Ongezond eten is de grootste veroorzaker van niet-overdraagbare ziekten en vroegtijdig overlijden. Dat is geen nieuws, maar het is nu wel voor het eerst mondiaal, op basis van data van 195 landen, en over een lange periode, in kaart gebracht. Onderzoekers van Global Burden of Disease, een aan de University of Washington gelieerd onderzoeksbureau, publiceerden de uitkomsten van hun systematische analyse eerder deze week in The Lancet.
In 2017 waren er wereldwijd 11 miljoen overlijdens en 255 miljoen DALY’s (levensjaren die verloren gaan door ziekte en dood) toe te schrijven aan 'slecht' eten en eetgewoontes. De grootste risicofactoren zijn een te hoog zoutgebruik en een te lage consumptie van volkorengranen en fruit. Gezonder eten kan wereldwijd één op elke vijf overlijdens voorkomen.
Het onderzoek werd gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation en is het grootste in zijn soort. De onderzoekers verzamelden gegevens over 15 'voedselgroepen', zoals geconsumeerd door volwassenen van 25 jaar en ouder, uit de periode 1990-2017. Gekeken werd wat de invloed van een ‘suboptimaal’ eetpatroon, per voedselgroep, is op chronische ziekten en sterfte. Ook werd de invloed van de ontwikkeling van de welvaart en de socio-economische status van de inwoners per land meegenomen.
De risico’s verschillen sterk per regio. In Azië is te veel zout een probleem, in Sub-Sahara Afrika te weinig fruit en in Latijns-Amerika te weinig noten en zaden. Egypte heeft het hoogste aantal aan voedsel gerelateerde doden en DALY’s (552 respectievelijk 11.837 per 100.000 inwoners) en Japan het laagste (97 respectievelijk 2.300 per 100.000). Maar Egypte heeft wel het laagste sterftecijfer aan kanker. In China overlijden de meeste patiënten aan vormen van kanker die aan de voeding zijn toe te schrijven.
Het aantal doden door slechte voeding in het land met de hoogste score, Oezbekistan, scheelt een factor 10 met dat in het land met de laagste score, Israël, respectievelijk 900 en 89 per 100.000 inwoners. De meeste doden door hart- en vaatziekten ten gevolge van slecht eten vallen in Oceanië en Oost-Azië, de minste in Turkije. De hoogste sterfte door diabetes type 2 is te zien in Noord-Amerika en Oceanië, de laagste in Bangladesh.
Risicofactoren
Na granen en fruit zijn ook noten en zaden, vis met omega-3, vezels, onverzadigde vetten, peulvruchten en melk positieve factoren in de voeding waarvan de inname te laag uitvalt. Andere stoffen en producten waar we te veel van binnenkrijgen en die negatieve risicofactoren vormen zijn, na zout, transvetten, calcium, frisdrank, vleeswaren en rood vlees.
Een belangrijke conclusie is dat niet te veel van het slechte (suiker en vet) maar te weinig van het goede de risico’s verhoogt. Overheden kunnen beter energie en geld steken in het verbeteren van de voeding dan in campagnes om slecht eten te ontmoedigen. Niettemin zijn acties om het zoutgebruik te verlagen wel succesvol en kunnen die zelfs meer geld besparen dan ze kosten.
Kritiek
Critici, zoals op de website ConscienHealth wijzen erop dat de data van de verschillende landen heel divers en onvolledig zijn, hetgeen de robuustheid van de uitkomsten niet verhoogt. Bovendien verschillen de eetgewoonten zeer sterk per regio en dat komt niet terug in de cijfers. In Azië worden bijvoorbeeld veel geraffineerde koolhydraten uit rijst gegeten. De factor volkorengranen weegt in die eetcultuur anders dan elders.
De website ScienceDaily citeert een van de onderzoekers: “De studie laat zien wat velen al jaren vermoeden – dat ongezond eten verantwoordelijk is voor meer doden dan welke andere risicofactor ter wereld ook.”
The New York Times laat het hoofd voeding van de WHO, dr. Francesco Branca, aan het woord over de 11 miljoen doden. "Die getallen zijn echt schrikbarend. (…) Dit moet een wake-up call voor de hele wereld zijn.”
