De prijsdaling is het gevolg van een tijdelijk overaanbod op de markt. Die volgt op een periode van grote exporten vanuit Duitsland naar landen buiten de EU, met name China. Dat land importeerde de afgelopen jaren een groeiende stroom varkensvlees omdat zijn eigen productie sterk gedaald is als gevolg van de Afrikaanse varkenspest-uitbraak die de Chinese varkensstapel drastisch reduceerde. De grote verspreiding van de ziekte was was het gevolg van de structuur van de vleesproductie in China die nog veel kleine boeren telt. Hun bedrijven zijn vatbaarder dan de moderne stallen naar Westers voorbeeld. Om het euvel te verhelpen, werkt China daarom aan hoog tempo aan de bouw van grote varkenscomplexen die wij aanmerkelijk groter dan mega zouden noemen.

De Duitse export naar China bedroeg in de eerste helft van dit jaar 380.000 ton, bijna 60% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Voor onder meer Nederland is het importverbod goed nieuws omdat onze boeren in het gat kunnen springen zolang de pest onze oostgrens niet oversteekt. Mocht dat gebeuren dan zullen onder meer Spanje en de VS hun exporten verder kunnen verhogen. Spanje verhoogde tussen vorig jaar en dit jaar zijn export naar China met 140%; de VS verviervoudigden die zelfs.

Nederlands vlees is beter voor Duitse burgers, is geen antwoord op het Duitse marketingoffensief dat door Fuss is ingezet
In Duitsland dreigen boeren, net als in de markt vóór de uitbraak van AVP in China, weer onder kostprijs te moeten gaan werken na twee jaar van uitstekende prijzen (2018 en 2019). Een vleesverwerker uit Beieren doet er echter niet aan mee. Het kleine Duitse vleesbedrijf Fuss in Memmingen bevriest de prijs op €1,47 euro. Het bedrijf legt in een brief aan zijn klanten uit waarom en vraagt hen mee te willen werken aan zijn strategie. Kort samengevat zegt Fuss: steun je de boeren nu niet, dan verdwijnen er zoveel varkensboeren dat je straks weer de hoofdprijs moet betalen voor Duits varkensvlees.

Het pleidooi klinkt als 'Duits vlees voor Duitse consumenten'.

Marketingoffensief
Of dat argument voldoende sterk is om de gehele Duits varkensvleesproductie overeind te houden, valt te betwijfelen. Duitsland produceerde in 2019 5,2 miljoen ton varkensvlees. Daarvan wordt ruim 15% in andere EU-lidstaten gegeten. Nog eens 15% wordt buiten de EU geëxporteerd, waarvan 70% (ruim 10% van de totale productie in Duitsland) naar China.

Duitsland exporteert dus 30% van zijn varkensvlees en zou bij Duits vlees voor Duitse consumenten - een marketingargument - zijn productie met een kleine derde moeten inkrimpen. Als ook andere Europese consumenten overtuigd zijn van de kwaliteit van Duits vlees zou de krimp geringer mogen zijn.

Ter vergelijking: Nederland exporteert 70% van zijn varkensvlees, waarvan het grootste deel naar EU-lidstaten; daarvan is Duitsland de belangrijkste afnemer. In 2018 exporteerde Nederland nog 'slechts' 15% van zijn varkensvlees naar landen buiten de EU. in 2019 verdrievoudigde de export naar China als gevolg van de varkenspest, waardoor het exportaandeel in de productie van Nederland verder steeg. In de eerste vier maanden van dit jaar verdubbelde de export naar China bovendien nog eens ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De totale export naar niet-EU landen mag op dit moment op een productieaandeel boven de 20% worden geschat. Omdat China verantwoordelijk is voor veruit het grootste deel van die export, zal AVP ook in Nederland een zware klap voor het boereninkomen betekenen. Als Duitsland bovendien gaat inzetten op Duits vlees voor Duitse consumenten, wordt de Nederlandse varkensboer nog harder geraakt. Nederlands vlees is beter voor Duitse burgers, is geen antwoord op het Duitse marketingoffensief dat door Fuss is ingezet en voor Duitsland best kan uitwerken met wat krimp in de sector.

Local for local
Nederlands varkensvlees behoort tot de minst geëxporteerde producten uit Nederland. Tomaten gaan bijvoorbeeld voor ruim 90% de grens over. Nederlandse boeren en tuinders moeten zich dan ook zorgen maken over de toenemende trend naar local for local, het gemakkelijk bekkende voedselnationalisme om de eigen boer te redden. Voor een aantal boeren is het een prima oplossing, maar veruit het merendeel kan er geen kant mee uit. Zelf laten we inmiddels regelmatig lokale melk uit Bodegraven van Picnic thuisbezorgen. Het is ultiem gemak, smaakt lekker en voelt goed. Maar ik weet tevens: als iedere Europese consument zo gaat denken, zullen we hier de weilanden weer moeten gaan bebossen. Nederland exporteerde de afgelopen tien jaar nog net wat meer zuivel dan varkensvlees.
Dit artikel afdrukken