Europa is nu meer afhankelijk van voedsel uit Moskou dan voor de oorlog, waarbij de EU energieafhankelijkheid heeft vervangen door kunstmestafhankelijkheid. Dat zei Svein Tore Holsether, bestuursvoorzitter van het Noorse chemiebedrijf Yara op 11 december 2023.

Hij maakte zich zorgen over het Rusland van Vladimir Poetin dat volgens hem niet zal aarzelen om kunstmest en voedsel als wapens in te zetten, net zoals hij dat met gas heeft gedaan. Europa zou niet naïef moeten zijn en moeten nadenken over wat er gebeurt als de voorwaarden om kunstmest op ons continent te maken, verdwijnen.

Dat lijkt een rare zorg; want waar maakt de baas van Yara zich nog druk over? De kunstmestprijzen zijn inmiddels alweer geruime tijd lager dan voor de oorlog in Oekraïne. De gasprijzen zijn weer flink omlaag en zelfs genormaliseerd en dus kunnen we zelf weer kunstmest maken. De EU heeft verrassend snel gas in andere delen van de wereld kunnen vinden om zich los te maken van de afhankelijkheid van Russisch gas.

Dat vertaalt zich echter niet naar de productie van kunstmest omdat de markt voor kunstmest in de EU op zijn gat ligt. Er is nauwelijks vraag. Daarom blijven de fabrieken in Europa dicht. De vraag die er is, wordt van buiten de Unie bediend. Volgens Yara zijn de totale importen naar de EU voor het maken van kunstmest met stikstof in de EU in de periode van juli 2022 tot en met juni 2023 met 34% gestegen ten opzichte van de voorgaande periode. Een derde daarvan kwam nog altijd uit Rusland.

Het is een preek voor eigen parochie, zei afgelopen week ESB-redacteur en politiek econoom Ron Stoop. Maar het is ook een serieus verhaal, zei hij er meteen bij omdat zonder kunstmest zo'n 4 miljard mensen minder te eten hebben.

We belden met commercieel directeur Peter Kalkman van Van Iperen, een van de belangrijke kunstmestverkopende bedrijven in ons land.

"Yara wijst terecht op onze groeiende afhankelijkheid en die waarschuwing zou hard moeten aankomen bij de Europese politiek. Als Yara hier zou vertrekken, zitten wij in Europa met de gebakken peren", zegt Kalkman meteen.

Op halve kracht draaien gaat niet omdat de fabrieken volumes nodig hebbslappen om hun kosten te dekken
Hoe moeten we dat zien?
"Toen de gasprijs steeg, adviseerden verkopers tuinders, telers en boeren om kunstmest in te kopen. Ook vulden ze zelf hun voorraden nog even aan, tot de prijs van gas te hoog was geworden. De markt zat toen vol. De land- en tuinbouw had genoeg voorraad in huis en meer maken was domweg te duur in Europa omdat de gasprijzen extreem hoog waren.

Inmiddels zijn die weer gedaald en kunnen we goedkoper ammonia, de grondstof voor stikstofkunstmest, maken dan de prijzen waarvoor die nu in de EU wordt geïmporteerd. Maar dat gebeurt niet. De landbouw wil geen grote voorraden omdat boeren en tuinders al eerder duur hebben ingekocht en ze dat nu goedkoper kunnen. Daarbij komt dat ze met hun protesten genoeg zorgen hebben op dit moment in de hele EU. In Nederland en een aantal gebieden in het noorden van Europa komt daar de overvloedige regenval nog eens bij, waardoor er minder wintertarwe is ingezaaid en minder kunstmest nodig is. Daarom zetten de grote producenten hun fabrieken niet aan. Op halve kracht draaien gaat niet omdat ze volumes nodig hebben om hun kosten te dekken."

Twee kaartjes

In het eerste X-bericht het kaartje met stilgelegde kunstmestfabrieken op ons continent dat eind 2023 in circulatie kwam op basis van een analyse van Mitsubishi Financial. In het tweede een eerdere versie die al in 2022 circuleerde en begin vorige week door Ron Stoop op X werd gedeeld voor Nederlandstalig publiek.


Maar als de rust aan het boerenfront straks weer is weergekeerd, gaan de fabrieken dan niet vanzelf weer aan de slag vanwege de aantrekkende vraag?
"Dat is minder zeker dan je zou denken en willen. Het vertrouwen in de prijs die kunstmest mag kosten, is weg. Fabrikanten starten hun productie niet op omdat ze dat alleen doen als hun fabriek op het vereiste volume kan draaien. De Europese markt komt langzaam op het omslagpunt waarop de vraag groter is dan het aanbod en de productie die misschien niet snel genoeg kan worden opgeschaald. Dan worden we inderdaad afhankelijk van import en de prijs die niet-Europeanen ons willen rekenen. Dat lijkt nu het meest waarschijnlijke scenario."

