ICES dacht dat het makreelbestand veel sneller was afgenomen dan het eerder had geschat. Nieuwe berekeningen lieten zien dat het makreelbestand bleef steken op 2,35 miljoen ton, terwijl het eerder ruim boven de 4 miljoen ton uitkwam. Reden voor ICES om een drastisch verlaagd quotumadvies af te geven. De pelagische visserij - de 'grote zeevisserij', met trawlers op haring, makreel, horsmakreel en blauwe wijting - mocht in 2018 nog 550.948 ton makreel vangen; voor 2019 kwam het advies voor de Total Allowable Catch (TAC) uit op 318.403 ton.
Daar bleef het niet bij, vertelt ons Gerard van Balsfoort van de PFA, de Pelagic Freezer-trawler Association die de belangen behartigt van een aantal grote Europese pelagische visserijbedrijven. Bij een zo snel afgenomen makreelbestand zou ook de grens waaronder het makreelbestand zich kan reproduceren, overschreden zijn. Die duurzame vernieuwingsdrempel is vastgesteld op 2,57 miljoen ton; hoger dus dan het nu vastgestelde makreelbestand van 2,35 miljoen ton. "Volgens de regels van de certificeringsinstantie Marine Stewardship Council (MSC) moest daarom een zogeheten 'expedited audit' [een spoedaudit, CJ] worden gedaan, waarna de certificeerder besloot per eind maart de MSC-certificering voor makreel te schorsen tot 2 mei." Dat is een besluit met verreikende gevolgen, legt Van Balsfoort uit, omdat de pelagische vissers van Nederland, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Polen en Litouwen (vertegenwoordigd door de PFA), Schotland, Denemarken, Ierland, Zweden en Noorwegen samen één MSC-makreelcertificaat hebben. Geen van de genoemde landen kan nu nog MSC-makreel vangen.
"De hele pelagische industrie vermoedde dat de inschatting niet klopte. Maar als wij als industrie dat zeggen, is dat natuurlijk meteen 'verdacht'", aldus Van Balsfoort. "Gelukkig wisten we samen met de Europese kuststaten ICES zover te krijgen dat de data opnieuw onder de loep genomen zouden worden." Volgens de gangbare praktijk doet ICES iedere 3 tot 5 jaar een volledig assessment van de visbestanden. Voor makreel vond zo'n volledig assessment nog in 2017 plaats.
De 'interbenchmark' die ICES op verzoek van de op makreel vissende landen en de industrie uitvoerde nam alle data nog eens zorgvuldig door. Dat leidde tot een nieuwe inschatting: het makreelbestand zou geen 2,35 miljoen ton omvatten, maar 4,16 miljoen ton.
Dat forse verschil is het gevolg van een verkeerde weging van de gebruikte dataVerschillende bronnen
Dat forse verschil is het gevolg van een verkeerde weging van de gebruikte data. Voor het schatten van het makreelbestand gebruikt ICES 5 verschillende databronnen en surveys. Eén van de bronnen is betrekkelijk nieuw: makrelen worden voorzichtig 'getagd' met RFID-chips en weer losgelaten. Visverwerkende fabrieken lezen de tags van gevangen makrelen uit en rapporteren die. Het teruglopende aantal met tags gemerkte vissen dat in de fabrieken terecht kwam, bleek onevenredig zwaar te wegen bij de aanvankelijk gemaakte schatting van 2,35 miljoen ton. "Minder getagde makrelen hoeft niet te betekenen dat er minder makrelen zijn, maar kan er ook aan liggen dat getagde makrelen eerder dood gaan en niet gevangen worden", zegt Van Balsfoort. Door de gegevens uit de verschillende datasets, waaronder bemonstering bij aanlanding, met elkaar te combineren, kwam de onbalans in de schattingsmethode aan het licht.
Op de korte termijn verandert er nog niets voor de makreelvissers. De TAC voor 2019 staat vast. De nieuwe methodiek waarbij de getagde makrelen minder meewegen, wordt in principe pas voor 2020 ingezet. De MSC-certificering blijft geschorst. Van Balsfoort: "Op 15 mei komt er een herzien advies voor 2019 naar buiten. Dat gaan wij gebruiken om de MSC-certificeerder op alle mogelijke manieren tot een nieuwe revised audit aan te zetten, zodat we ergens in de komende maanden weer MSC-gecertificeerd zijn. Op tijd voor de najaarsvisserij." Het makreelseizoen loopt van namelijk van oktober tot eind februari.
