Leden van Extinction Rebellion protesteerden afgelopen donderdag naakt bij de opening van de 75-jarige Keukenhof. Ook deelden de protesteerders biologische bloembollen uit. Dat deden ze zeker niet onterecht.

De bollenteelt steekt in de landbouw boven alle andere landbouwsectoren uit waar het gaat om het gebruik van gewasbescherming. Volgens XR worden de veiligheidsnormen op veel plekken overschreden. De organisatie stelt dat de overheid faalt om mens en natuur te beschermen. De naleving van de regels is aan de beterende hand, maar de teelt is moeilijk milieuvriendelijk te krijgen. Daar komt nog eens bij dat de bollen in ieder geval medeverantwoordelijk mogen worden gehouden voor de verspreiding van de inmiddels in ons land levensbedreigend geworden schimmel Aspergillus fumigatus. Onze overheid is zich daar terdege van bewust. Het gevaar is ontstaan door het gebruik van azolen die vooral in de bollenteelt worden ingezet tegen andere schimmels. Ze veroorzaken echter resistentie bij de gemakkelijk muterende aspergillus fumigatus die ook bij bollenboeren huist. Mensen met een zwakke afweer kunnen er aan overlijden en staan er in Nederland dagelijks aan bloot via de lucht.

Imago
De vraag is of het verstandig is om in het kleine Nederland een pesticidenintensieve bloembollensector in de benen te houden. Omdat onze bollen een marktaandeel hebben van ongeveer 60% van de wereldproductie en Nederlandse handelsbedrijven 85% van de wereldhandel voor hun rekening nemen, is er echter niet zomaar een streep door te halen. Op 22.000 hectare, slechts 1,2% van het totale areaal, produceert Nederland jaarlijks 8,5 miljard bloembollen. Ondanks de beperkte omvang is de impact groot in zowel negatieve als positieve zin. Het molens-klompen-en-tulpen imago van Nederland is er op gebouwd. Die drie-eenheid onttakelen is ondenkbaar.

Het kan anders, zegt XR: doe het biologisch, een nog piepklein segment in de bollenbusiness. Dat hebben de actievoerders inmiddels goed begrepen: wees niet alleen ergens tegen, maar stel een eis die je gerealiseerd wilt zien. Wie alleen kruispunten en wegen bezet, wordt een lastpak zonder punt. De bollen mogen blijven, als ze maar biologisch worden.


Opvallend in de ogen van het publiek is dat XR nu opeens ook op het terrein van de landbouw actief blijkt, terwijl XR in Nederland met name bekend is van acties voor drastische vermindering van de CO2-uitstoot door de industrie en (lucht)vervoer. Niettemin gebruikt de organisatie internationaal al wat langer pesticiden in haar communicatie omdat, zoals deze jonge sympathieke Engelstalige XR protesteerder laat horen, "rond pesticiden alles zo mooi samenkomt".
Rond pesticiden komt alles zo mooi samen
Gif werkt communicatief sterk, want iedereen begrijpt meteen dat gif alles en iedereen doodt of minstens doodziek maakt, de aarde, het water, de bijen, de planten en de grote dieren waaronder ook wij. In Nederland zet XR een gifvrij-community op, die voor de herkenbaarheid nog wel met metaforen uit de fossiele wereld werkt. 'Sluit de gifkraan', zeggen de spandoeken met een knipoog naar Groningen. Logisch, want dat hoort bij het sterk antifossiel geconnoteerde merk XR.

Merkstrategieën
Dezelfde beweging naar aandacht voor landbouw laat ook klimaatorganisatie Urgenda inmiddels alweer enige jaren zien. Urgenda zette de toon met plannen en haar internationaal bekend geworden klimaatzaak tegen de staat om de uitstoot van CO2 25% onder het niveau van 1990 te krijgen. Nu mengt de organisatie zich nu - soms in samenwerking met Zembla - in acties om pesticidengebruik te verminderen. Daarnaast is Urgenda een drijvende kracht achter Caring Farmers. Landbouw is een hoofdterrein geworden voor Urgenda. Vergeleken met XR doet de organisatie aan brave acties met petities en brieven.

Naast XR en Urgenda is het Pesticide Action Network in de markt. Dat houdt zich bij zijn eigen leest en spreekt zich niet uit over klimaatzaken, gaat niet uit de kleren en plakt zich niet vast, maar zet veelal met succes en een goed gevoel voor drama schandalen in elkaar op basis van indrukwekkende cijfers die media graag overnemen. Hoe PAN dat doet en hoe soms het Voedingscentrum er weer aan te pas moet komen om mensen niet bang te maken voor het eten van fruit, legden we uit onder de titel overdrijf niet met gifcocktails op aardbeien en gevaarlijke appels voor kinderen.

Het gevaar is dus wel dat dit soort marketing by proxy maar half of nauwelijks doel treft in de vorm van effectieve maatregelen of innovaties
Het is gewoon reclame
Net als Unilever, Nestlé en P&G of AH, Jumbo en Lidl concurreren ook NGO's op heel verschillende manieren om jouw aandacht en geld om hun ding te kunnen doen. Meer nog, want het zijn merken die met communicatiestrategieën hun boodschap moeten laten opvallen en nieuwswaardig maken. Dat levert aandacht op die jou motiveert om hen geld te doneren of die bijvoorbeeld de Postcodeloterij laat besluiten om een NGO voortaan te helpen om impactreclame te maken voor biologisch op een manier die meer effect heeft dan de traditionele reclamecampagnes die het segment maar niet willen laten groeien.

De NGO-industrie is uiteindelijk gewoon 'reclame maken' voor veranderingen in de samenleving waar een groeimarkt van te maken is omdat een deel van het publiek er gevoelig voor is. Dat doen NGO's rond zaken waar het parlement en bedrijven zelf niet of onvoldoende uitkomen met een plan en business case. Rond bollen en azolen is dat rationeel gezien een prima zaak, maar over die kwalijke werking van azolen hebben ze het niet eens, omdat reclame simpel moet zijn. Het gevaar is dus wel dat dit soort marketing by proxy maar half of nauwelijks doel treft in de vorm van effectieve maatregelen of innovaties.
Dit artikel afdrukken