Gisteren liet nog zittend minister Piet Adema van Landbouw de Tweede Kamer weten dat hij bij de Europese Commissie zelfs geen begin van bereidheid heeft gevonden om ruimte te maken voor Nederlandse boeren die meer mestruimte nodig hebben. Die moeten ze uit kunnen rijden, desnoods alleen op grasland omdat dat weinig milieuschade oplevert vanwege de permanente dichtheid van het gewas. Hij wilde een beetje terug van de derogatie om meer mestplaatsingsruimte te mogen gebruiken dan de Europese mestnorm toestaat. Adema lijkt de handdoek in de ring te gooien. Ondanks intensieve gesprekken zegt hij in het huisblad van LTO Nederland: "Het gaat er niet komen, daar moeten we serieus rekening mee houden."

In een interview met hetzelfde blad vertelt Ger Koopmans, de nieuwe voorzitter van boerenkoepel LTO Nederland, dat hij wil vechten tegen Brusselse regels die het de Nederlandse melkveehouders moeilijk maken. Er moeten 600.000 van de 1,5 miljoen melkkoeien uit als die niet veranderen. Dat is zo exorbitant dat het de bedoeling nooit kan zijn geweest, zegt Koopmans met zoveel woorden.

Met name boeren met de modernste bedrijven zullen omvallen omdat ze hun rekeningen niet meer kunnen betalen
De minister werkt momenteel aan een pakket maatregelen om ernstige mestoverschotten in Nederland te voorkomen. Die resulteren op papier uit het verlies van de derogatie bij een gelijkblijvende dierstapel. Nieuwe regelgeving dwingt tot krimp. Naar verwachting treedt hij daar volgende week mee naar buiten.

Dat doet Adema om zogeheten generieke maatregelen te voorkomen. Dat zijn pondspondsgewijs toegepaste regels voor iedere boer. Ze zullen ertoe leiden dat vele boeren omvallen omdat hun bedrijven bij invoering van de lagere mestnorm economisch niet meer rond te zetten zijn. Met name boeren met de modernste bedrijven zal dat lot treffen omdat ze hun rekeningen niet meer kunnen betalen.


Wijkers en blijvers
De ontstane situatie resulteert uit een lange serie kabinetten die onder druk van boerenkoepels geen keuze maakten. Ze hadden onderscheid moeten maken tussen wijkers, bedrijven die weinig toekomst meer hebben en nog slechts uitboeren zonder opvolging, en blijvers, bedrijven die wel toekomst én een jonge enthousiaste opvolger hebben die nog boer in Nederland wil worden. Dat enthousiasme neemt zienderogen af doordat opeenvolgende kabinetten die keuze inmiddels al zo'n 20 jaar niet maken. Tijdens een bijeenkomst in Terheijden ter gelegenheid van het afscheid van de lokale ZLTO-voorzitter Piet Hermus, zei LTO-melkveehouderijbestuurder Jos Verstraten vorige week maandag dat het hem pijn deed dat nou juist de bedrijven die geïnvesteerd hebben en theoretisch de toekomst zou moeten hebben, als eerste zullen omvallen door generieke maatregelen. Afgelopen dinsdag protesteerde hij fel tegen het beleid van Adema die niet zou snappen wat hij doet.

Adema zoekt verlichting van de boerenpijn in het regelen van extra geld voor de boeren. De uitdaging zit echter in het maken van een keuze voor de boeren die Nederland wil houden en het laten afvloeien van de stoppers die de ruimte voor de blijvers blokkeren omdat ze te lang blijven 'hobbyen' voor ze uiteindelijk hun bedrijf staken. Maak je als beleidsmaker die keuze niet, dan zadel je alle boeren met een probleem op en moet iedereen zijn deel van het geheel krimpen. Het wegvallende volume veroorzaakt bedrijfseconomisch onderdekking van de kosten, met alle gevolgen van dien. Was bijvoorbeeld 30% van het volume afgevloeid in de vorm van wijkers, dan had de resterende 70% geen last van krimp en zou die gerealiseerd kunnen worden op goed functionerende bedrijven.

De strategie van Koopmans komt echter het meest neer op doorgaan met schieten als je geen munitie meer hebt
Theoretische powerplay
LTO-Voorzitter Koopmans wil ook opnieuw alle boeren redden, een onnatuurlijke strategie omdat zij tegen de markt ingaat. Zijn vakgroepbestuurder overziet de ontwikkelingen en hun oorzaken waarmee hij bestuurlijk rekening moet houden realistischer omdat het Nederlandse mestprobleem al van ver voor het met regelspaghetti strooiende Brussel dateert. Koopmans suggereert in het interview met Nieuwe Oogst dat hij dat Brussel kan bestrijden. Hij wekt daarmee de indruk dat hij dat kan omdat ook andere Europese boeren daar succesvol mee waren en zelfs importen uit Oekraïne mee konden blokkeren.

Onlangs legde ik uit waarom dat niet klopt: Nederland heeft lang nagelaten zijn landbouw zo te hervormen dat deze aan de basis-milieunormen van de EU voldoet. Misschien kan dat als Nederland zich maar lang genoeg horkerig opstelt in Europa en bijvoorbeeld weigert mee te betalen aan hulp voor Oekraïne. Onze (vermoedelijk) nieuwe Navo-baas Rutte zal daar verwijten over krijgen, maar als het aanstaande kabinet 'niet-Wilders' zich daar niet aan stoort, is het theoretisch denkbaar dat Koopmans een dergelijk powerplay zinvol kan opzetten.

De strategie van Koopmans komt echter het meest neer op doorgaan met schieten als je geen munitie meer hebt: de verordeningen op het gebied van mest aanpassen kost zoveel tijd dat juist de boeren met toekomst zullen omvallen en de groep die toch zal stoppen zonder opvolger blijft aanpielen. De strategie van Adema heeft meer weg van knallen met losse flodders in allerlei richtingen. Onlangs deed hij alsof hij met toestemming van Brussel voor Renure (gerecyclede stikstofkunstmest van echte mest) het mestprobleem van de Nederlandse boer had opgelost. Dat probleem is echter nog een maatje groter, terwijl onzeker is of Renure ongeclausuleerd gebruikt zal mogen worden.
Dit artikel afdrukken