De onderzoekers gebruikten een even eenvoudige als ingenieuze meetmethodiek. Ze doken de boeken in. Om precies te zijn de logboeken van wetenschappelijke plankton-expedities.

Tussen 1957 en 2016 hebben onderzoeksschepen meer dan 12 miljoen kilometer afgelegd met planktonrecorders: torpedovormige apparaten die achter het schip hangen en plankton (microscopisch kleine plantaardige en dierlijke organismen in het zeewater) opvangen. Als zo'n apparaat verstopt raakte of vastliep, werd het naar bovengehaald en schoongemaakt. In het logboek werd dan een aantekening gemaakt wat de oorzaak was. De eerste melding in 1957 betrof een visnet.

In de loop van de onderzochte 60 jaar is een toename te zien van het aantal vastgeraakte stukken plastic afval. Vanaf de jaren '90 neemt de hoeveel hinderlijke stukken plastic drastisch toe. Vanaf 2000 worden jaarlijks structureel 10 keer zoveel plasticstukken in de logboeken bijgeschreven als in de jaren '50, schrijft De Volkskrant.

Het aandeel vistuig - netten en lijnen - neemt het meest toe, tot 55% van het geregistreerde plastic. Volgens de onderzoekers hangt vistuig makkelijker aan de planktonrecorder dan ander plastic.

Zowel op landen-, NGO- als Europees niveau zijn maatregelen getroffen om vissers te stimuleren afgedankte netten terug aan land te brengen.
Dit artikel afdrukken