Liever ongezond, want dat is tenminste lekker. Dat blijkt 30% van de consumenten te denken als ze moeten kiezen tussen een product met een Nutri-Score C of D. De enige manier om deze 30% van de supermarktklanten van gedachten te doen veranderen, is door de gezondere keuze goedkoper te maken.
"30% supermarktbezoekers kiest voor ongezonde voeding". Die verrassende uitkomst kwam aan het licht in het onderzoek naar de motivatie en strategieën van consumenten voor de keuzes die zij maken in de supermarkt van Elke Godden (Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie van UAntwerpen).
Ze legde ruim 1.150 consumenten verschillende paren voor van 2 soorten yoghurt, sinaasappelsap, chips en granola. Per paar was er verschil op één van de vier vlakken prijs, merk, voedingsclaim ('0% vet' of 'bron van vezels') of Nutri-Score (het voedingskeuzelogo dat producten in dezelfde categorie labelt van een groene A tot rode E). Op grond van de gemaakte keuzes konden de onderzoekers meten hoe belangrijk alle eigenschappen waren voor de deelnemers.
Op het vlak van de Nutri-Score blijken consumenten in 3 groepen te verdelen te zijn. De helft van de consumenten behoort tot de eerste groep. Zij kiezen doelbewust voor het gezondste product dat beschikbaar is. Voor hen bleek een product dat van een Nutri-Score C naar B veranderde plots veel aantrekkelijker. Wanneer datzelfde product een Nutri-Score D droeg, verloren zij hun interesse. De tweede groep bestaat uit 20% van de supermarktbezoekers. Zij gaven meestal de voorkeur aan een A-merk, ook wanneer de Nutri-Score lager lag.
De verrassing zat 'm in de derde groep, de overige 30%. “Wanneer we hen twee identieke producten gaven, waarvan het ene een Nutri-Score C droeg en de andere een Nutri-Score D, kozen zij het tweede product. Als ik producten een C en een B gaf, gingen ze voor de C”, aldus Godden. "De beslissingen van groep drie lijken vreemd, maar ze zijn wellicht gebaseerd op hun intuïtie dat gezonde dingen niet lekker kunnen zijn. Verder keek deze groep ook zeer sterk naar de prijs, veel meer dan de andere groepen.”
Volgens Godden zou de EC - die invoering van het voedingslogo in de hele EU overweegt - rekening moeten houden met deze mentaliteit. Want als een derde van de consumenten denkt dat gezonde producten niet lekker zijn, zal het plaatsen van een gezondheidsindicatie als de Nutri-Score op de verpakking waarschijnlijk tot ongezonde keuzes leiden. Godden pleit voor meer onderzoek naar deze groep om uit te zoeken hoe deze consumenten wel bereikt kunnen worden, "voor we een label invoeren dat een negatief effect heeft op hun gezondheid.”
Voor de 50% van de consumenten die wel een gezonde keuze willen maken, is de Nutri-Score, recent nog aangepast door een internationaal wetenschappelijk comité, wel uiterst handig. "Kies eerst wat je wil eten en vergelijk dan de Nutri-Scores met elkaar”, om de gezondere keus te maken. Is prijs een argument, vergeet dan zeker de huismerken niet. “Heel wat huismerken worden in dezelfde fabrieken gemaakt als die A-merken. Je betaalt dus eigenlijk gewoon meer voor de naam van het merk en voor de reclame," tipt Godden de 20% A-merkliefhebbers onder de consumenten.
Dit artikel afdrukken
Ze legde ruim 1.150 consumenten verschillende paren voor van 2 soorten yoghurt, sinaasappelsap, chips en granola. Per paar was er verschil op één van de vier vlakken prijs, merk, voedingsclaim ('0% vet' of 'bron van vezels') of Nutri-Score (het voedingskeuzelogo dat producten in dezelfde categorie labelt van een groene A tot rode E). Op grond van de gemaakte keuzes konden de onderzoekers meten hoe belangrijk alle eigenschappen waren voor de deelnemers.
