image

In hoeverre mag je een consument misleiden met gezondheidsclaims op voedingsproducten?

Het intuïtieve antwoord is natuurlijk: dat mag niet niet. Het antwoord van het Europese Parlement ligt de facto toch wat anders: binnen grenzen mag het wel. Het parlement bericht zelf als volgt over zijn besluit:

Het Europees Parlement keurt in tweede lezing strengere regels goed voor levensmiddelen die gebruik maken van voedings- en gezondheidsclaims. De leden scharen zich hiermee achter het compromis dat hun fracties vorige week met de verantwoordelijke ministers van de lidstaten bereikten. De verordening is van toepassing op voedings- en gezondheidsclaims in de etikettering en presentatie van levensmiddelen en in de daarvoor gemaakte reclame. Het moet gaan om levensmiddelen die bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker te worden geleverd.

Het compromis bepaalt dat de Europese Commissie specifieke voedingsprofielen moet opstellen, waaraan levensmiddelen of bepaalde categorieën levensmiddelen moeten voldoen om van voedings- of gezondheidsclaims voorzien te mogen zijn. Deze profielen worden opgesteld met inachtneming van onder andere de hoeveelheden van bepaalde voedings- en andere stoffen die het betreffende levensmiddel bevat, zoals vetten, suikers en zout.

Voedingsclaims
Het Europees Parlement bepaalt dat voedingsclaims worden toegestaan indien maximaal één nutriënt het voedingsprofiel overschrijdt. In dat geval moet, even leesbaar als de voedingsclaim en geplaatst op dezelfde zijde van de verpakking als de claim, een verklaring over deze specifieke voedingsstof worden vermeld. Deze verklaring moet als volgt luiden: "Hoog gehalte aan," gevolgd door de naam van de stof die het voedingsprofiel overschrijdt. Men neme het voorbeeld van een product dat bestaat uit veel vet, een normaal suikergehalte en een verlaagd zoutgehalte. Op de verpakking van het product mag nu de claim worden opgenomen, dat het product zoutarm is, maar tevens moet duidelijk worden gemaakt dat het product veel vet bevat.

Dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent mogen niet voorzien zijn van gezondheidsclaims. Wat voedingsclaims betreft, zijn enkel voedingsclaims toegestaan die verwijzen naar een laag of een verlaagd alcoholgehalte, of naar een verlaagde energetische waarde.

Raadpleging EFSA
Het compromis bepaalt verder dat gezondheidsclaims die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan en die gebaseerd zijn op algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens, volgens een andere procedure beoordeeld en toegelaten moeten worden. Daarom moet er na raadpleging van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid een communautaire lijst van die toegestane claims worden vastgesteld. Gezondheidsclaims die op deze lijst staan, zijn toegestaan zonder dat telkens opnieuw een vergunning aangevraagd moet worden. Voorts moeten gezondheidsclaims die zijn gebaseerd op nieuwe wetenschappelijke gegevens een versnelde vergunningsprocedure ondergaan. Gezondheidsclaims die betrekking hebben op de beperking van het risico op ziekte en op de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen moeten een uitgebreide autorisatieprocedure doorlopen.

Ingangsdatum
Producten voorzien van handelsmerken of merknamen die bestonden vóór 1 januari 2005 en die niet aan onderhavige verordening voldoen, mogen blijvend in de handel worden gebracht tot vijftien jaar na de inwerkingtreding van de verordening. Niet in de bijlage van de verordening opgenomen voedingsclaims die vóór 1 januari 2006 in een lidstaat werden gebruikt in overeenstemming met nationale bepalingen, mogen tot drie jaar na de inwerkingtreding van de verordening blijven bestaan.

Generische handelsnamen die van oudsher worden gebruikt om een eigenschap aan te geven van een categorie levensmiddelen of dranken die een effect kunnen hebben op de gezondheid, zoals spijsverteringsbevorderende middelen of hoestbonbons (zoals "Stophoest"), kunnen van de verordening worden uitgezonderd.


Lost dit nu iets op? Ik denk het niet. Dit besluit zou zelfs wel eens contraproductief kunnen werken. Het parlement haalt evidente uitwassen onderuit, zoals bijv. de 'dit is gezond' suggerende '0% vet'-claim op een product waarvan het enorme suikergehalte wordt verzwegen. Maar ... een snoepproduct dat verrijkt wordt met vitamine C en het normale (zeer hoge) percentage aan suiker niet overschrijdt gaat opeens wel gezond heten.

Totaal buiten schot blijven de suggestieve en pertinente onware 'claims' als die op het flesje Vie van Knorr. De consument leest dat 1 fles 50% van je totale dagelijkse behoefte aan fruit dekt. Met 2 van die flesjes ben je dus onder de pannen ... niet dus, want die andere 50% moet op z'n minst de vezels bevatten die waarschijnlijk zelfs in 12 flesjes niet te vinden zijn.

Nu de spelregels zijn bepaald is het jachtseizoen op de gezondheid zoekende maar onwetende consument pas echt geopend. Ik vermoed dat deze wetgeving met name bijdraagt bij aan een veel nauwere samenwerking tussen juristen en marketeers!

Tekenend is een klein citaat uit een interview in de Volkskrant (afgelopen dinsdag) met Melanie Peters, voedingsdeskundige en toxicologe bij de Consumentenbond (op 1 juni verruilt ze die baan echter voor het directeurschap van Studium Generale in Utrecht):

De Consumentenbond heeft een lijst met voedingsproducten voorgehouden aan politici met de portefeuille gezondheidszorg, onder wie Agnes Kant (SP), Lousewies van der Laan (D66) en Khadija Arib (PvdA). 'Zij dachten allemaal dat ze wel wisten wat gezond is en wat niet. [Maar] ze hadden bijna alles fout. En dat zijn dan de specialisten.'

We leven in een complexe wereld waarin je voedingsscheikundige of erg geïnteresseerd moet zijn om ervoor te zorgen dat je alleen binnenkrijgt wat je wilt. Tegen die achtergrond, zou het kunnen dat de leden van het parlement in hun collectieve, maar relatieve wijsheid denken dat ze het vraagstuk nu netjes hebben opgelost?
Dit artikel afdrukken