Bovenop de hittegolf is begin juni het El Niño-seizoen begonnen. El Nino is een cyclisch klimaatfenomeen in de zeestromingen van de Stille Oceaan, dat leidt tot hogere temperaturen wereldwijd. Het versterkt de al hoge temperaturen die het gevolg zijn van klimaatverandering. Het resultaat is nog extremer weer wereldwijd.

Afname van aantal vissen en migratie naar andere gebieden
Een effect van de opwarming van het zeewater is dat vissen verder naar het noorden worden gedreven en hun verspreidingspatronen veranderen. Op dit moment worden de pelagische soorten makreel, haring en blauwe wijting in het Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan overbevist omdat belangrijke visserijlanden zoals het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, de EU, IJsland, de Faeröer, Groenland en Rusland het al een paar jaar niet eens kunnen worden over de verdeling van de visquota.

Als je naar de wereldwijde visvangsten als geheel kijkt, zie je dat ze steeds meer uit warmwatersoorten bestaan
De historische verdeling van die quota komt niet meer overeen met de locaties waar de vissoorten nu zitten. Aangezien deze soorten nu meer noordelijk voorkomen, willen vissers uit IJsland, de Faeröer en Noorwegen een groter aandeel van het totale quotum. Omdat het niet lukt om een nieuw verdelingsmodel van de quota af te spreken, heeft een aantal grote visbestanden het MSC-keurmerk voor duurzaam gevangen vis verloren. In 2019 was zo’n 80% van het volume aangelande vis in Nederland in het MSC-programma. Vanaf 2022 is dit aandeel gedaald naar 53%. Gelukkig zijn de onderhandelingen voor Noordzeeharing minder complex en is het keurmerk nog - en terecht - van kracht.

Onderzoekers waarschuwen dat de opwarming van de zeeën het paaivermogen van vissoorten kan beperken. Opwarming van de oceanen heeft ook invloed op de groei van algen: de basis van de voedselketen in zee. Dat kan weer gevolgen hebben voor de rest van die voedselketen. Als vissenlarven niet in de juiste periode het juiste voedsel krijgen, kunnen ze niet overleven. Als je naar de wereldwijde visvangsten als geheel kijkt, zie je dat ze steeds meer uit warmwatersoorten bestaan, in tegenstelling tot de vangsten in voorgaande jaren die meer soorten uit koeler water hadden.

Hittegolven onder water en oplopende zuurgraad
Naast overbevissing en oplopende zeewatertemperaturen lopen zeedieren nog een ander gevaar: verzuring van de oceaan. Klimaatverandering heeft niet alleen gevolgen voor de temperatuur van het water. Ook de waterkwaliteit verandert. Door hogere kooldioxidegehaltes in de lucht neemt ook de oceaan meer CO2 op. Daardoor wordt het water zuurder. In de afgelopen industriële periode is de pH al gezakt van 8.2 naar 8.1. Zulke snelle chemische veranderingen zijn vooral een risico voor koralen, schaaldieren en verschillende belangrijke groepen plankton die carbonaat- en calciumionen uit het zeewater gebruiken om hun schelpen en skeletten te bouwen. De impact op koraalriffen, die onderdak bieden aan duizenden verschillende vissoorten, wordt nu al duidelijk gevoeld. Hittegolven onder water, gecombineerd met een toename van de zuurgraad van de oceaan, hebben al delen van het Great Barrier Reef in Australië vernietigd.

Die hittegolven zullen steeds vaker voorkomen. Mariene biologen waarschuwen dat vrijwel alle koraalriffen tegen het einde van de eeuw zullen zijn verdwenen, zelfs als de uitstoot van koolstofdioxide in de komende decennia op een relatief laag niveau wordt gehouden.

Gevolgen op de Noordzee
Op de Noordzee waren veranderingen in de visbestanden in het verleden veelal het gevolg van overbevissing. Nu komen daar de gevolgen van klimaatverandering bovenop. Het Noordzee-kabeljauwbestand herstelt niet van overbevissing, ondanks dat de visserijdruk nu heel laag is. Kottervissers zijn erg bezorgd over de jaarlijks dalende tongvangsten. Rond 1995 konden ze soms wel meer dan 30.000 ton per jaar vangen. Ondanks de veel lagere visserijdruk adviseert het International Council for the Exploration of the Sea (ICES) voor 2024 een vangst van niet meer dan 3.588 ton, een daling van 61% ten opzichte van dit jaar.

