Een commissie onder leiding van het RIVM adviseert om te komen tot een nieuw integraal systeem van productverbetering, met per voedingsmiddelengroep een samenhangende set criteria voor zout, verzadigd vet, suiker, calorieën en vezel. In Nederland kennen we verschillende systemen die de samenstelling van voedingsmiddelen kunnen helpen verbeteren: het Akkoord Verbetering Productsamenstelling tussen de overheid en het bedrijfsleven, het Vinkje (voedselkeuzelogo) op verpakkingen en de Schijf van Vijf met adviezen voor een gezonde voeding van het Voedingscentrum. Ze bevatten afspraken of criteria voor de gehalten zout, verzadigd vet en suiker in producten, maar vertonen weinig samenhang.
Om een nieuw integraal systeem te laten slagen is het belangrijk om draagvlak te creëren door maatschappelijke organisaties en de industrie bij de ontwikkeling te betrekken. Daarnaast is het belangrijk dat de criteria vanuit de rijksoverheid worden vastgesteld en regelmatig worden aangescherpt. Ten slotte moet een onafhankelijke organisatie bijhouden of voedingsmiddelen aan de criteria voldoen. De Commissie Criteria Productverbetering is ingesteld door het ministerie van VWS en bestaat uit wetenschappers uit de Wetenschappelijke Adviescommissie van het (voormalige) Vinkje (Wecom), de Wetenschappelijke adviescommissie van het Akkoord Verbetering Productsamenstelling (WAC) en het Voedingscentrum. De commissie wordt voorgezeten en begeleid door het RIVM.
Iets minder ongezonde producten maken geen gezond voedingspatroon, al haal je er 20 procent uit. Om mensen gezonder te maken moet er een brede aanpak komenDat maakte het RIVM gistermiddag laat bekend nadat het had duidelijk gemaakt dat het niet opschiet met de voortgang van de resultaten bij het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Er worden "slechts kleine stappen gezet", schrijft het Instituut, om de dagelijkse zout- en suiker-inname te verlagen. Daarom adviseert het "uitbreiding en aanscherping van de afspraken" en het formuleren van "een nieuw integraal systeem van productverbetering" omdat Nederlanders anders niet komen tot een substantieel lagere zout- en suikerinname.
De gemiddelde 8,7 gram zout en 114 gram suiker die Nederlanders dagelijks via hun voeding binnenkrijgen, ligt een derde (zout) tot ruim twee keer boven (suiker) boven de consumptienorm voor volwassenen. De tot nu toe bestaande afspraken zouden volgens berekeningen van het RIVM tot een lagere zoutinname van 0,4 gram (moet zijn 2,7 gram) en 2 gram minder suiker (moet circa 60 gram zijn) kunnen leiden. Volgens Matthijs van den Berg, hoofd Voeding, Preventie en Zorg van het RIVM, zijn voor te weinig producten afspraken gemaakt. Koek en gebak vallen bijvoorbeeld niet onder de afspraken van het Akkoord. Alleen Goudse 48+ kaas valt onder de afspraken voor zout.
In de NRC laat hoogleraar Volksgezondheid Jaap Seidell (VU) en adviseur van het Preventieakkoord dat staatssecretaris Blokhuis naast deze RIVM-activiteit probeert te sluiten zich nadrukkelijk uit. "Dat de reductie van zout en suiker niet vlot, verbaast me niet", zegt hij. "Wat staatssecretaris Blokhuis zal doen, weet ik niet, maar we weten wel dat productverbetering alleen geen zoden aan de dijk zet. Het kabinet moet ook denken aan bijvoorbeeld prijsmaatregelen, afspraken over portiegroottes of beschikbaarheid van ongezonde producten op scholen en in openbare gebouwen.”
Seidell is niet mis te verstaan over de effecten die hij verwacht van de nieuwe integrale productherformulering die het RIVM voorstelt: "We praten over een beetje natrium en suiker, maar intussen slikken 4 miljoen Nederlanders bloeddrukverlagers en heeft de helft overgewicht. Iets minder ongezonde producten maken geen gezond voedingspatroon, al haal je er 20 procent uit. Om mensen gezonder te maken moet er een brede aanpak komen.”
Is een kleine reductie van de hoeveelheid zout en suiker voldoende om welvaartsziekten te bestrijden? Nee, een stevige integrale aanpak is nodig zegt @jaapseidell in @nrc https://t.co/8enbsFf5ye
— jacob seidell (@jaapseidell) April 25, 2018
Foodlog organiseert het snelcongres
Gezonde Innovatie:
hoe kom je van herformulering naar het uitvinden van een gezond aanbod?
Dat blijkt niet zomaar een vraag. Schrijf je nu in: maandag 4 juni (Utrecht, stadion Galgenwaard)
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Tipping the scales, een Australische docu over het obesitasprobleem daar.
Jordi, stel dat het zo is. Mag je het dan toch niet zeggen?
Vrijwel alle sociologen zijn het er nl. over eens dat aanbod de vraag bepaalt en niet omgekeerd.
Het is makkelijker de voedingsindustrie de schuld geven van dat mensen te veel zout en suiker eten. Mensen hebben hun zout en suikerinname zelf in de hand. drink ik mijn koffie met 1 schepje of toch maar een half schepje suiker. Als je de industrie de schuld van alles geeft zeg je eigenlijk dat mensen te dom zijn om eigen keuzes te maken en dat de overheid die keuze moet maken.
