China is een van de grootste producenten ter wereld van vlees, vooral van varkensvlees. Het land is goed voor bijna de helft van het varkensvlees dat wereldwijd wordt geproduceerd.

Maar China heeft een structureel tekort aan eiwitrijke grondstoffen om tot veevoer te verwerken en kan zich niet permitteren om zijn akkers massaal in te zetten om veevoer te telen. Daarom importeert China meer dan 80% van de benodigde sojabonen uit het buitenland, een afhankelijkheid die de Chinese overheid niets zint. Want ook wereldwijd neemt de vraag naar vlees toe - nodig voor een gezonde wereldbevolking, volgens de FAO - en dientengevolge de vraag naar eiwitten voor gebruik in veevoer.

Methanol kan goedkoop worden gewonnen uit steenkool
Dat was de aanleiding voor onderzoekers van het Tianjin Instituut voor Industriële Biotechnologie van de Chinese Academie van Wetenschappen (CAS) om op zoek te gaan naar een snelle, efficiënte methode om eiwitten van hoge kwaliteit te produceren. Ze focusten op biotechnologische synthese. Er zijn twee mogelijke aanvliegroutes voor biologische eiwitsynthese. De eenvoudigste manier is het vergisten van bij- en restproducten uit de voedsel- en landbouwindustrie, zoals bierbostel en stro tot hoogwaardige eiwitproducten.

Maar veel van die restproducten hebben al bestaande toepassingen en de variabele aanvoer en kwaliteit maken grootschalige industriële productie 'een uitdaging'. De aanvoer ervan is immers onzeker. Het alternatief is een industriële fermentatie, waarbij chemicaliën worden gebruikt die energie produceren. Een opmerkelijk voorbeeld is het gebruik van methanol, dat goedkoop kan worden gewonnen uit de grondstof steenkool.

Eiwitten uit steenkool
"Steenkool, met een wereldwijde reserve van ongeveer 1,07 biljoen ton, kan worden omgezet in methanol door middel van kolenvergassing," zegt hoogleraar Wu Xin in de South China Morning Post. "Methanol mengt goed met water, waardoor fermentatieprocessen veel efficiënter zijn dan gasvormige substraten en er geen speciale fermentatieapparatuur nodig is". Al sinds de jaren '80 wordt er onderzoek gedaan naar de synthese van eiwit uit methanol, waarbij de nadruk vooral lag op de selectie van geschikte gisten, zoals de giststam Pichia pastoris die (giftig) methanol kan omzetten in eiwitten, en het optimaliseren van het productieproces. Maar het procedé bleek erg duur en inefficiënt (20% van het methanol ging verloren in de vorm van kooldioxide en water) en kon dus niet concurreren met soja-eiwitten.

In gewone mensentaal betekent dat: met micro-organismen kun je eiiwitten maken van kolen. Ze bevatten een compleet aminozuurprofiel, vitaminen, anorganische zouten, vetten en koolhydraten, waardoor ze geschikt zijn als alternatief voor eiwitbronnen zoals vismeel, sojabonen, vlees en mager melkpoeder.
Het team van Wu Xin pakte het daarom anders aan. Ze struinden wijngaarden, bossen en moerassen af in heel China en verzamelden daar meer dan 20.000 gistmonsters. Ze identificeerden stammen die efficiënt gebruik konden maken van verschillende suikers en alcoholen als koolstofbron voor de eiwitsynthese. Ze schakelden vervolgens in een wild-type Pichia pastoris specifieke genen uit, waardoor ze de methanoltolerantie en metabolische efficiëntie aanzienlijk wisten te verbeteren. "De onderzoekers bereikten een droog celgewicht en ruw eiwitgehalte van 120g/liter en 67,2% met hun gemodificeerde P. pastoris. En de omzettingsefficiëntie van methanol naar eiwit bereikte 92% van de theoretische waarde," aldus een rapport op de website van CAS. In gewone mensentaal betekent dat: je kunt eiwitten maken van kolen.

Geen landbouwgrond of kunstmest
De micro-organismen in het proces produceren niet alleen (veel) eiwitten, ze bevatten ook een compleet aminozuurprofiel, vitaminen, anorganische zouten, vetten en koolhydraten, waardoor ze geschikt zijn als alternatief voor eiwitbronnen zoals vismeel, sojabonen, vlees en mager melkpoeder. Belangrijker nog is dat er geen landbouwgrond of kunstmest voor nodig is. Een bioreactor kun je immers overal neerzetten en bovendien is er geen sprake van seizoens- of klimaatinvloeden. "Het is duizend keer efficiënter dan traditionele landbouwpraktijken," aldus hoofdonderzoeker Wu Xin. Ook bespaart het water en transportbewegingen. Dat zou van de beladen fossiele brandstof steenkool ineens een duurzaam alternatief voor bestaande eiwitbronnen, zoals soja, maken. En er komt natuurlijk ook nog mest uit dat weer op de akkers kan. En dat spaart weer de productie van koolstofemitterende kunstmestproductie. Het is wel even flink omdenken.

Het onderzoeksteam claimt al begonnen te zijn met opschalen en duizenden tonnen eiwit te kunnen maken, met een niet nader bekend gemaakte partner.
Dit artikel afdrukken