Dit artikel afdrukken
Het onderzoek werd gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation en is het grootste in zijn soort. De onderzoekers verzamelden gegevens over 15 'voedselgroepen', zoals geconsumeerd door volwassenen van 25 jaar en ouder, uit de periode 1990-2017. Gekeken werd wat de invloed van een ‘suboptimaal’ eetpatroon, per voedselgroep, is op chronische ziekten en sterfte. Ook werd de invloed van de ontwikkeling van de welvaart en de socio-economische status van de inwoners per land meegenomen.
Gezonder eten kan wereldwijd één op elke vijf overlijdens voorkomenRegionale verschillen
De risico’s verschillen sterk per regio. In Azië is te veel zout een probleem, in Sub-Sahara Afrika te weinig fruit en in Latijns-Amerika te weinig noten en zaden. Egypte heeft het hoogste aantal aan voedsel gerelateerde doden en DALY’s (552 respectievelijk 11.837 per 100.000 inwoners) en Japan het laagste (97 respectievelijk 2.300 per 100.000). Maar Egypte heeft wel het laagste sterftecijfer aan kanker. In China overlijden de meeste patiënten aan vormen van kanker die aan de voeding zijn toe te schrijven.
Het aantal doden door slechte voeding in het land met de hoogste score, Oezbekistan, scheelt een factor 10 met dat in het land met de laagste score, Israël, respectievelijk 900 en 89 per 100.000 inwoners. De meeste doden door hart- en vaatziekten ten gevolge van slecht eten vallen in Oceanië en Oost-Azië, de minste in Turkije. De hoogste sterfte door diabetes type 2 is te zien in Noord-Amerika en Oceanië, de laagste in Bangladesh.
Risicofactoren
Na granen en fruit zijn ook noten en zaden, vis met omega-3, vezels, onverzadigde vetten, peulvruchten en melk positieve factoren in de voeding waarvan de inname te laag uitvalt. Andere stoffen en producten waar we te veel van binnenkrijgen en die negatieve risicofactoren vormen zijn, na zout, transvetten, calcium, frisdrank, vleeswaren en rood vlees.
Een belangrijke conclusie is dat niet te veel van het slechte (suiker en vet) maar te weinig van het goede de risico’s verhoogtOpvallend is hoe belangrijk plantaardige voeding is en hoe gering het risico van frisdrank en vlees. Het gemiddelde vleesgebruik over de hele wereld was met 27 gram per dag maar 4 gram hoger dan aanbevolen. Daarentegen eet de gemiddelde wereldburger maar 3 gram noten en zaden per dag, terwijl 21 gram optimaal is.
Een belangrijke conclusie is dat niet te veel van het slechte (suiker en vet) maar te weinig van het goede de risico’s verhoogt. Overheden kunnen beter energie en geld steken in het verbeteren van de voeding dan in campagnes om slecht eten te ontmoedigen. Niettemin zijn acties om het zoutgebruik te verlagen wel succesvol en kunnen die zelfs meer geld besparen dan ze kosten.
Kritiek
Critici, zoals op de website ConscienHealth wijzen erop dat de data van de verschillende landen heel divers en onvolledig zijn, hetgeen de robuustheid van de uitkomsten niet verhoogt. Bovendien verschillen de eetgewoonten zeer sterk per regio en dat komt niet terug in de cijfers. In Azië worden bijvoorbeeld veel geraffineerde koolhydraten uit rijst gegeten. De factor volkorengranen weegt in die eetcultuur anders dan elders.
De website ScienceDaily citeert een van de onderzoekers: “De studie laat zien wat velen al jaren vermoeden – dat ongezond eten verantwoordelijk is voor meer doden dan welke andere risicofactor ter wereld ook.”
The New York Times laat het hoofd voeding van de WHO, dr. Francesco Branca, aan het woord over de 11 miljoen doden. "Die getallen zijn echt schrikbarend. (…) Dit moet een wake-up call voor de hele wereld zijn.”
