"De Europese Unie heeft beslist om de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne en Moldavië op te starten”, tweette Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, vorige week donderdag. Het besluit van de Europese Raad was unaniem nadat Hongaars premier Viktor Orbán de zaal had verlaten. Orban is tegenstander van de Oekraïense toenadering tot de Europese Unie en heeft nauwe banden met de Russische president Poetin, ook nadat deze in februari 2022 Oekraïne binnenviel.

Orbáns bezwaren hebben ook een agrarisch tintje. “Als je de Oekraïense landbouw laat toetreden tot het Europese landbouwsysteem zal het deze in één dag vernietigen. Zonder ons landbouwsubsidiesysteem te transformeren, kunnen we de Oekraïners niet binnenlaten. De gevolgen zullen verschrikkelijk zijn", aldus Orbán.

Deze zorgen van Orbán vinden weerklank bij Europese land-en tuinbouworganisaties. Oekraïne staat met zijn vruchtbare zwarte gronden bekend om zijn agrarisch potentieel en wordt niet voor niets de "graanschuur van Europa" genoemd. “Het Europese landbouwareaal bedraagt 150 miljoen hectare. Dat van Oekraïne 40 hectare. Als Oekraïne toetreedt, voeg je het gemeenschappelijk landbouwareaal van Duitsland en Frankrijk toe”, vertelt Giel Boey, internationaal beleidsadviseurs bij Boerenbond en tevens betrokken bij de Europese boerenorganisatie Copa-Cogeca.

Solidair met oog voor landbouwbelangen
Boey zegt begrip te hebben voor het Europese besluit dat volgens hem geopolitieke beweegredenen heeft en tevens solidariteit toont met het Oekraïense volk dat al bijna twee jaar gebukt gaat onder oorlogsgeweld. “Maar de landbouw moet niet opnieuw de dupe worden van Europese geopolitiek”, aldus Boey. Hij refereert daarbij naar het handelsembargo van Rusland in 2014 waardoor de import van Belgische peren aan banden werd gelegd. “Dat heeft een enorme impact gehad op onze fruitsector waar telers nu nog steeds van bekomen.”

Naast de verdeling van de toekomstige GLB-gelden, maken belangenorganisaties zich ook zorgen over de Europese concurrentiepositie. Boey haalt daarbij de huidige import van Oekraïense kippenvlees aan als voorbeeld. Het kippenvlees komt tariefvrij ons land binnen en drukt de prijs op de Europese markt. “In Oekraïne gelden andere standaarden op het gebied van milieu en dierenwelzijn waardoor ze goedkoper kunnen produceren”, klonk eerder de kritiek van bijvoorbeeld Landsbond Pluimvee.

Zelfde standaarden
Ook Boey benadrukt dat deze standaarden gelijkgeschakeld moeten worden om een gelijk speelveld te creëren in Europa. Daarnaast pleit hij voor een graduele transitie en geen 'koude douche'-aanpak waarbij Oekraïense producten, de Europese markt van de ene op de andere dag overstromen. Ook bij de vormgeving van het huidige importbeleid van de Europese Unie moeten de belangen van de Europese landbouwers ook steeds meegenomen worden.

Land- en tuinbouworganisaties zullen nog tijd hebben om hun lobby vorm te geven. De beslissing van de Europese Raad is nog maar de eerste horde die vooral veel symbolische waarde heeft. Experts stellen dat de onderhandelingen over de toetreding nog wel tien jaar kunnen duren. Een volgende stap is het vormgeven van het onderhandelingskader door de Commissie en de goedkeuring ervan door de Europese Raad. Op basis van dat onderhandelingskader kan Oekraïne de vereiste Europese wetten en standaarden beginnen in te voeren. Bij elke nieuwe stap in dit vervolgproces heeft elke lidstaat een vetorecht.

Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en VILT.
Dit artikel afdrukken