Niettemin zijn er ook vissen die profiteren van de opwarming van het water. Soorten zoals zeebaars, poon, rode mul en pijlinktvis verspreiden zich naar het noorden. Dertig jaar geleden was de vangst van pijlinktvis in de Noordzee een zeldzaamheid, maar de vangsten zijn de afgelopen dertig jaar continu toegenomen, zo laten cijfers van het Duitse Thüneninstitut zien. Afgelopen winter was pijlinktvis in een aantal weken de belangrijkste inkomstenbron voor veel Nederlandse vissers. De visserij op deze ‘nieuwe’ soorten is tot nu toe echter nog nauwelijks gereguleerd.

Klimaatwijs visserijbeheer essentieel
Nu de zeeën warmer worden en hittegolven op zee vaker voorkomen, zullen overheden prioriteit moeten geven aan het duurzaam beheren van deze visbestanden. Als ze het niet eens kunnen worden over klimaatwijze strategieën voor visserijbeheer, zullen de gevolgen voor de vispopulaties nog ernstiger zijn. Uit onderzoek is gebleken dat de opwarming van de zeeën, met inbegrip van mariene hittegolven, sommige Atlantisch-Scandinavische haringpopulaties tussen 2005 en 2015 met 40% heeft doen afnemen.

De visserij op nieuwe soorten gaat meestal goed zolang ze commercieel nog niet zo belangrijk zijn. Maar ook deze visserijen moeten gereguleerd worden, zodat de nieuwe soorten niet overbevist worden, en de impact op het ecosysteem beperkt blijft.

Supermarkten staan voor een grote uitdaging. Waar ze zich een paar jaar geleden nog committeerden aan 100% gecertificeerde vis, is onduidelijk wat ze gaan doen nu belangrijke soorten als makreel het keurmerk hebben verloren
Om een effectieve controle en beheer van gedeelde visbestanden te garanderen, is internationale samenwerking van regeringen over de landsgrenzen heen van cruciaal belang. Zonder een gezamenlijke en effectieve planning lopen onze visbestanden het risico van overexploitatie, overbevissing en zelfs ineenstorting. Neem het voorbeeld van de Noordzeeharing in de jaren zeventig, waar te laat maatregelen werden genomen om ineenstorting van het paaibestand te voorkomen. Herstel van het haringbestand vereiste een vijfjarige sluiting van alle gerichte visserijen, wat een blijvend effect heeft gehad op de hele sector. “Met nog grotere politieke en ecologische veranderingen in het vooruitzicht, moeten we leren van het verleden en ervoor zorgen dat het visserijbeheer klaar is voor het klimaat, veerkrachtig is en zich aanpast aan veranderingen”, stelt Erin Priddle, MSC programmadirecteur Noord Europa.

Consument zal het ook merken
Supermarkten staan voor een grote uitdaging. Waar ze zich een paar jaar geleden nog committeerden aan 100% gecertificeerde vis, is onduidelijk wat ze gaan doen nu belangrijke soorten als makreel het keurmerk hebben verloren. Een aantal supers (waaronder Ahold en het Britse Tesco) ondersteunen een ‘visserij verbeter programma’ (FIP) dat vanuit de handel is opgezet. Zolang er verbeterstappen zijn, blijven ze makreel in de schappen hebben. Maar de onderhandelingen over vangstverdeling hebben tot nu toe geen resultaat gehad.

Het merk Fish Tales houdt consequenter vast aan de keuze voor duurzame vis. Daarom hebben ze makreel uit het assortiment gehaald, zelfs al kost dat omzet. Irene Kranendonk, visserijbioloog van Fish Tales: "We kunnen pas iets veranderen als vismerken en retailers de juiste keuze maken. Een keuze die consumenten aan het denken zet en visserijen stimuleert tot verduurzaming.”
Dit artikel afdrukken