Deze donderdag opende bij VEG-i-TEC aan de UGent-campus in Kortrijk de nieuwe pilot-frituurlijn waar bedrijven die friet maken nieuwe productiemethoden kunnen testen, zoals onder meer het coaten, bakken en ontvetten van aardappelproducten. De testlijn maakt onderdeel uit van de Belgian Fries Pilot, een innovatieve pilotinfrastructuur voor gefrituurde voedingsproducten. In eerste instantie focust het project op de aardappelverwerkende industrie, maar ook nieuwe technieken voor groenten, vlees- en visproducten kunnen in het onderzoekslab getest worden. Met de installatie van de proeffrituurlijn kan de huidige testfaciliteit van laboratorium naar industriële schaal worden gebracht.

De nieuwe frituurlijn is een uitbreiding van het living lab VEG-i-TEC, het onderzoekscentrum voor groente- en aardappelverwerkende bedrijven die hun productieprocessen willen innoveren en optimaliseren. De lijn is een aanvulling op reeds bestaande pilootlijnen in het onderzoekscentrum waaronder die voor het blancheren en invriezen, evenals de snij-, was- en verpakkingslijn. Binnen de piloothal bevindt zich bovendien geavanceerde pilootapparatuur voor waterbehandeling, en er wordt geïnvesteerd in technologieën die het energiemanagement van verschillende processen meten.

Leidende positie België
"De moderne testlijnen benadrukken de ambitie voor innovatie en efficiëntie in de productieprocessen van de Belgian Fries Pilot", klinkt het. Het totale kostenplaatje bedraagt zo’n 700.000 euro. De investering moet de leidende positie van België op het gebied van aardappelverwerking versterken en lokaal verankeren.

Het initiatief gaat uit van Flanders’ FOOD, het innovatieplatform voor de Vlaamse agrovoedingsindustrie. “De beschikbaarheid van deze frituur- en bakinstallaties zullen onze aardappel- en groenteverwerkers uitdagen om ook hun grenzen te verleggen. Voor bedrijven die toeleveren aan de sector biedt de infrastructuur mogelijkheden om hun innovaties op vlak van vetten en oliën te demonstreren aan vele verschillende kleine en grotere voedingsbedrijven", vertelt Inge Arents van Flanders’ FOOD.

Deze investering is goed voor onze economie, maar ook voor de landbouwers die verzekerd zijn van de afzet van hun aardappelen

“Onze frietjes zijn overal in de wereld gekend. Onze aardappelverwerking is sterk gegroeid, we verwerken in België nu al meer dan zes miljoen ton per jaar”, vertelt Vlaams minister van Economie, Innovatie en Landbouw Jo Brouns (cd&v), die 140.000 euro in het project investeert. “Dit toont het belang aan voor onze economie. Met dit project in de regio van de aardappelverwerkers kunnen we verder onderzoek doen om de Belgische friet via innovatie nog lekkerder, gezonder en duurzamer te maken. Dat is goed voor onze economie, maar ook voor de landbouwers die verzekerd zijn van de afzet van hun aardappelen.”

Het project kreeg financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO Vlaanderen), VLAIO (Agentschap Innoveren & Ondernemen), Provincie West-Vlaanderen, Huis van de Voeding, Belgapom, Vandemoortele, Universiteit Gent en Flanders’ FOOD.

Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en VILT.
Dit artikel afdrukken