Verschillende grote concerns zeggen dat ze aan regeneratieve landbouw gaan doen om de aarde niet langer uit te putten. Geëngageerde groene nieuwsmedia als The Guardian en Mother Jones omarmen hun voornemens. De grote bedrijven kunnen immers het verschil maken als ze het menen.
De agronomen Jim Sumberg, Ken Giller en enkele van hun Nederlandse collega's zijn echter kritisch. Ze zeggen dat regeneratief boeren een woord zonder duidelijke inhoud is. Volgens hen zijn er geen boeren die hun land moedwillig uitwonen. Integendeel zelfs; in beginsel probeert iedere boer regeneratief te werken om zijn land zo goed mogelijk in conditie te houden. Het uitwonen van landbouwgrond - zoals onder meer in de Flevopolder - is eerder een economisch effect dat economische maatregelen vereist en weinig te maken heeft met inherent slechte landbouwpraktijken. Volgens critici als Sumberg zit het euvel in de combinatie van hoge productiviteitseisen en een lage waardering van de gevaren van hoge extractie. Economische druk van de keten op de boer dwingt de boer meer biomassa van de akker af te voeren dan hij weer kan aanvullen.

In beginsel probeert iedere boer regeneratief te werken om zijn land zo goed mogelijk in conditie te houden, maar de kostendruk gooit roet in het eten
Hoop in verrechtsende tijden
Wacht even, schreef hier Joost de Jong, regeneratief is een kreet die misschien deels loos is, maar dan wel eentje die bedrijven sneller laat verduurzamen dan zelfs een donkergroen publiek zich kan voorstellen. Regen Ag is de hoop in bange rechtse tijden waarin overheden het ontwikkelen van ondergrenzen nalaten, zei hij met zoveel woorden.

Het initiatief van McCain heeft in zijn eerste jaar meteen 34 aardappeltelers kunnen overtuigen. Samen verbouwen ze op meer dan 800 hectare aardappelen voor de frietfabriek. Volgend jaar moet hun aantal verdubbelt zijn. Uiteindelijk wil McCain alleen nog met regeneratieve boeren werken die het regeneratief potentieel op hun bedrijf - zand, zee- en riverklei - zo goed mogelijk benutten. Zijn de Canadezen van McCain de hoop van De Jong in Nederland?

Regeneratieve landbouw zegt zich te richten op het herstellen en versterken van de 'weerbaarheid' van de bodem, het verhogen van de biodiversiteit, en het verbeteren van de watercyclus. Het uiteindelijke doel is om een landbouwproductie te creëren die beter bestand is tegen klimaatverandering en tegelijkertijd de CO2-uitstoot vermindert. Dat zijn woorden die voor een argeloze burger mooi klinken, maar voor een ingewijde de vraag oproepen wat ze precies betekenen. Daarom is tot nu toe regeneratieve landbouw vooral een buzzword. Er is namelijk geen duidelijke definitie van 'regeneratieve landbouw'. Landbouw voert per definitie nutriënten en biomassa af in de vorm van gewas dat elders wordt uitgepoept en -geplast. Dat verlies moet weer worden aangevuld. Is dat al geen 'regeneratieve landbouw'? Ook weet iedere boer dat het onverstandig is om gang na gang hetzelfde gewas te telen op dezelfde akker. In wat een 'bouwplan' heet, wisselt hij teelten af. Dat kan gaan tot 5, 6 of zelfs nog meer verschillende teelten achter elkaar, terwijl een 'plankgas-boer' die het hoogste rendement uit zijn grond wil halen het soms tot 2 of 3 beperkt. Dat betekent dat er maar 1 of 2 verschillende teelten tussen 2 'rondjes' aardappelen zitten. Dat is een uitputtende vorm van landbouw, terwijl een grotere wisseling van teelten regeneratief mag heten.