Maar dat is toch raar: als er vraag is, zullen de fabrieken toch weer worden opgestart?
"Nee. De reden dat de kunstmestindustrie zich roert is omdat ook zij geen vertrouwen heeft. De EU wil politiek gezien van fossiele brandstoffen af en dwingt de industrie tot een zo snelle vergroening dat die bijna onvermijdelijk leidt tot vernietiging van het kapitaal dat is geïnvesteerd in de structuren waar onze samenleving op gebaseerd is. Hun bedrijven moeten in korte tijd fossielvrij kunnen opereren, terwijl zo'n omschakeling minstens 10 en misschien wel 20 jaar vergt. Je kunt niet verwachten dat bedrijven hun kapitaal zomaar afschrijven omdat het veel geld kost dat niet in de markt kan worden terugverdiend. Als de politiek niet duidelijk maakt wat ze wil en hoe ze de financiering daarvan faciliteert, is het niet ondenkbaar dat de industrie sommetjes maakt om uit de EU te vertrekken en elders te gaan produceren.

Als hier schaarste is en vraag - want we kunnen nu eenmaal niet zonder kunstmest - dan valt er prima geld te verdienen aan kunstmest, maar die zou weleens elders gemaakt kunnen zijn. Vermoedelijk met meer koolstofuitstoot. Voedsel in Europa wordt dan nog een stukje duurder en minder duurzaam dan nodig. Ik zeg niet dat dit gaat gebeuren, maar ik zeg wel dat ik me zorgen maak omdat het geen ondenkbaar scenario is.
Wij dreigen in die wereld onze positie op te geven door al onze troeven nu alvast weg te geven
De politiek zal zich moeten uitspreken over de vraag of ze een eigen kunstmestindustrie wil in de EU of de boel maar aan de markt overlaat. Daar kan ze niet meer al te lang mee wachten."

Vindt u dat 'overlaten aan de markt' een gevaar?
"Nogal. Ik zou er eens goed over nadenken, al realiseer ik me hoe complex dat is, ook al omdat de werkelijke mechanismen erachter zover van de politieke werkelijkheid van onze tijd verwijderd zijn. Maar tegen de tijd dat de realiteit je inhaalt, is het een beetje laat.

We moeten ons realiseren dat we in de EU vermoedelijk keuzen maken die de welvaart verminderen. Niet alleen vanwege hogere voedselprijzen maar omdat we de hele zware maakindustrie met eenzelfde soort probleem opzadelen. We kunnen willen dat de hele zware industrie omschakelt in een tempo dat hoger is dan de kapitaalvernietiging die bedrijven kunnen dragen. Maar in een liberale economie heeft dat consequenties die bedrijven niet zomaar kunnen dragen. En dan verdwijnen ze. Toch zullen we de halffabricaten en eindproducten van zulke bedrijven blijven gebruiken. Alleen zullen ze dan van buiten de EU komen en vervuilender zijn. Dat moeten we ons nu al realiseren. Bovendien moeten we ons afvragen waar we de import van gaan betalen als we zelf geen industrie meer hebben. Leveranciers van buiten de EU kunnen in ieder geval de hoofdprijs vragen in een wereld waarin uiteindelijk overal schaarste de prijs zal bepalen. Wij in de EU dreigen in die wereld onze positie op voorhand op te geven door al onze troeven nu alvast weg te geven. Misschien moet ik het formuleren in de vorm van een vraag: is het geluid dat de kunstmestindustrie laat horen de zwanenzang van de kanarie in de mijn van de Europese politiek?"


'SLAAPWANDELEND DE MESTSTOFFEN- EN VOEDSELCRISIS IN'

Recent zei Yara dat Europa strategisch moet nadenken over het uitbesteden van de productie van kunstmest. Topman Svein Tore Holsether verklaarde dat Yara wereldwijd kan produceren, maar dat ook in de EU zou moeten blijven doen in het belang van Europa. "Slaapwandelend maken we met meststoffen dezelfde fout als we eerder maakten met Russische energie-importen".

Yara ziet Rusland als een dominant geworden speler voor zowel voedsel als meststoffen waar de EU niet meer omheen kan. De Unie zal zelfs afhankelijk worden van Rusland als ze niet strategischer met haar voedselvoorziening leert om te gaan.

