Volkskrantcolumnist en filosoof Marjan Slob luidt met die woorden haar boekrecensie in van het in 2018 in Frankrijk verschenen en nu bij Boom in het Nederlands verschenen boek Het wilde deel van de wereld van de jonge Franse wijsgeer Virginie Maris.

Slobs collega Maris denkt na over de betekenis van het woord 'natuur'. Natuur is voor Maris niet wat wij maken, maar wat los van ons zijn gaan kan gaan. Als wij het geen kans meer geven en verdrukken door er ons land- en diergebruik voor in de plaats te stellen, verdwijnt die andere wereld.

Wie ouder dan veertig is, vertelde Maris op de Franse site Mediapart, was getuige van het verdwijnen van 60% van levende dieren (niet van soorten, maar van individuele dieren) op aarde. Het verlies van de natuurlijke wereld buiten ons, gaat zo hard dat het mysterie van de natuur buiten ons verdwijnt en we straks alleen met onze herschepping van de natuur overblijven. We zijn als het ware onze eigen schepper geworden, of in ieder geval ver op weg zelf de demiurg te worden die de christelijke traditie God noemt.

Maris' boek stelt in zijn algemeenheid een wezenlijke vraag: kunnen we leven zonder het mysterie van het wilde leven dat los van ons bestaat? Meer in het bijzonder is die vraag interessant in een Nederlandse context. In ons land woedt vanwege het stikstofdebat een bijna agressief te typeren discussie tussen boeren, overheid, bouwers, werkgevers, natuurorganisaties en ecologen over de maakbaarheid van de natuur. 'Willen en kunnen we zonder natuur leven', luidt de huis-tuin-en-keuken vraag. De diepere vraag is 'wat is 'natuur' en wat bedoelen we eigenlijk als we dat woord gebruiken?' Ze is wild, ons wezensvreemd en kan niet onze schepping of herschepping zijn, vindt Maris. Daarom moeten we de wilde natuur beschermen door er weg te blijven, zegt ze met zoveel woorden.

Foodlog-commentator Jopie Duijnhouwer schreef recent een boeiende gedachte die natuur definieert als niet ingrijpen. Dat is een ander natuurconcept en een ander antwoord op diezelfde diepere filosofische vraag. Volgens Duijnhouwer moeten we niet willen dicteren welke soorten we ergens willen. Dat is een vorm van menselijke zelfoverschatting en een schepping die ons niet toekomt. Met die gedachte komt Duijnhouwer vervolgens weer dicht in de buurt van Maris. Het is een logische gedachte omdat de natuur te complex en eigenstandig is om te beheersen en daarom haar ons wezensvreemde eigen gang moet kunnen gaan. Niettemin is de gedachte achter de veldslag over de Natura2000 doelen van het stikstofbeleid wel degelijk gebaseerd op de herschepping van een fase van de natuur zoals die ooit bestond.

De gedachten van Maris zijn nauw verwant met vragen die direct over onze eigen natuurlijkheid gaan: 'accepteren we dat we genetisch gemanipuleerde kinderen bestellen waaruit erfelijke ziekten zijn weggecorrigeerd?' of 'laten we ons vaccineren en nemen we pillen om gezond te blijven of gaan we gezond eten en leven omdat we onze natuurlijke integriteit willen bewaren?'

Als we zelf God worden, verliest ons leven de mystiek die we nodig hebben om ons mens te kunnen voelen. Zo lijken we dat te ervaren. Het natuurconcept van Duijnhouwer, waarin het leven dat bijvoorbeeld een verlaten industrieterrein onder onze neus weer overneemt ook natuur mag - en zelfs moet - heten, hoeft daarmee niet strijdig te zijn.
Dit artikel afdrukken