Op het vlak van de Nutri-Score blijken consumenten in 3 groepen te verdelen te zijn. De helft van de consumenten behoort tot de eerste groep. Zij kiezen doelbewust voor het gezondste product dat beschikbaar is. Voor hen bleek een product dat van een Nutri-Score C naar B veranderde plots veel aantrekkelijker. Wanneer datzelfde product een Nutri-Score D droeg, verloren zij hun interesse. De tweede groep bestaat uit 20% van de supermarktbezoekers. Zij gaven meestal de voorkeur aan een A-merk, ook wanneer de Nutri-Score lager lag.
Heel wat huismerken worden in dezelfde fabrieken gemaakt als die A-merkenMentaliteit
De verrassing zat 'm in de derde groep, de overige 30%. “Wanneer we hen twee identieke producten gaven, waarvan het ene een Nutri-Score C droeg en de andere een Nutri-Score D, kozen zij het tweede product. Als ik producten een C en een B gaf, gingen ze voor de C”, aldus Godden. "De beslissingen van groep drie lijken vreemd, maar ze zijn wellicht gebaseerd op hun intuïtie dat gezonde dingen niet lekker kunnen zijn. Verder keek deze groep ook zeer sterk naar de prijs, veel meer dan de andere groepen.”
Volgens Godden zou de EC - die invoering van het voedingslogo in de hele EU overweegt - rekening moeten houden met deze mentaliteit. Want als een derde van de consumenten denkt dat gezonde producten niet lekker zijn, zal het plaatsen van een gezondheidsindicatie als de Nutri-Score op de verpakking waarschijnlijk tot ongezonde keuzes leiden. Godden pleit voor meer onderzoek naar deze groep om uit te zoeken hoe deze consumenten wel bereikt kunnen worden, "voor we een label invoeren dat een negatief effect heeft op hun gezondheid.”
Voor de 50% van de consumenten die wel een gezonde keuze willen maken, is de Nutri-Score, recent nog aangepast door een internationaal wetenschappelijk comité, wel uiterst handig. "Kies eerst wat je wil eten en vergelijk dan de Nutri-Scores met elkaar”, om de gezondere keus te maken. Is prijs een argument, vergeet dan zeker de huismerken niet. “Heel wat huismerken worden in dezelfde fabrieken gemaakt als die A-merken. Je betaalt dus eigenlijk gewoon meer voor de naam van het merk en voor de reclame," tipt Godden de 20% A-merkliefhebbers onder de consumenten.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Roomboter met Nutri-score D is net zo lekker dan die met Nutri-score E.
Beide 82% vet.
Maarrr AH huismerk roomboter heeft 30% meer onverzadigd vet, zonder dat er iets aan is toegevoegd.
Wie kan dit uitleggen?
Stephan Peters verwijst op Twitter naar 3 wetenschappelijke artikelen, die negatieve gevolgen van Nutriscore naar voren brengen. Met linkjes.
"Three scientific studies showing the negative effects of #NutriScore on real consumer purchases (not told to you by team #NutriScore)".
#3 Mij ontgaat de rol van ketchup en suiker in een gezonde salade. Behalve als je "snoepgoed" letterlijk neemt natuurlijk.
Nutriscore heb ik nog nooit ergens op zien staan. Ik doe mijn boodschappen overwegend in Deutschland trouwens.
Ik heb 3 producten in huis met een nutriscore: 1 x A, 1 x C en 1 x E.
Dat het mensen nog niet opvalt in de winkel zal komen omdat het in Nederland nog niet officieel is ingevoerd, dus mensen zullen er ook nog niet naar kijken.
Jaja. Nou, ik heb die nutriscore geloof ik 1x op een verpakking gezien, weet niet eens meer waarop, maar het viel me op doordat ik iets op de verpakking aan het lezen was en zoeken naar de bereidingswijze. Als ik mijn boodschappen doe valt die score mij totaal niet op op de producten, ik koop wat ik nodig heb en wil gaan eten, kleurtjes helpen mij daar niet bij, alleen de beschikbaarheid, prijs, weekmenu en of ik er trek in heb.
Dit neergepend hebbend, denk ik er dus aan: hoeveel mensen valt die nutriscore in de winkel uberhaupt op? Bij een test als hierboven wordt daar speciaal naar gekeken, ook(vooral) door de mensen die eraan meedoen, omdat dat nu juist de test is. Maar in real life? Wie let er op die stoplicht kleurtjes?