Als gevolg van de stijgende kosten van levensmiddelen en andere economische uitdagingen, kan een groeiend aantal Europeanen niet meer iedere dag een gezonde maaltijd betalen. In 2022 kon 8,3% van de Europeanen zich nog maar om de dag een maaltijd met vlees, vis of een vegetarisch equivalent veroorloven. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van Eurostat. Vorig jaar lag hun aantal precies een procentpunt lager. Het lijkt weinig, maar betekent een stijging met 13,7%.

De studie laat ook een zorgwekkende stijging zien van het aantal Europeanen dat in armoede dreigt te vervallen én zich geen fatsoenlijke maaltijd kan veroorloven. Hun aantal steeg van 2021 naar 2022 met 12,6%.

Het aandeel van de totale bevolking dat zich geen fatsoenlijke maaltijd kan veroorloven, is het hoogst in Oost-Europese landen. Roemenië gaat op kop met 22,1%, gevolgd door Bulgarije (21,6%) en Slowakije (15,8%). Ierland (1,4%) registreerde het laagste aandeel, gevolgd door Cyprus (1,5%) en Luxemburg (1,8%). Nederland bevindt zich daar vlak achter met 2,1%.

Bulgarije heeft met 44,6% het hoogste percentage van de bevolking dat risico loopt op armoede en geen goed maal kan betalen. In Nederland ligt dit percentage op 7,9%. In 2022 liepen 95,3 miljoen mensen in de EU het risico op armoede of sociale uitsluiting. Dat betekent dat ruim een vijfde (21,6%) van de inwoners van de EU-bevolking zich pauper en paria dreigen te voelen.

Het probleem van voedselonzekerheid treft vooral kwetsbare groepen, zoals lage inkomensgezinnen, alleenstaande ouders en ouderen met beperkte financiële middelen. De trend is ook zichtbaar in het - ook in Nederland - stijgende aantal burgers dat een beroep moet doen op de voedselbank.

Al dit sociale leed is niet los te zien van de hoge inflatie als gevolg van gestegen energie- en voedselprijzen die volgde op de Covid-pandemie en de oorlog in Oekraïne. De jaarlijkse inflatie in de EU bereikte in 2022 het hoogste niveau ooit. De prijs van voedsel en niet-alcoholische dranken steeg in de EU gemiddeld met 11,9%. De grondstoffenmarkt was in 2022 sterk verstoord. Er was een verminderd aanbod van landbouwproducten, met name veevoer (zodat dierlijke producten zich uit de markt prijsden) en kunstmest. Rusland stopte grotendeels de export en tot de graandeal van juli 2022 (die gisteren door Rusland werd opgeschort) was er geen export van Oekraïense landbouwproducten over zee. Het legde de afhankelijkheid bloot van de toeleveringsketens waar de Europese consument van eet. Verder verstoorden ook extreme weersomstandigheden en droogtes de keten nog eens.
  • Deel
Druk af