Ook de boer die het hoogste rendement wil behalen, wil zijn akker zo goed mogelijk in conditie proberen te houden om die tot in lengte van jaren productief te houden. Grond is namelijk schaars en die verniel je daarom niet. In Nederland zijn akkers bovendien zo schaars dat de beste gronden op dit moment verkocht worden voor bedragen die ver boven de €200.000 uitstijgen; dat zijn uitgerekend de gronden waarop bij voorkeur aardappelen worden geteeld. In Nederland lag de gemiddelde prijs van een hectare vorig jaar rond de €80.000. Kwalitatief uitstekende akkers kosten bijv. in Frankrijk tussen €5.000 en €10.000 per hectare. Dat waardeverschil is het motief voor een Nederlandse boer om er zoveel mogelijk gewas af te halen: de kosten van de grond zijn immers gemakkelijk 10 tot 20 keer zo hoog als die van zijn concurrenten in andere landen.

Maar ondanks die grote waardeverschillen zal de naar een grotere oogst strevende Nederlandse boer zoveel mogelijk doen om zijn bodem niet uit te putten. De kritiek luidt dan ook dat beursgenoteerde bedrijven als McDonald's, Mondelēz, Nestlé en PepsiCo - die allemaal zeggen regeneratief te gaan - dat veel te makkelijk beweren. Ze zouden grondstoffen als wortels, bieten, kool en aardappelen van 'regeneratieve teelt' inkopen om hun imago op te krikken en meer voor hun consumentenproducten te kunnen vragen maar zonder daadwerkelijk verbeterende impact op het milieu en klimaat te maken. Is het regelrechte greenwashing gedreven door een marketingcultuur?

Rentekorting Rabobank
McCain beloont telers die aan regeneratieve landbouw doen met een premie van €5 per ton frites aardappelen die nu zo'n €300 opbrengt. In samenwerking met de Rabobank biedt die bovendien een rentekorting van 150 basispunten voor de aanschaf van onder meer machines die de bodem minder in laten klinken en andere apparatuur. McCain verdubbelt die korting nog eens. Dat scheelt de boer 3% aan rentekosten. Dit financiële steunpakket moet telers aanmoedigen om over te stappen op regeneratieve landbouwpraktijken met meer gewasdiversiteit, het minimaliseren van bodemberoering, het verhogen van het waterbergend vermogen en meer koolstofopslag in de akker met een zogeheten 'weerbare' akker als gevolg.

Inspannings- of resultaatsverplichting en wie draagt het risico?
Zijn akkerbouwers onder de indruk? "Dat hangt er nogal vanaf", zegt de jonge Groningse akkerbouwer Hilde Coolman. "Ik moet weten wat ik daar allemaal voor moet doen, of ik moet voldoen aan gestelde doelen en hoe die gemeten worden, of dat het uitvoeren van vastgestelde maatregelen voldoende is." Met die opmerking vat ze de hele discussie onder boeren over regeneratief werken samen.

Het succes van het programma hangt af van de economische haalbaarheid voor de telers. De premie van €5 euro per ton lijkt een stap in de goede richting, maar het is lastig om te beoordelen of een boer er de extra kosten en risico's mee kan dekken die gepaard gaan met de overgang naar regeneratieve praktijken.

“De grote vraag is of het pakket maatregelen dat een boer moet nemen om zich regeneratief te mogen noemen een inspannings- of resultaatverplichting is”, zegt plantenziektekundige en directeur van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) Aleid Dik. “Als boer loop je meer risico als je aan regeneratieve landbouw gaat doen. Stel je voor dat je vol goede moed begint aan de maatregelen en daarin investeert, maar je krijgt niet een meetbaar betere bodem, een hoger organische stofgehalte of meer biodiversiteit, krijg je dan nog wel je geld van McCain? Daar moet McCain duidelijk over zijn. De boeren zijn uiteindelijk degenen die moeten leveren.”