Vandaag op het vakantieadres in de Moezel een verse braadworst van de overigens mooie slagersafdeling van de Edeka gegeten.
Misschien komt het door het minder zout gebruiken sinds ik kinderen heb, of omdat de (supermarkt)worsten in Nederland geherformuleerd zijn, maar de worst bij onze oosterburen was mij veel te zout.
Hoe ziet een zoutvermindering (of suikervermindering) er eigenlijk in een Europese wereld uit? Gaan Nederlandse producenten zich aan minder zout conformeren, of gaan supermarkten dat doen? Wie controleert dat?
Overigens ook interessant dat bij een zoutvermindering alle challengetesten voor de uitgroei van Listeria de prullenbak in kunnen.
De oorlogsverklaring aan zout zou nog eens heel goed tegen het licht moeten worden gehouden door RIVM & Co. Japanners zijn de grootste zoutslikkers en hebben zo’n beetje de hoogste levensverwachting. Minder zout zorgt voor minder gevoeligheid in de lichaamscellen voor insuline, en er zijn ook legio aanwijzingen dat het bijdraagt aan depressiviteit. Wie weet heeft de mens wel een zout-gen, omdat we geëvolueerd zijn in kustomgevingen. De Inuit hebben tenslotte een Ω-3 gen waardoor alleen zij profijt van dit vet schijnen te hebben.
Wat in dit soort discussies nooit genoemd wordt is het verschil tussen natuurlijk zout en het geraffineerde spul dat in alle fabrieksvoedsel zit en ook in die zoutvaatjes bij de mensen thuis en de horeca weet er ook best weg mee. De eerste is essentieel voor een goede gezondheid, de tweede is de boosdoener en kan beter helemaal tot het nulpunt worden teruggebracht en worden vervangen door het eerste. Dan hoeft het ook niet verder omlaag maar kan er beter wat bij. Maar ja dat kost meer. Zo is het meestal met goede waar.
Het gewone, door de meesten gebruikte keukenzout heeft nauwelijks iets van doen met ongeraffineerd natuurlijk zout dat essentieel is voor de juiste biologische functies. Het probleem-keukenzout ondergaat een reeks aan behandelingen en bestaat uit 98% natrium chloride en de rest toegevoegde chemicaliën als jodium en vocht absorbeerders en wordt gedroogd bij 650 graden. Door deze hitte verandert de chemische structuur nogal hetgeen tot gezondheids problemen kan leiden.
Een juist kaliumniveau is van groter belang. Juist dit mineraal speelt een integrale rol bij een normale bloeddruk. De zout-kalium verhouding is bij de meesten uit de juiste verhouding. Fabrieks‘maaltijden’ en ander ‘processed food’ bevat nauwelijks tot geen kalium maar wel geraffineerd zout, niet moeilijk te raden wat de gevolgen zijn.
Nog zo’n lekker goedkoop en gevaarlijker goedje: fructose. Dit wordt gek genoeg zelden of nooit genoemd in alle geweeklaag over hypertensie/te veel zout. Ik denk dat de te hoge suiker-fructose inname eerder debet is aan te hoge bloeddruk dan zout alleen. Vooral fructose dat als bijproduct urinezuur genereert wat de bloeddruk omhoog stuwt en niet alleen jicht veroorzaakt maar – naast wat al bekend is – ook betrokken lijkt bij anorexia nervosa, immuunziekten, stemmingswisselingen, hyperactiviteit en oxidatieve stress.
De ons voorgehouden gezondheidsvoordelen door zoutrestrictie voor het hart werpen nogal wat vragen op. Een onderzoek uit 2011 onder 6500 deelnemers leverde geen bewijs op om zoutvermindering te propageren. Onder mensen met zowel hoge- als lage bloeddruk toonde zoutreductie geen significante associatie met algemene - en cardiovasculaire doodsoorzaak. Onder hen met hartfalen werd zoutrestrictie geassocieerd met verhoogde sterfte kans.
Het amerikaanse The Institute of Medicine (IOM) concludeerde in 2013 dat er ook onvoldoende bewijs was om zoutgebruik onder de 2,3 gram per dag te houden. Een update op het onderzoek stelde in 2014 ook vast ’dat er onvoldoende bewijs was voor klinisch belangrijke effecten van zoutreductie op cardiovasculaire doodsoorzaak’ bij mensen met hoge- en normale bloeddruk.
Een andere meta-analyse concludeerde zelfs dat mensen met hartfalen die hun zoutinname verlaagden 160 % meer kans liepen te overlijden dan zij die dit niet deden.
Indachtig de aangetoonde feiten lijkt mij dat te weinig zoutinname juist gevaarlijker is. In een studie leidde een laag zoutgebruik zelfs tot insuline resistentie, een risicofactor voor diabetes-2. – Die verandering voltrok zich binnen 1 week.
Onderzoek gepubliceerd in the JAMA geeft aan dat minder dan 3 gram zout per dag overlijden door een hartaandoening juist vergroot.
Laag zoutgebruik wordt ook in verband gebracht met verhoogd LDL cholesterol en triglyceriden en een hogere sterfkans voor diabetici, patiënten die juist meer dan anderen te horen krijgen om op hun zoutgebruik te letten.
Het is maar dat we het weten.