In The Guardian van zondag viel een verslag te lezen van het bezoek van Slow Food voorman Carlo Petrini aan Charles, de Engelse troonopvolger en eco-prins.

Petrini is inmiddels zodanig profetig, dat de krant zich afvroeg wie nu bij wie op audiëntie ging.
Hoogste tijd daarom voor een serieuze vraag: wat heeft Petrini nu eigenlijk te melden?

Hij zegt zinnige dingen, maar zijn boodschap is niet uniek. Petrini is een conservationist, maar dat is Johannes van Dam ook. Amsterdamsche Ossenworst dient bevroren te worden in 1781. Meshanger, een alleen heel jong te eten en daarom verdwenen Noord-Hollandse kaas, ook. Je kunt de kaas vandaag de dag weer doen herleven en verkopen door het hele land met de kwaliteit van toen - een beschermend gasverpakkinkje doet wonderen - maar helaas mag dat niet van Petrini's Slow Food.
Een goeie frikandel (ja, die kunnen echt) kan niet volgens Petrini: eten komt uit echt het verleden. Ik vermoed dat zelfs Joh. van D. ruimhartiger is.

Iedere school moet een tuin hebben van Petrini. Dat zeggen er ook nogal wat meer meer.

Hij wil tuinen en boeren rond de steden. Geen supermarkten. Want Petrini wil het aantal foodmiles beperken. Dat is onzin. Het argument moet zijn: om mensen een band met waar hun eten vandaan komt te laten houden. Maar foodmiles, kom op zeg. Dat kun je zo niet zeggen, zonder bergen logistieke maatregelen.

Hij protesteert tegen Monsanto's zaadpatenten die kleine boeren beroven van ‚hun‚zaad. Maar ook dat doen er meer. Als Slow Food overigens met een onsuccesvol argument, want daar gaat het niet om.

Monsanto is voor grootproducenten, cq. mensen die daarvoor produceren. Die oude zaadjes zijn voor een andere 'life style', van ouderwetsere producenten. Het zijn twee werelden. Voor die van Petrini heb je de Kokopelli's van deze wereld - uit Frankrijk, het land dat er volgens hem zoveel slechter aan toe is dan Italië. Want daar gaat het, after all en volgens Petrini, het best. Grappig dus dat uitgerekend in dat land Slow Food moest worden geboren!

Petrini's Slow Food vraagt aandacht voor:
1. het recht op genot
2. het recht op verschillende smaken in de vorm van een "global diversity of traditions"
3. de morele plicht van voeding om goed te smaken
4. duurzame productiemethoden
5. diervriendelijkheid
6. voedselveiligheidWie is het daarmee oneens? Het enige onderscheidende punt is het tweede. Maar bedenk wel wat er allemaal niet mag van een strenge cultuur van tradities. De wolhandkrab en Japanse oester mogen in Nederland niet worden gegeten, want beide beesten 'horen' hier niet. Rode wijn bij de boerenkool kan niet, want die hadden we hier niet. Dat moet met bier.
Brabantse Berkshire ham - hoe lekker en ambachtelijk ook - kan niet, want het is geen product van hier. Het Groene Woud Rund zou geen Aberdeen Angus kunnen zijn, want dat liep daar niet. Een Brabantse kan niet, want die bestaat niet. Klootwijk's varkensbillen mogen hier niet gedroogd worden (ergens anders ook niet trouwens). Deze rij is ontiegelijk lang te maken.

Omdat Slow Food geen coherent antwoord heeft op dergelijke essentiele onderwerpen, mag de discussie zo langzamerhand wel eens gevoerd worden: is Slow Food een mediamieke melting pot van romantische culi-gevoelens of heeft de beweging wel degelijk het coherente gedachtenkader dat voorganger Petrini wordt toegedicht?

Het moge duidelijk zijn: ik kan die 'philosophy of food' niet ontdekken. Met het groeien van de jaren is het er niet beter op geworden. Ik heb de stellige indruk dat de SF-beweging een aantal maatschappelijke thema's in haar balboekje heeft bijgeplakt, maar niet verwerkt.
Dit artikel afdrukken