image

Gisteravond aten we bij Franse familie van mijn vrouw. Eén van de dochters is onderwijzeres in een Parijse voorstad (een 'banlieue'). Ze heeft een tijdje gewerkt in een achterstandswijk. Wij zouden zeggen aan een 'zwarte school'.

Ze vertelde over een ervaring die haar nog steeds bezighoudt. 'Haar' kinderen wisten wat een koe is en wisten wat vlees is. Alleen zag geen van de kinderen enig verband tussen die twee. Vlees komt uit de supermarkt. Niet van dieren. Net als koffie of een potje jam, die natuurlijk op hun beurt ook niet van planten, bomen of struiken komen.

Nu werkt ze weer op een 'witte' school. Daar kennen ze de verschillende verschijningsvormen van de koe en plantaardige spullen wél. Volgens haar is het een kwestie van opvoeding. De veelal ontheemde 'zwarte' achterstandkinderen worden thuis niet opgevoed. De 'witte' wel.

Ik vertelde dat in Amsterdam-Zuid kinderen van een jaar of 12 rondlopen die nog nooit van hun leven een onversneden tomaat hebben gezien. Omdat hun ouders niet meer zelf koken en zelfs geen boodschappen meer doen. Daar hebben ze geen tijd voor. De kinderen ook niet. Die moeten van muziekles, naar tennis, hockey en ballet. Daarna weer gauw naar huis om over hun huiswerk en vriendjes en vriendinnetjes te chatten.
Het zijn 'ultra witte' kinderen - vader en moeder hoogopgeleid, goeie banen, de kinderen moeten naar de beste scholen om straks naar een buitenlandse universiteit te kunnen.

We besloten dat opvoeden een kwestie van prioriteiten en (moderne) cultuur is. Zij was weer een illusie armer en blij française te wezen.
Volgens mij is alles relatief, maar is een cultuur die de band met de bron van zijn eten willens en wetens doorsnijdt kwetsbaar.
Dit artikel afdrukken