We moeten niet alleen kijken naar het verbeteren van de bodemkwaliteit, maar ook naar de bredere opgaven rond en buiten de akker
Rekenaar Keimpe van der Heide van de NAV maakt heel precieze sommen waarin hij alle kosten van een boer, zijn ondernemersrisico ten aanzien van de omvang en kwaliteit van de oogst en de en marktprijzen meeneemt. Hoeveel is die €5 per ton volgens hem waard? Hij doceert: “De productiekostprijs voor een kilo aardappelen ligt op ongeveer €0,28. McCain geeft daar €5 per ton extra voor. Dat komt dus neer op €0,005 per kilo aardappelen extra." Als je zo ook alle ondernemersrisico's incalculeert, krijgt de boer maar 1,8% meer voor zijn aardappelen als hij aan regeneratieve landbouw doet.

De NAV vindt de risico's van 'gewone' aardappeltelers te slecht gedekt door de marktprijzen. De vakbond pleit daarom voor marktregulering om de prijzen voor de boer te stutten. "In de bestaande markt kun je met die €5 euro maar beperkt uit de voeten. De boer loopt meer risico als hij overgaat op regeneratieve landbouw. Hij kan waarschijnlijk minder telen en heeft dus ook minder opbrengst. Voor ons blijft het de vraag of dit loont zonder aanvullende maatregelen van marktregulering.” Van der Heide pleit voor een nog breder perspectief. “Het lastige", zegt hij, "is dat de regeneratieve landbouw een klein deel is in het grotere geheel. We moeten niet alleen kijken naar het verbeteren van de bodemkwaliteit, maar ook naar de bredere opgaven rond en buiten de akker. Denk bijvoorbeeld aan biodiversiteit, waterkwaliteit, voedselzekerheid en een betaalbaar voedselpakket. Die thema’s moet je in samenhang bekijken. Zo kan iets wat goed is voor de bodemkwaliteit weer een negatief effect hebben op de rest van de pijlers. Er is dus een integrale aanpak nodig. Daar zijn wij met werkgroepen binnen de NAV mee bezig."

Is Van der Heide dan negatief over het initiatief van McCain en Rabobank? “Het is géén greenwashing", zegt hij. "Ik zie het meer als een eerste stap in de goede richting. We moeten ons met zijn allen gaan weren tegen klimaatverandering. Dit is de eerste stap die McCain zet. Eigenlijk is McCain hier bezig met het creëren van voedselzekerheid in de toekomst. Hoe beter de bodem voorbereid is op klimaatverandering, hoe groter de kans dat wij over 30 jaar nog steeds kunnen genieten van onze frietjes.”

Wat vraagt McCain van de boer?

Wie goed googled kan een Engelstalig document van McCain Global vinden. Het vermeldt duidelijk wat de indicatoren zijn waar een boer aan kan werken: beter bestand maken van de bodem, verbeterde gewasdiversiteit, minimale verstoring van de bodem, verminderde toxiciteit van pesticiden, grotere diversiteit van boerderijen en ecosystemen, geoptimaliseerd watergebruik en meer organische stof in de bodem. Per indicator zijn er meerdere levels, die per regio/land kunnen verschillen. Om een hoger level te bereiken, moet de boer aan steeds hogere randvoorwaarden voldoen, zoals bijvoorbeeld een rotatie van 4 verschillende gewassen na elkaar. Het hoogste niveau zullen niet alle boeren kunnen bereiken. Dat ligt niet aan hen, maar aan de plek waar ze boeren. Die kan er minder geschikt voor zijn, c.q. de maatregelen kunnen te duur uitpakken. Het getrapte systeem zorgt er echter wel voor dat een boer zo ver mogelijk kan komen op de regeneratieve ladder zodat landbouwbodems optimaal benut worden.

De 4 niveaus definieert McCain als volgt:

Onboarding
Op dit niveau moeten boeren hebben deelgenomen aan een McCain-training in regeneratieve landbouw, aan de vereisten voor ten minste één betrokkenheidsindicator van hun keuze hebben voldaan en een bodemgezondheidsbeoordeling hebben voltooid. Dat laatste is de basis voor meten van verbeteringen in bodemgezondheid.

