Klimaatwetenschappers zien het ene na het andere klimaatgerelateerde onheil langskomen. Maar de ongekend hoge temperaturen in de Noord-Atlantische Oceaan zijn wel heel uitzonderlijk. Hoe deze te verklaren?
"We wisten dat er records zouden sneuvelen, maar ze worden verpulverd," zegt de Belgische klimaatwetenschapper Wim Thiery in De Standaard. "Als klimatoloog weet je dat zulke gebeurtenissen eraan komen, maar om ze voor je eigen ogen te zien ontwikkelen, is beangstigend".

Thiery heeft het over de recordtemperaturen van het water van de Atlantische Oceaan op het noordelijk halfrond, het deel van de oceaan tussen de evenaar en 60 graden noorderbreedte. Dat water is sinds maart al bijna 1,1 graad warmer dan gemiddeld en bereikte op 11 juni een gemiddelde temperatuur van 22,7 graden. Sinds de metingen begonnen in 1982 werd nog nooit zo’n grote afwijking genoteerd. Een 'enge' grafiek, zegt ook Maarten Keulemans in de Volkskrant.

Vanaf maart registreerden de satellieten die van bovenaf de stralingswarmte van de oceaan meten dat het wel érg ongewoon warm was. Eerst rond de Kaapverdische eilanden, waar de temperatuur van het water aan de oppervlakte tot 4 graden hoger lag dan normaal. Inmiddels wordt ook ten westen van Ierland en Frankrijk warmer zeewater gemeten dan anders gemeten.

Saharazand, minder sterke passaatwinden, sulfaataerosolen?
Wetenschappers zoeken naarstig naar een verklaring voor het onverwachte fenomeen. De klimaatverandering als zodanig ligt natuurlijk voor de hand, vooral nu er meer berichten komen dat de watertemperatuur wereldwijd recordhoogten bereikt. Maar de prominente klimaatwetenschapper Stefan Rahmstorf (Potsdam Institut für Klimafolgenforschung) houdt het op "een zwakkere subtropische zeestroming, veroorzaakt door minder sterke passaat- en westenwinden boven de oceaan", aldus De Standaard. Hij krijgt bijval van de Nederlandse oceanograaf Erik van Sebille (Universiteit Utrecht). Het is nog "een beetje speculeren," zegt hij in de Volkskrant, "maar zo’n snelle verandering als dit kan haast alleen maar duiden op een herschikking van warm en koud water in de oceaan." Ofwel: de waterlagen mengen zich minder zodat de toplaag meer opwarmt en het diepere water kouder blijft. Met het warme weerfenomeen El Niño heeft de Atlantische opwarming in ieder geval weinig, of hooguit zijdelings te maken, denkt Van Sebille.

De Amerikaanse klimaatonderzoeker Michael Mann (University of Pennsylvania) wijst erop dat er dit jaar veel minder Saharazand naar de Atlantische Oceaan is geblazen. Dat zand heeft, in de hogere luchtlagen, een afkoelend effect op het wateroppervlak doordat er minder zonlicht op de oceaan schijnt. Eenzelfde verkoelend effect hebben, ironisch genoeg, de sulfaataerosolen die de zware scheepvaart uitstoot. Nieuwe scheepvaartregels hebben de uitstoot van zwavel juist drastisch vermindert, schrijft Het Laatste Nieuws.

De Saharazandhypothese stelt Valerie Trouet, directeur van het Belgische Klimaatcentrum, enigszins gerust. Al dan niet aanwaaiend Saharazand is een natuurlijke factor met een mogelijk tijdelijk effect, wie weet waaien binnenkort de wolken Saharazand wel weer de oceaan op.

De grote vraag is natuurlijk wat ons verder boven het hoofd hangt. Het weinig geruststellende antwoord: niemand die het weet.

watertemperatuur atlantische oceaanBron: grafiek Climate Change Center, University of Maine