2021-2022, met name doordat vis duurder is geworden en er meer premium producten zoals zalm en garnalen voor verwerking en handel worden ingevoerd. Import van vis uit niet-EU-landen steeg in 2022 tot 58% van de totale importwaarde. Door deze ontwikkelingen wordt Nederland steeds afhankelijker van vis uit niet EU-landen en daarmee kwetsbaarder.

Export
De export van vis vanuit Nederland groeide over 2022 door tot een waarde van €6,3 miljard (+19% ten opzichte van 2021). Van de export aan vis, schaal-en schelpdieren (in euro) was 80% bestemd voor de interne EU-markt. De top-5 belangrijkste afnemers (in euro) van visproducten uit Nederland waren Duitsland, Frankrijk, België, Spanje en Italië. Voor diepgevroren pelagische vis (vaktaal voor niet voor de kust gevangen vis) zoals haring, makreel, horsmakreel en blauwe wijting zijn met name Nigeria en Egypte belangrijke afzetlanden.

Wordt vis te duur?
Het gevolg van al deze ontwikkelingen is dat vis duurder wordt. Ook kweekvis ontkomt niet aan die trend, doordat het voer voor de viskweek (wildgevangen vis, soja en andere plantaardige bestanddelen) duurder is geworden. Leg dat naast de mondiale stijgende vraag naar vis, de gestegen energiekosten en inflatie en het einde van de prijsstijgingen is nog niet in zicht. Uiteindelijk zou deze prijsspiraal supermarkten en consumenten ertoe kunnen bewegen voor alternatieve eiwitbronnen te kiezen, zoals kip in plaats van vis.
Dit artikel afdrukken