image

Nederland wil graag koeien in de wei, cultuurlandschap en boeren met petjes tegen hekjes. Het mag alleen niks kosten. Stel je bent minister en je moet wat met die burgers. Wat zou je doen?

Voor het geven van inkomenssteun gekoppeld aan te verlenen diensten voor landschap, dierenwelzijn, natuur en milieu bestaat een brede steun onder de Nederlandse bevolking. Maar voor 'inkomenssteun' die direct uit de eigen portemonnee komt, zoals een hogere prijs voor melk met 'weidegarantie' of voor diervriendelijker vlees, is de Nederlander minder enthousiast. Dat komt naar voren uit het Publieksonderzoek Toekomstvisie GLB, zoals dat op 10 juli is gepresenteerd door minister Verburg van LNV. Het kabinet wil de huidige Europese inkomenstoeslagen in de landbouw in de toekomst meer koppelen aan het realiseren van maatschappelijke waarden. Daarom is de minister van LNV gestart met een maatschappelijke dialoog over de toekomst van het Europese landbouwbeleid. Centrale vraag is: 'In welke mate steunen Nederlanders het voornemen om inkomenssteun voor agrarische ondernemers te koppelen aan door hen te verlenen maatschappelijke diensten voor landschap, natuur, dierenwelzijn, milieu en voedselkwaliteit?'.

Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
De onderwerpen uit de centrale vraagstelling worden als belangrijk ervaren. Als Nederlanders moeten kiezen tussen een vijftal zaken waaraan GLB-gelden als eerste besteed zou moeten worden, staat bescherming van het milieu bovenaan, gevolgd door respectievelijk het behoud van karakteristieke Nederlandse landschappen, het welzijn van dieren in de landbouw, de aanleg en beheer van natuurgebieden en ontwikkelingssamenwerking.

Het landschap en de beschermde natuurgebieden
Over het Nederlandse landschap bestaat bij veel Nederlanders pessimisme. Het deel dat vindt dat het Nederlandse landschap lelijker is geworden, is groter dan het deel dat vindt dat het landschap in Nederland mooier is geworden. Het idee om boeren te vergoeden voor het nemen van maatregelen die goed zijn voor de natuur en voor het karakteristieke landschap kan rekenen op de steun van meer dan negen op de tien Nederlanders.

Beeld van de agrarische ondernemer
Nederlanders denken over het algemeen positief over agrariërs. Men draagt boeren een warm hart toe en vindt dat de agrarische sector een belangrijke bijdrage levert aan de Nederlandse samenleving. Een grote meerderheid van de Nederlanders hecht veel waarde aan het Nederlandse platteland en aan de agrarische sector.

Dierenwelzijn en milieu
De meeste Nederlanders denken dat boeren tamelijk goed zorgen voor zowel het milieu als hun dieren. Het geven van een vergoeding van agrariërs voor het nemen van maatregelen die goed zijn voor de natuur en het karakteristieke landschap is een goed idee volgens de meeste Nederlanders. Een iets kleiner deel, maar nog steeds een ruime meerderheid, vindt het een goed idee om agrariërs een vergoeding te geven voor het grootbrengen van hun dieren onder betere omstandigheden dan wettelijk verplicht is.

Interpretatie van de resultaten
Voor het geven van inkomenssteun gekoppeld aan te verlenen diensten voor landschap, dierenwelzijn, natuur en milieu bestaat een brede steun onder de Nederlandse bevolking. Deze steun is in lijn met het ervaren belang van de onderwerpen waar het hier om gaat en met de positieve gevoelens van Nederlanders voor Nederlandse boeren.

Niet uit eigen portemonnee
Ter relativering: de zeer grote instemming van Nederlanders met het voornemen agrarische ondernemers in financieel opzicht te ondersteunen, wanneer zij zich inspannen ten behoeve van landschap, natuur, dierenwelzijn en milieubescherming moet mede in het licht gezien worden van het feit dat men dit niet direct in de eigen portemonnee voelt. Wanneer dit wel het geval is, bijvoorbeeld wanneer gevraagd wordt of men bereid is iets meer te betalen voor melk met ‘weidegarantie’, is men een stuk minder enthousiast. Dan wil slechts een op de zes consumenten zeker iets meer betalen. En voor vlees van dieren die onder betere omstandigheden zijn opgegroeid dan wettelijk verplicht is, is slechts twee op de tien consumenten zeker bereid iets meer betalen.


bron: ministerie LNV
Dit artikel afdrukken