Eerder deze week bracht de internationaal opererende NGO Oceana een nieuw rapport uit over de Britse visbestanden. Het roept een dramatisch beeld op. Van de 10 voor Groot-Brittannië belangrijkste visbestanden voor de helft ofwel overbevist ofwel kritisch laag in aantal, aldus The Guardian.

De Noordoost-Atlantische makreel, Noordoost-Atlantische blauwe wijting, Noordzee zeeduivel, Noordzee kabeljauw en Oost-Engelse koningsschelpen zijn overbevist of kritiek laag qua populatieomvang. Noordzeeharing, schelvis, wijting, koolvis en langoustines hebben wel een gezonde omvang en worden duurzaam bevist.

Het rapport keek naar in totaal 104 vispopulaties, waaronder de meeste commerciële visbestanden van het Verenigd Koninkrijk. Een derde (34%) wordt overbevist en slechts 45% wordt duurzaam bevist. Over de overige 21% kon geen uitspraak worden gedaan vanwege een gebrek aan gegevens. Minder dan de helft van de vispopulaties (41%) had een gezonde omvang en van een kwart had de omvang een kritisch laagtepunt bereikt. Ook hier ontbraken gegevens over de rest van de visbestanden.

Zes visbestanden die in 2020 nog een gezonde omvang hadden, zijn inmiddels kritiek laag. Niet de kleine kustvissers, die bijna 80% van de Britse vloot uitmaken en maar 3% van de quota opvissen, maar de industriële vissers creëren het probleem
Bij voorbaat mislukte onderhandelingen
Met het rapport wil Oceana een op bewijs gebaseerde momentopname bieden van de status van de visbestanden in het Verenigd Koninkrijk sinds het land de EU en het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft verlaten. Vanaf januari 2021 is het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijk voor het vaststellen van de totaal toegestane vangstlimieten in zijn eigen wateren. Dat gebeurt in principe op basis van de wetenschappelijke adviezen over limieten van ICES (International Council for the Exploration of the Sea), die ook voor de EU als uitgangspunt gelden, maar waar al jaren flink veel gedoe over is. Op Foodlog stelden we de bij voorbaat mislukte onderhandelingen van de North-East Atlantic Fisheries Commission (NEAFC) al eens aan de kaak.

Volgens Oceana-topman Hugh Fearnley-Whittingstall is dé oorzaak van de achteruitgang "de roekeloze gewoonte van afgelopen decennia om nog eens 20% meer toe te voegen om de vissers tevreden te stellen." En dan niet de kleine kustvissers, die bijna 80% van de Britse vloot uitmaken en maar 3% van de quota opvissen, maar de industriële vissers. "Onze regering moet vandaag actie ondernemen om te voorkomen dat het Verenigd Koninkrijk zijn vis verliest en zijn zeeën uitput," door duurzame vangstlimieten vast te stellen. Zes visbestanden die in 2020 nog een gezonde omvang hadden, zijn inmiddels kritiek laag.

Hugo Tagholm, directeur en vicepresident van de Britse tak van Oceana, gaat nog een stap verder en beschuldigt de Britse regering ervan wetenschappelijke inzichten te negeren. "Onze regering beweert te streven naar een 'gouden standaard' in visserijbeheer, maar we hebben die nog niet bereikt. Het is tijd voor het Verenigd Koninkrijk om politiek leiderschap te tonen en zich te verbinden aan vangstlimieten in overeenstemming met de wetenschap en een schone en ambitieuze strategie om overbevissing te beëindigen." Voor 3 van de meest overbeviste visbestanden (Keltische Zee-kabeljauw, kabeljauw in het Westen van Schotland en wijting in de Ierse Zee) adviseert ICES inmiddels een totaal vangstverbod. Oceana wijst erop dat áls er wetenschappelijk onderbouwde vangstlimieten werden vastgesteld, die visbestanden in de jaren 2020-2023 ook daadwerkelijk herstel hebben laten zien.

'Duidelijke breuk'
Het Britse ministerie van Environment, Food and Rural Affairs zegt in een reactie dat er afgelopen zomer een reeks hervormingen is aangekondigd, die een "duidelijke breuk betekenen met het verouderde EU-gemeenschappelijk visserijbeleid en die zullen zorgen voor een winstgevende visserijsector gebaseerd op duurzame visbestanden en een gezonde mariene omgeving voor de toekomst". Uiteraard is het de prioriteit van het ministerie bij het onderhandelen en vaststellen van visquota een duurzaam visserijbeheer, maar natuurlijk ook "het beschermen van waardevolle vismogelijkheden voor de Britse industrie."
Dit artikel afdrukken