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Huib, De Schotse arts Dr Paul Clayton schreef in zijn boek "Health Defence" in Hoofdstuk 2
Malnutrion - the biggest killer in the West. Het boek is voor 13 Euro te koop en voor ieder een aanrader.
"Na zout, granen en fruit zijn ook (in volgorde) noten en zaden, vis met omega-3, vezels, onverzadigde vetten, peulvruchten, transvetten, calcium, frisdrank, vleeswaren, melk en rood vlees risicofactoren in de voeding."
Ik begrijp dit niet zo goed. Zijn hier factoren met positieve en negatieve effecten in één adem genoemd?
Nou, kunnen we de mazelenhype gelijk in de kast zetten, want dit is een veel en veel grotere epidemie wereldwijd.
De zin "Na zout, granen en fruit zijn ook (in volgorde) noten en zaden, vis met omega-3, vezels, onverzadigde vetten, peulvruchten, transvetten, calcium, frisdrank, vleeswaren, melk en rood vlees risicofactoren in de voeding" wekt inderdaad bevreemding.
Mij lijkt het een uit snelheid ontstane verschrijving vanuit de geest van het onderzoek. Zo leest het wat beter: "Ongebalanceerde innames van zout, granen en fruit zijn de belangrijkste risicofactoren. Daarna volgen de aandelen in de totale dagelijkse voedselinname van (in volgorde) noten en zaden, vis met omega-3, vezels, onverzadigde vetten, peulvruchten, transvetten, calcium, frisdrank, vleeswaren, melk en rood vlees."
Let wel: dit is allemaal observationeel onderzoek dat met veel wiskundige modelbouw tot stand is gekomen op basis van (een vooronderstelde) consensus over wat het gewicht per risicofactor is. De factoren werken in het model als een systeem van communicerende vaten en kunnen dus zowel negatief als positief worden gezien.
Opvallend is dat frisdrank volgens de uitkomsten van het model niet zo'n grote boef in het voedselsysteem niet zijn, terwijl in Nederland nu juist uniek gecontroleerd onderzoek is gedaan dat aantoonde dat frisdrank in onze regio juist wel een significante invloed heeft op de volksgezondheid.
Ook kun je bijvoorbeeld heel anders over zout denken - nl. als een gebrek aan groente-inname, dat wil zeggen aan kalium. Dat zou aan de kant van de in het model ingebakken vooronderstelling een nieuwe opzet van gebouwde model vergen, met - denkelijk - heel andere uitkomsten.
Het onderzoek is wat mij betreft te beschouwen als een aardige vingeroefening om eens te bezien wat volgens de breedste consensus (dat mag je vermoeden; ik zou het niet eens meer durven te garanderen) de belangrijkste onbalansen zijn in voedselconsumptie wereldwijd en per regio (vlgs daar geldende aanbodspatronen).
Het mag dan een groot onderzoek zijn:
- het is en blijft allemaal modelwerk op basis van voedselconsumptiepeilingen met alle enorme hiaten die daar nu eenmaal aan kleven (terwijl bovendien de kwaliteit van de ruwe data tussen de verschillende landen in de wereld alleen al sterk verschilt)
- de risicofactoren zijn gebaseerd op vooronderstellingen waar bijv. op het gebied van zout, vlees en vet de wetenschap nog voor grote, onbeantwoorde vragen staat
En natuurlijk is het ook goed - leuk, is misschien een beter woord - dat alle beschikbare data eens bij elkaar zijn gezet en we nu weten wat ze opleveren als je die in een model gooit waar zo goed mogelijk over na is gedacht.
Wouter #2 , het is inderdaad verwarrend, maar je raadt het goed: positieve en negatieve factoren door elkaar. Het is dus geen 'verschrijving'. Ik heb de zin inmiddels herschreven en het zal in de tekst aangepast worden.
Het is inderdaad opmerkelijk dat frisdrank wereldwijd geen levensgroot gevaar is. Dat doet niets af aan het DRINK onderzoek waarnaar Dick #4 verwijst, want dat gaat over kinderen die ietsje minder dik worden als ze geen suiker drinken en niet over (structureel) ongezond eten.