Onderstaande tekst is een bewerking van de tekst van Jan-Pieter Daems op de website van YFM.

De avond maakte deel uit van de internationale campagne CAP2013, Food for Change van de Youth Food Movement en SlowFood. De avond ging van start met een diner bestaande uit onder meer pompoensoep, geconfijte gans en zuurkool. De aanwezigen, waaronder 20 leden van het internationale YFM netwerk uit Europa, kregen uiteraard een maaltijd bestaande 'good, clean and fair' ingrediënten.

Keuringsdienst van Waarden-presentatoren Teun van der Keuken (foto) en Roland Duong verwelkomden de deelnemers van het debat op het podium:

- Paolo di Croce vanuit SlowFood International
- Monique Remmers (foto), vanuit het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie
- Joris Baecke, boer in Zeeland, bestuurslid van het NAJK en voorzitter van de Europese koepel voor jonge boeren CEJA

Herman Snijders, GLB-expert binnen het ministerie, nam de zaal in zevenmijls-stappen mee door de geschiedenis van het GLB, dat na de Tweede Wereldoorlog bedoeld was om Europa voldoende voedsel te laten produceren om prijsstabiliteit te kunnen garanderen. Die was nodig voor de opbouw van de economie als geheel. Het beleid was succesvol, maar juist door het succes ontstonden problemen. Overschotten moesten met subsidie werden geëxporteerd en verhinderden in andere landen het ontstaan van lokale markten. Er ontstonden conflicten met WTO-regels en burgers stelden steeds meer kritische vragen. Om de vooravond van de aanstaande hervormingen staat de vraag centraal: hoe houden we draagvlak onder de Europese burgerij om jaarlijks 50 miljard Euro aan landbouw te besteden? De EU zet daarom in op verduurzaming ('Greening'). Dat wil de burger immers. En daarom wil de politiek dat er met burgers over landbouwbeleid wordt gesproken.

Paulo di Croce pleitte namens SlowFood voor een radicale verandering in het voedselsysteem, dat volgens hem zowel honger aan de ene kant, als overgewicht en verspilling aan de andere kant tot gevolg heeft. De wereld produceert nu al genoeg voedsel om 12 miljard te voeden, aldus Di Croce. De constante drang naar het verhogen van productie is wat hem betreft dan ook een heilloze weg als duurzaamheid, verdeling en kwaliteit van voedsel niet tegelijk worden aangepakt.

Over de noodzaak tot verduurzaming waren de andere 2 sprekers het met Di Croce eens. Monique Remmers legde de nadruk op de kansen die innovatie biedt. Joris Baecke gaf aan dat boeren best willen verduurzamen, als de consument bereid is om daar voor te betalen. De vraag is echter of dit nu het geval is. Wie is er nu eigenlijk aan zet? Volgens Paolo di Croce de consumenten en burgers. Op het moment dat die hun mening veranderen, volgen de politiek. Toch leek niet iedereen het hier helemaal mee eens te zijn.

En als mensen niet bereid zijn om meer te betalen voor goede landbouw-producten of in de supermarkt toch vooral hun keuze blijven maken op basis van de lage prijs? Moet de overheid dan ingrijpen? De overheid kan immers bepaalde producten weren van de Nederlandse of Europese markt, zodat Europese boeren een betere prijs voor hun producten krijgen en daarnaast ook nog eens aan hogere eisen kunnen voldoen ten aanzien van dierenwelzijn, duurzaamheid en gezonde voeding. Daarmee kwam een nieuwe dimensie in het debat. Wereldhandelsorganisatie (WTO) verbiedt afscherming van de eigen Europese markten. Monique Remmers gaf aan dat het GLB inderdaad nauw verbonden is met de eisen vanuit de WTO en dat het momenteel non-food handelsbelangen boven de regulering van voedselmarkten worden gesteld. Zowel vanuit het publiek als door Joris Baecke en Paolo di Croce werden vraagtekens geplaatst bij het feit dat voedsel, een primaire levensbehoefte, net zo wordt behandeld als bijvoorbeeld auto's en diensten.

Na een vurig debat van anderhalf uur, waarin tal van aspecten van ons internationale voedselsysteem de revue passeerden, was er nog nauwelijks een overkoepelende conclusie te trekken. Dick Veerman, oprichter van Foodlog, betrad het podium om het publiek nog wat laatste inzichten mee te geven. Ook hij concludeerde dat het vermengen van neo-liberale handelspolitiek met voedselbeleid een desastreuze combinatie vormt. Het is echter niet terug te draaien omdat er grote infrastructuren zijn ontstaan die gebaseerd zijn op dit scheve beleid. Die kun je niet zomaar even veranderen. Daarom moet er volgens hem naar 'een andere uitgang' worden gezocht. Als de overheid zich de facto irrelevant heeft gemaakt, zullen burgers en ondernemers de bal zelf oppakken. Hij verwees hierbij onder andere naar de Occupy beweging, en liet zien dat de kracht die daarachter schuilt niet te onderschatten valt. Ter illustratie van die stelling wees op het initiatief Produit en Bretagne dat met 260 bedrijven - waaronder heel grote - en een totale omzet van vele miljarden euro's overweegt een eigen munt te gaan voeren met eigen normen voor de producten die daarmee afgerekend kunnen worden. Produit en Bretagne is ondernemersgedreven ontwerp om tot nieuwe vormen van overheid vanuit het publiek zelf te komen, zei Veerman.

Daarna barstte het feestgedruis los. YFM is jong. Studio K werd in een mum van tijd omgebouwd tot dansvloer.

fotocredits: Daria Mnych
Dit artikel afdrukken