De EU bemoeilijkt de productie van kunstmest op eigen grondgebied door de productie van ammoniak voor stikstofkunstmest zo duur te maken dat het zwaartepunt van de productie verhuist naar de VS waar Yara goedkoop grote volumes kan maken, onafhankelijk van Russisch gas. Niettemin bouwt Yara in het Noorse Porsgrunn een groene ammoniakfabriek op basis van emissieloze energie. Of de productie daarvan levensvatbaar is, is volgens Holsether afhankelijk van de wereldwijde ammoniakprijzen en de manier waarop de EU het gebruik van gas belast.

Yara is op dit moment nog de grootste industriële gebruiker van aardgas in Europa. Het bedrijf verstookt circa 1% van de totale gasconsumptie in Europa. Het bedrijf zou het liefst meer ammoniak naar Europa willen brengen vanuit de VS waar het op dit moment goedkoper ammoniak - de grondstof voor stikstofkunstmest - kan produceren dan in de EU. Ook daar wil het de productie klimaatvriendelijk maken. Bij hoge importkosten, wordt het echter oninteressant om in de EU kunstmest te maken. Voor boeren in de EU zal kunstmest dan heel duur worden als gevolg van hoge importtarieven, zodat de voedselproductie vermoedelijk fors zal dalen en de prijs van dagelijkse boodschappen stijgt.

Carbon Border Adjustment Mechanism
De basisproductie van ammoniak is hier al weggevallen, terwijl zich niet snel een groene kunstmestinfrastructuur zal opbouwen vanwege de hoge kosten daarvan die nu niet opwegen tegen productie op gas in Europa. Die zijn op dit moment namelijk veel lager dan groene productie. Daarom hamert Holsether op een beleid dat incentives heeft om in de EU productie te houden en tegelijk te vergroenen. Dat kan de Unie volgens hem niet door haar rug naar de wereld te keren zoals ze nu doet met het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Het CBAM wordt sinds eind vorig jaar geleidelijk ingevoerd en corrigeert de prijs van strategisch uitgekozen producten als ze in de EU worden geïmporteerd. Die correctie is gebaseerd op de CO2-uitstoot in het productieproces dat buiten de EU heeft plaatsgevonden.

Het doel van het CBAM is het risico op 'vuile' productie naar het buitenland te verleggen. De EU hoopt de vermindering van emissies door fabrikanten in derde landen te stimuleren en zo de wereldwijde koolstofemissie verminderen. Holsether voorziet echter dat de EU zich met de regeling isoleert en een speelbal wordt van geopolitieke krachten met Rusland in de achtertuin als belangrijkste redder in nood. Bovendien ziet hij wereldwijd de productie van zogeheten blauwe ammoniak toenemen omdat het een emissieloze brandstof is die met gas gemaakt kan worden waarvan de emissies gecontroleerd kunnen worden afgevangen en opgeslagen via CCS. De motoren van schepen en mogelijk ook vliegtuigen zullen ermee worden aangedreven. Als Europa zich buiten deze techniek plaatst, zegt hij met zoveel woorden, creëert ons continent zijn eigen gesloten dure leefwereld waarin het welvaartsniveau vergaand zal dalen.

Preekt Holsether vooral voor eigen parochie en wil hij als CEO van een multinational domweg CBAM weer afschieten? Hij heeft een punt volgens geopolitiek analist Stoop (zie het kader in het midden van de tekst) omdat de wereldeconomie ook blijft bestaan als de EU haar economie meer volgens een eigen, verdergaande duurzame visie inricht.

Christopher Clark & Mariana Mazzucato

Yara's CEO verwijst met zijn gebruik van het woord slaapwandelen naar het beroemde boek Slaapwandelaars van Christopher Clark. Het boek reconstrueert de in politieke ententes en fouten van beleidsmakers gelegen aanloop naar de Eerste Wereldoorlog. De Groote Oorlog was het noodlottige gevolg van politieke ententes en de fouten van beleidsmakers. Later resulteerde daar weer de Tweede Wereldoorlog uit; opnieuw door een beleidsfout - Duitsland straffen in plaats van weer helpen opbouwen - die pas werd gecorrigeerd door Keynesiaans stimuleringsbeleid. De moderne versie daarvan wordt sinds enkele jaren bepleit door Mariana Mazzucato die voor de ondernemende staat met een duidelijke industriepolitiek en structuurbeleid sturing geeft aan het geheel dat een economie die in transitie wil van loutere consumptie en welvaart naar vol te houden consumptie en welzijn nu eenmaal onvermijdelijk is. De koele vraag lijkt of we eerst opnieuw een oorlog nodig hebben of reeds nu tot structuur- en passend stimuleringsbeleid weten te komen.


Dit artikel afdrukken