Engaged
Boeren moeten een basisbeoordeling van de bodemgezondheid hebben uitgevoerd en ten minste vijf van een totaal van
zeven indicatoren hebben geïmplementeerd, inclusief bepaalde vereiste elementen (bijv. het beschermen van bodems en een hoge gewasdiversiteit).

Advanced
Boeren moeten vooruitgang hebben laten zien op elk van de indicatoren, inclusief het verhogen van het aantal geteelde gewassen en 5% van het niet als akkers gebruikte land inzetten als bron van natuurlijke diversiteit.

Leading
Het hoogste niveau omvat verhoogde bodembescherming, minimale grondbewerking, toename van organische stof in de bodem en 30% van de voedingsbehoeften van het aardappelgewas voorzien uit organische bronnen (planten/mest; geen kunstmest dus). Op dit niveau zouden telers de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 25% moeten kunnen verminderen.


We zijn aan het leren en hebben hoge ambities
Tijd om McCain zelf te vragen hoe het bedrijf naar regeneratieve landbouw kijkt. Ik bel via Teams met Hylke Brunt, Director Governmental & External Affairs en agronoom en teeltadviseur Erik Haasken. “McCain is een familiebedrijf uit Canada", vertelt Brunt meteen. "We willen ook over 20 en 30 jaar nog bestaan en lekkere frietjes kunnen maken. Daarom kijken we niet naar morgen of overmorgen, maar echt naar de lange termijn.
We zijn ons meer en meer gaan realiseren dat een vruchtbare bodem niet vanzelfsprekend is. En dat wij als inkoper van aardappelen van boeren een rol en verantwoordelijkheid hebben om boeren te helpen hun bodem vruchtbaar te houden voor de toekomstige generaties
We zijn ons meer en meer gaan realiseren dat een vruchtbare bodem niet vanzelfsprekend is. En dat wij als inkoper van aardappelen van boeren een rol en verantwoordelijkheid hebben om boeren te helpen hun bodem vruchtbaar te houden voor de toekomstige generaties. Daarnaast willen wij graag onze maatschappelijke rol nemen en inzetten op het verduurzamen van de teelt van aardappelen met minder uitspoeling van pesticiden en meststoffen naar het milieu.” Het gaat niet alleen om bodemverbetering. McCain kijkt dus al een eindje mee vanuit het bredere perspectief waar Van der Heide voor pleit.

"In Nederland zijn we 1,5 jaar geleden begonnen. Aan het begin van het seizoen hebben we het programma aan de boeren uitgelegd. Toen heeft zich meteen een aantal boeren aangemeld", zegt Brunt. In 2030 wil McCain in Nederland, net als in de rest van de wereld, volledig regeneratief zijn op eerste niveau. Dat betekent dat dan alle boeren die aan het bedrijf leveren hun eerste stappen hebben gezet.

Het regeneratieve programma is een 3-jarig ontwikkeltraject, legt Brunt uit. Wereldwijd beoordeelt McCain zijn boeren op 7 indicatoren (zie het rode linkje in het grijze kader hierboven) en streeft ernaar om alle telers in 3 jaar tijd in ieder geval een niveau te laten stijgen in het programma. In 2030 moeten de laatste boeren minimaal op niveau 1, dat 'onboarding' heet, zitten.

Ik vertel Haasken over het rekenwerk van de NAV. Haasken reageert: "Het is al een hele toer om de Nederlandse boer een contract van 3 jaar te laten tekenen. Nederlandse boeren hebben over het algemeen liever een 1-jarig contract, omdat ze denken dat ze dan beter kunnen profiteren van prijsfluctuaties in de markt. Ze nemen bewust risico. Het zijn ondernemers die hun eigen vrijheid kiezen."

Haasken vertelt verder: "Telers lopen er vaak niet graag mee te koop dat ze meedoen. Ze zijn bang dat de eisen waar ze nu graag aan meedoen en waar ze soms al uit eigen beweging in stilte aan waren begonnen tegen hen gebruikt gaan worden. Als de overheid ziet wat kan, kan er immers nog meer regelgeving komen. Dat wordt de boeren die met ons meedoen dan verweten."