Mochten de vissers er onverhoopt niet in slagen hun makreel MSC-gecertificeerd te krijgen, dan zullen ze hun quota toch volmaken. "Dan gaan we op zoek naar andere afnemers, die niet specifiek om MSC-gecertificeerde makreel vragen. Je kunt altijd vis verkopen. Bijvoorbeeld in Afrika, of Japan," zegt Van Balsfoort. Verreweg het grootste deel van de visvangst van de pelagische visserij gaat naar landen buiten de EU. Wij lusten geen horsmakreel of blauwe wijting.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Pieter bedoelt dat het 'verreikend' moet zijn; niemand wordt er rijk van...
Toch wel Pieter. Het gaat niet alleen om het kwijtraken van kilo’s. Het keurmerk krijgt een deuk, er is sprake van opbrengstderving en van volumederving.
"Dat is een besluit met verrijkende gevolgen"
Niet echt, als ik de conclusie zo lees ;-)
Noemen ze dit in andere casus niet 'tunnelvisie'?
Meten en dat wat je meet omzetten in modellen en daar cijfers over de werkelijkheid uitpersen blijft een vak apart. Dat blijkt hierboven uit de makreelcase, maar ook dichter bij huis, bijvoorbeeld over de spreeuw.
Boerenbladen-uitgever Agrio stuurde vandaag het volgende persbericht uit:
CBS-cijfers boerenlandvogels onbetrouwbaar
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verstrekt jaarlijks een overzicht van de stand van de boerenlandvogelpopulaties, maar past deze cijfers jaarlijks met terugwerkende kracht aan. Het gevolg is dat de overheid beleid ontwikkelt op foutieve cijfers. Dat blijkt uit onderzoek van Agrio Uitgeverij.
Melkveehoudster en freelance-onderzoeksjournalist Henny Verhoeven volgt al enkele jaren de statistieken van het CBS over de lijst met 27 boerenlandvogels en ontdekte dat deze indexcijfers regelmatig met terugwerkende kracht worden aangepast. Soms zelfs tot aan het indexjaar 1990.
Een voorbeeld is de stand van de populatie van de spreeuw. Volgens de telling van 2014 kende de spreeuw in 2014 een indexcijfer van 95. Dat wil zeggen dat op dat moment de populatie nog 95 procent telde van de populatie in het indexjaar 1990. In 2015 bleek het indexcijfer van 2014 echter op 53 te liggen, maar in 2017 schiet het indexgetal opeens omhoog naar 112 voor 2014. Dat is in 3 jaar tijd een verdubbeling van het aantal spreeuwen ten opzichte van 1990, terwijl het aantal daadwerkelijk getelde vogels in 2014 hetzelfde is gebleven. De indexcijfers komen tot stand op basis van vier officiële tellingen door vrijwilligers op vastgestelde locaties in Nederland.
Henny Verhoeven attendeerde het CBS in 2017 voor het eerst op deze afwijkingen. Het CBS blijkt de cijfers aangeleverd te krijgen van Sovon en publiceert die 1-op-1. Het CBS heeft inhoudelijk geen bemoeienis met de cijfers, maar het leidde in 2017 wel tot een gesprek tussen CBS en Sovon en uiteindelijk tot aanpassing van de cijfers. Uit de laatste cijfers van 2018 blijkt opnieuw dat aanpassingen zijn gedaan met terugwerkende kracht.
Sovon laat weten dat de tellingen soms ‘nieuwe inzichten’ geven, die vervolgens terugvertaald worden naar de jaren ervoor. De uitkomst kan voor een bepaald soort vogel soms zo sterk afwijken van het jaar ervoor, dat het niet toe te rekenen is aan één jaar. Dan worden de indexcijfers met terugwerkende kracht aangepast.
Grote afwijkingen zijn te zien bij vogels als de boerenzwaluw, spreeuw en grauwe gors. De statistieken voor de grutto, kievit of scholekster zijn jaarlijks ongeveer gelijk. De putter kent een ongekende groei. Het indexcijfer lag in 2017 op 1.841. En dit betekent dat er 18 keer zoveel putters in 2017 waren als in 1990. Opvallend is dat de cijfers in 2015 lager lagen. Dit gold ook voor de geelgors, gele kwikstaart, roodborsttapuit, spreeuw, tureluur, wulp en zomertortel. Op deze wisselende cijfers wordt het beleid van het ministerie van LNV gebaseerd. Dit betekent dat conclusies, die in 2015 werden getrokken, nu heel anders zouden zijn.
De vraag is altijd weer opnieuw: hoe robuust zijn de waarnemingen en hoe robuust is het model?
Die vraag wordt zelden gesteld. We kijken naar cijfers en lijden aan de gedachte dat die 'echt' zijn omdat getallen hard klinken.
Overigens, over de spreeuwencase heb ik geen oordeel. Ik zou niet weten hoeveel er echt zijn.