De leden van de Europese Volkspartij (EVP), de grootste partij binnen de EU waartoe het Nederlandse CDA en de Duitse CDU/CSU-combinatie behoren, uitten vorig jaar hun bezorgdheid over de impact van de dwingende algemene wet op de praktijk van boeren in de lidstaten. De doelstellingen zouden onhaalbaar zijn. Het protest leidde tot concessies op het gebied van ambitie en tijdlijnen. De belangrijkste concessie betreft het dwingende karakter van de wet.

Van 30% via 60% naar 90%
Van de 20% natuur die de lidstaten op hun territorium hebben, moeten zij tenminste 30% van de habitats die onder de nieuwe wet vallen (van bossen, graslanden en wetlands tot rivieren, meren en koraalbedden) tegen 2030 herstellen van een slechte naar een goede staat. Rond 2040 moet dat 60% zijn en in 2050 90%. In eerste instantie heeft de aanpak van de Natura 2000-gebieden prioriteit. Als gebieden eenmaal in een goede staat zijn, moeten EU-landen ervoor zorgen dat ze niet meer significant verslechteren. De lidstaten moeten nationale herstelplannen maken waarin ze uiteenzetten hoe ze van plan zijn de gestelde doelen te realiseren.

Noodstop-clausule
Gisteren riep de EVP onverwacht de liberale parlementsleden op om tegen de wet te stemmen. Dat lukte niet. De vorig jaar al afgezwakte wetsvoorstellen werden nu in hun definitieve vorm aangenomen door het Europees Parlement met 329 stemmen voor en 275 tegen. Met name de Spaanse centrum-linkse Sociaaldemocraten en de Duitse Groenen verwelkomen de stemming als een overwinning voor natuurbehoud en een dam tegen de conservatieve partijen. De wet wist te overleven dankzij de steun van een verdeelde liberale fractie en Ierse centrum-rechtse parlementsleden die individueel afweken van hun partijlijn.

De Natuurherstelwet biedt Nederland dan ook de mogelijkheid om een echt en meer empirisch te onderbouwen natuurbeleidsplan op te stellen
Toch kreeg de EVP afgelopen najaar al de nodige afzwakkingen voor elkaar uit sympathie voor de boeren, zorgen over Europese voedselproductie en zorgen over alweer nieuwe regelspaghetti. Een belangrijke concessie aan de EVP was de opname van een "noodstop"-clausule die het mogelijk maakt doelen voor agrarische ecosystemen onder uitzonderlijke omstandigheden op te schorten.

De Natuurherstelwet beoogt het herstel van soortenpopulaties door het verbeteren en uitbreiden van hun habitats, met specifieke doelen voor verschillende ecosystemen, waaronder een toename van bestuivers, herstel van bos- en watergebieden, en het planten van drie miljard bomen in de EU.

Nu de Europese Raad nog
Helemaal definitief is de wet nog niet. De Europese Raad (lidstaten) moet nog zijn formele goedkeuring geven. Als die wordt gegeven, verschijnt de wet in het EU Official Journal en wordt die 20 dagen later van kracht. Met de afzonderlijke lidstaten moeten vervolgens gedetailleerde implementatieplannen worden opgesteld. Nederland heeft tot op heden nauwelijks meer dan stikstofnormen voor natuurbeleid.

Over de praktische relatie van die stikstofnormen tot daadwerkelijke natuurverbetering is veel discussie omdat er geen empirisch bewijs voor is. Bovendien is de hoeveelheid geld die volgens spreadsheet-berekeningen nodig is zo exorbitant (meer dan de €58 miljard die de provincies vragen) is dat zelfs natuurminnende liberale minister Van der Wal daar nog niet de helft van ter beschikking wil stellen. De Natuurherstelwet biedt Nederland dan ook de mogelijkheid om een echt en meer empirisch te onderbouwen natuurbeleidsplan op te stellen.

Relletje

In Nederland ontstond een relletje over de Natuurherstelwet omdat minister Van der Wal een rapportage over de effecten van de Natuurherstelwet niet deelde. Vlaanderen maakte een dergelijke analyse al wel en concludeerde dat de Natuurherstelwet kan leiden tot een vergunningstop. Daar zorgde in Nederland tot op heden het onfortuinlijke stikstofbeleid voor.

De Telegraaf citeert een waarschuwing aan de Vlaamse regering: "De juridische impact van de Natuurherstelwet is groter dan bij de Vogel- en Habitatrichtlijn. De jurisprudentie zal een onmiddellijke impact hebben op het afsluiten van nieuwe vergunningen die noodzakelijk zijn om vernieuwing, uitbreiding of innovatie mogelijk te maken.”

Dit artikel afdrukken