Haasken legt de procedure van McCain in de praktijk uit. "We delen de boeren die meedoen op in kleine groepen uit dezelfde regio. Die werken namelijk in dezelfde soort omstandigheden. Niet iedere bodem is immers hetzelfde, dus ook niet iedere oplossing is overal hetzelfde, maar binnen een regio meestal wel. Regeneratieve agriculture is maatwerk: zo goed mogelijk boeren in een gegeven situatie. We halen de boeren in die regiogroepen een aantal keren bij elkaar. Dat werkt heel goed; we zien dat de boeren van elkaar leren. Ook wij zijn aan het leren. Omdat wij hier in Nederland net mee zijn begonnen, is het voor ons ook nog een beetje uitzoeken; we hebben niet meteen alle oplossingen voor alle situaties en laten ons ondersteunen door de Wageningen Universiteit. En ook zij leren door ons te helpen uitzoeken waarom bepaalde oplossingen op bepaalde plekken wel werken en bepaalde oplossingen niet. Daarnaast hebben we 4 pilotfarms in Nederland waar we allerlei proeven uitvoeren."

Vindt Haasken die €5 genoeg om de risico’s te dekken? “Eén hectare aardappels levert ongeveer 50 ton op, de boer krijgt dus €250 meer per hectare. Een teler met 40 hectare krijgt gemiddeld dus €10.000 extra in zijn exploitatie en beslist als ondernemer of dat voldoende is. Dat extra geld komt allemaal voor rekening van McCain en kan niet zomaar worden doorbelast aan de consument. En let op: er zijn ook zat programma’s waar een boer geen meerprijs voor krijgt. Zo moet een boer aan een groeiend aantal voedselveiligheidseisen voldoen op zijn erf, waar inmiddels ook eisen inzitten die betrekking hebben op duurzaamheid. Maar daar krijgt de boer niets voor terug." En dan nog iets, vult Haasken aan: "McCain financiert de bodemmonsters die we afnemen om te meten.”

Redeneer het nou niet meteen kapot. We zijn aan het leren en hebben alle belang bij goede boeren
De resultaatsverplichtingen waar Aleid Dik op wijst, gaan mogelijk wel een rol spelen op de hogere levels. Brunt geeft aan dat boeren daar inderdaad een hoger risico kunnen lopen, maar daar nog geen hogere meerprijs voor krijgen. Brunt: “Wellicht in de toekomst wel, maar voor nu willen we ook het gros van de boeren meekrijgen. Nog niet veel telers vallen in dat hogere level. Bovendien levert regeneratief, als het goed is, op de lange termijn ook meer oogst op. Zo zal de boer op termijn ook meer gaan verdienen. Maar redeneer het nou niet meteen kapot. We zijn aan het leren en hebben alle goede belang bij goede boeren. We zijn begonnen aan een reis als ondernemer met andere ondernemers. In de wisselwerking wordt de toekomst geboren."

McCain denkt na over samenwerking met andere bedrijven op het gebied van regeneratieve landbouw. "Eén van de indicatoren van ons programma is ook gewasdiversiteit. Wellicht kunnen we samen met de afnemers van de andere gewassen dan aardappelen wat bereiken", zegt Haasken.

Wat betekenen de inspanningen op het gebied van regeneratieve landbouw voor de consument? Op dit moment is het volume in Nederland nog gering. Op de Canadese thuismarkt en in het Verenigd Koninkrijk verkoopt McCain al speciale regen fries. "Dat zal ook hier in de toekomst wel komen, maar op dit moment draagt McCain gewoon de extra kosten omdat we vooruit willen. We zien dit nu als een investering. Op een gegeven moment zijn er genoeg boeren die meedoen, dan kunnen we gaan kijken hoe we de investering in de markt terug kunnen verdienen”, vertelt Brunt. Tesco, in het Verenigd Koninkrijk, verkoopt de regen fries nu tegen dezelfde prijs als de reguliere variant (£2,17 per kilo).
Dit artikel afdrukken