Nederlandse melkveehouders vinden dat ze binnen Europa goed kunnen concurreren met onder meer Franse boeren. Uit kostprijsberekeningen blijkt echter dat ze in 2016 een tekort hadden om hun kostprijs goed te maken hadden van 48%. In datzelfde jaar lag het Franse tekort op 26,5%.
Het kostte een Franse melkveehouder in 2017 gemiddeld €45,14 om 100 kilo melk te produceren. Voor die 100 liter melk kreeg hij €34,42 aan melkprijs betaald. Hij zat dus met een tekort van 24%. Deze heel actuele cijfers zijn afkomstig van het Duitse Büro für Agrarsoziologie und Landwirtschaft (BAL). Het bureau maakte de kostprijsberekening in opdracht van Franse producentenorganisaties, schrijft Boerderij.
De Franse melkveehouders willen de gegevens gebruiken in hun onderhandelingen met de supermarkten en het door de Franse president Emmanuel Macron aangekondigde kostprijsgebaseerde prijsbeleid.
Deze week kwamen ook kostenniveaus over 2016 (een jaar eerder, toen de melkprijs nog slecht was) in onze directe buurlanden naar buiten. Nederlandse veehouders blijken de hoogste kostprijs te hebben in vergelijking met hun Deense, Franse, Duitse en Belgische collega's. Nederlandse veehouders kwamen uit op €42,66 per 100 kilo melk. Aan 'input' (voer, zaaizaad en onderhoud) kwam de Nederlandse veehouderij uit op €16,46 per 100 kilo melk. Daarmee scoort ons land het laagst, op België na. Aan 'operationele kosten' (huisvesting, rente, belasting, arbeidskosten externen) was de Nederlandse melkveehouder €21,59 kwijt, een bedrag in de middenmoot. Dat Nederland dan toch op een hoge totale kostprijs uitkomt, hangt samen met de lage prijs die een Nederlandse boer voor zijn slachtkoeien ontvangt en het relatief lage bedrag aan subsidies dat hij ontvangt in vergelijking met de andere landen. Een Franse boer krijgt €4,11 aan subsidies per 100 kilo melk; een Nederlandse moet het doen met €2,17.
Voor slachtkoeien ontvangt een Nederlandse boer gemiddeld €2,53 per 100 kilo melk, de laagste prijs in de vijf landen. Een Franse koe brengt €6,95 op; een Duitse €6,44. Aan subsidies krijgen de Franse veehouders veruit het meest, €4,11 per 100 kilo melk. Voor Nederlandse veehouders blijft de subsidie steken op €2,17 en voor Duitse op €2,68 per 100 kilo melk.
Het totaalplaatje voor 2016 leidt, bij een melkprijs van €28,75 in 2016, tot een negatieve marge van €13,91 voor de Nederlandse melkveehouders; een tekort van 48%, het dubbele van het Franse gat in 2017. De Fransen deden het in 2016 relatief het best, met een negatieve marge van €10,84; een dekkingstekort van 26,5%.
Dit artikel afdrukken
De Franse melkveehouders willen de gegevens gebruiken in hun onderhandelingen met de supermarkten en het door de Franse president Emmanuel Macron aangekondigde kostprijsgebaseerde prijsbeleid.
Deze week kwamen ook kostenniveaus over 2016 (een jaar eerder, toen de melkprijs nog slecht was) in onze directe buurlanden naar buiten. Nederlandse veehouders blijken de hoogste kostprijs te hebben in vergelijking met hun Deense, Franse, Duitse en Belgische collega's. Nederlandse veehouders kwamen uit op €42,66 per 100 kilo melk. Aan 'input' (voer, zaaizaad en onderhoud) kwam de Nederlandse veehouderij uit op €16,46 per 100 kilo melk. Daarmee scoort ons land het laagst, op België na. Aan 'operationele kosten' (huisvesting, rente, belasting, arbeidskosten externen) was de Nederlandse melkveehouder €21,59 kwijt, een bedrag in de middenmoot. Dat Nederland dan toch op een hoge totale kostprijs uitkomt, hangt samen met de lage prijs die een Nederlandse boer voor zijn slachtkoeien ontvangt en het relatief lage bedrag aan subsidies dat hij ontvangt in vergelijking met de andere landen. Een Franse boer krijgt €4,11 aan subsidies per 100 kilo melk; een Nederlandse moet het doen met €2,17.
