Drie van de 4 Deense, Duitse en Chinese consumenten hebben gemiddeld 20% meer geld over voor 'beter' varkensvlees, net als 60% van de Britse.

Over waar dat 'beter' uit bestaat, verschillen de meningen. Dat blijkt uit een Deens onderzoek, verschenen in Livestock Science. Consumenten moesten aangeven of ze meer wilden betalen voor varkensvlees met meer dierenwelzijn, minder klimaatimpact, minder antibioticagebruik, gegarandeerd vrij van ziekteverwekkers of soja-vrij, ofwel ontbossingsvrij.

Tot verrassing van de onderzoekers stond varkensvlees met meer dierenwelzijn met stip bovenaan. "Uit de antwoorden blijkt duidelijk dat consumenten het belangrijk vinden dat varkens een goed leven hebben gehad en dat is belangrijker dan klimaatvriendelijke productie. Dit geldt voor consumenten in Denemarken, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk," zegt Peter Sandøe, de hoofdauteur van het onderzoek, in ScienceDaily Voor Chinese consumenten bleek voedselveilig varkensvlees het allerbelangrijkst.

Klimaatzorgen uit je niet via vlees
In het licht van hoezeer het klimaat de afgelopen jaren het publieke debat heeft beziggehouden, waren we verbaasd dat het terugdringen van de klimaatvoetafdruk zo'n relatief lage prioriteit kreeg onder consumenten
Sterker nog, voor Duitse consumenten scoorde klimaatoverwegingen het laagst van de 5 mogelijke opties, voor de Deense, Britse en Chinese het op een na laagst. "In het licht van hoezeer het klimaat de afgelopen jaren het publieke debat heeft beziggehouden, waren we verbaasd dat het terugdringen van de klimaatvoetafdruk zo'n relatief lage prioriteit kreeg onder consumenten," vult medeauteur Thomas Bøker Lund aan.

Wat consumenten bij de voorkeur voor diervriendelijker vlees motiveert, is dat ze daarmee iets concreets in handen hebben. Door een stukje diervriendelijk (met een keurmerk) vlees te kopen voor het avondeten, hebben consumenten het gevoel iets te doen voor zo'n individueel varken en zijn welzijn. Maar bij de klimaatimpact van een stuk varkensvlees is die connectie veel minder duidelijk. Zo is voor de meeste mensen de klimaatimpact van vleesproductie vooral gelinkt aan rundvlees, dat een veel grotere CO2-uitstoot kent. "Veel consumenten denken niet dat ze met hun aankoopgedrag van varkensvlees echt een verschil kunnen maken voor het klimaat," aldus Bøker Lund, "en veel consumenten doen liever op andere manieren iets voor het klimaat."

Dilemma
Daar komt bij dat er sprake is van een "zeer reëel dilemma". Focussen op klimaatvriendelijke varkensvleesproductie betekent concessies aan het dierenwelzijn. Dat zit zo: een klimaatvriendelijker varken is een 'efficiënter' varken. Een varken dat zo veel mogelijk biggen per worp krijgt. Een varken dat binnen wordt gehouden om de directe uitstoot te beperken. Een varken dat fijngemalen voer krijgt, zodat niets verloren gaat, maar dat maagzweren veroorzaakt. "Omgekeerd geldt: hoe vriendelijker je met de dieren omgaat, hoe groter de impact op het klimaat per kilo vlees," zegt Sandøe.

Hoe vriendelijker je met de dieren omgaat, hoe groter de impact op het klimaat per kilo vlees
En dan levert 20% meer geld ook nog eens niet veel op wat dierenwelzijn betreft. De overgang van een snelgroeiende 'plofkip' naar een langzamergroeiende kip, waar in Nederland Wakker Dier jaren naar toegewerkt heeft, blijkt al tot circa 25% meer kosten te leiden. "En dan heb je het maar over één veranderde parameter. [..] Wat varkens betreft, kost een binnenvarken, waar slechts kleine verbeteringen aan de stal zijn aangebracht, al gauw 20% extra. Er kan dus niet veel verbeterd worden voor zo weinig geld." Om dit dilemma op te lossen, vestigt Sandøe zijn hoop op 'nieuw denkwerk' van varkensvleesproducenten en politici.

"Je zou kunnen overwegen om een nationaal compromis te sluiten, vergelijkbaar met het Deense compromis over een verbod op kooieieren en het Nederlandse compromis om geen vlees van snelgroeiende kippen te verkopen in supermarkten. Dat wil zeggen, waarbij wordt besloten dat er alleen varkensvlees in winkels mag liggen dat aan bepaalde eisen voor dierenwelzijn voldoet. Dit is misschien de enige manier binnen het huidige kader," aldus Sandøe.

Ook op EU-niveau is er werk aan de winkel. De bestaande regelgeving is al meer dan 20 jaar oud en zou per eind 2023, nu dus, herzien worden. Daar wordt al jaren naar toegewerkt. Helaas lijkt in tijden van inflatie en oorlog dierenwelzijn het onderspit te delven. In de State of The Union repte commissievoorzitter Ursula Von der Leyen met geen woord over dierenwelzijn.
Dit artikel afdrukken