Voor slachtkoeien ontvangt een Nederlandse boer gemiddeld €2,53 per 100 kilo melk, de laagste prijs in de vijf landen. Een Franse koe brengt €6,95 op; een Duitse €6,44. Aan subsidies krijgen de Franse veehouders veruit het meest, €4,11 per 100 kilo melk. Voor Nederlandse veehouders blijft de subsidie steken op €2,17 en voor Duitse op €2,68 per 100 kilo melk.
Het totaalplaatje voor 2016 leidt, bij een melkprijs van €28,75 in 2016, tot een negatieve marge van €13,91 voor de Nederlandse melkveehouders; een tekort van 48%, het dubbele van het Franse gat in 2017. De Fransen deden het in 2016 relatief het best, met een negatieve marge van €10,84; een dekkingstekort van 26,5%.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Zeker zijn onze boeren niet gek. Maar de druk om te investeren omdat je anders niet "meedoet" is groot en hoort bij het bedrijfssysteem dat toegepast wordt dat vooral de periferie veel oplevert.
Wetgeving wordt zo gedraaid dat de uitkomst ten dienste staat van de periferie en de nationale belangen als werkgelegenheid en export.
Zie daarvoor het filmpje van melkveehouder Bram Borst op onze FB pagina http://www.facebook.com/puregraze
Deze melkveehouder voert geen fosfaat aan in de vorm van krachtvoer of mest en draagt dus niet bij aan het fosfaatoverschot.
Hij moet echter wel vee opruimen.
Een groot deel van zijn melk verkoopt hij zelf aan consumenten direct aan huis als echte grasgevoerde melk. Een deel van deze klanten kunnen daardoor dus geen producten meer kopen.
De optie is dus om de overige dieren krachtvoer bij te gaan voeren en op die manier de productie te verhogen.
De kracht van de stille reserves wordt door de economen veel te licht in geschat... Als er onder landbouwbedrijven geen stille reserves zitten is ontwikkeling sowieso onmogelijk.
Het blijft merkwaardig dat onze veehouders volgens economen met zwaar verlies melk produceren en toch 10.000 euro per koe willen betalen om nog meer te mogen produceren. Hun Franse collega's mogen dat gratis. Onze boeren zijn niet gek. Al jaren rekenen economen hen voor dat groei van het bedrijf financieel niet uitkan en dat het verstandiger is te optimaliseren binnen de bestaande bedrijfsomvang. Terugkijkend constateer ik dat de boeren die dit advies hebben opgevolgd verdwenen zijn en dat de dommerikken financieel in staat bleken verder te groeien. Schaalvoordelen worden door economen te licht ingeschat.
Dick Veerman
ik heb toch duidelijk aangegeven dat er moderne in de problemen omdat de begrote technisch prestaties achterblijven. Als boer heb je de opbrengstprijs niet in de hand, zelf kijk ik er niet eens naar, Alles wat daarna komt wel. Achterblijvende prestaties hebben zowel voor de boer met de stal van 30 jaar oud als die van een stal van 2 jaar oud grote gevolgen. Alleen van die boer met de oude stal hoor je niets. Nauwelijks schuld maar krijgt ook geen geld voor vervanging. Op termijn komt dat bedrijf leeg, wordt de grond verkocht en blijft er een vervallen boerderij over.
De efficiëntste is nooit de effectiefste!
Omdat het gaat om financiële rentabiliteit en om de mogelijkheid om met prijsfluctuaties om te gaan.
Ook bij 0,34 ct/ltr is een NL melkveebedrijf niet rond te rekenen, als je tenminste uit gaat van “normale”eisen aan rentabiliteit, zoals die ook gelden in andere sectoren; normale balans tussen arbeidsbehoefte en aanbod, dus niet 1 VAK die structureel het werk van 2 VAK doet. Uitbetaling van alle uren, goede vergoeding van gebruik grond en een goed return on investment.
Dat dat kan bewijzen deze jongens: goo.gl/oLbPUc
NL melkveehouders subsidiëren hun bedrijf al jaren, door eigen arbeid niet te rekenen, door arbeid van gezinsleden niet te rekenen en door het financieren van verlies via vrije waarde in onroerend goed.
NL Boeren meten elkaars succes af aan de leencapaciteit van hun bedrijf. Als jij een dikke nieuwe trekker kunt rijden dan doe je het goed.
Maar schijn bedriegt!
Met een kostprijs van 0,20/kg blijf je lachen en daar gaat het om!
40% van de Ierse melkveehouders heeft NIET EENS EEN LENING!
Maar ze gaan wel uitbreiden!! https://landbrugsavisen.dk/irland-udvider-fra-1-mio-til-16-mio-malkekøer-på-15-år