Marktonderzoeksbureau Ipsos (opiniepeilingen), dat in Nederland onder meer de stemming onder kiezers voor de komende Kamerverkiezingen in de gaten houdt, ziet dat consumenten er in toenemende mate van overtuigd raken dat gezonde voeding ook duurzaam is. Geen wonder dus dat bijna de helft inmiddels denkt dat ongezond voedsel de planeet schaadt.

De verpakkingsgigant noemt mensen die overtuigd zijn van het samenvallen van duurzaam en gezonde eten 'klimatiërs'. Meer dan de helft van de door Ipsos geënquêteerde consumenten zegt anders te willen gaan eten om de planeet te beschermen; 70% vindt het belangrijk dat gezonde producten het milieu geen kwaad doen. Slechts 17% zegt zijn 'groene en gezonde' levensstijl op te geven als ze het financieel moeilijker krijgen. Het feit dat groen als gezond wordt ervaren draagt daar mogelijk sterk aan bij.

Hoop op en wantrouwen in technologie
Een meerderheid (62%) denkt dat technologie een rol speelt in het oplossen van duurzaamheidskwesties in de voedingsindustrie. Maar ook onbewerkt eten staat hoog op het wensenlijstje van consumenten. Daar kan het gaan wringen. Een deel van de respondenten is sceptisch over de potentiële versheid van voedsel dat met behulp van technologie geproduceerd wordt. Bijna de helft denkt dat er teveel resultaten van innovatie zijn die mogelijk niet goed voor hun gezondheid zijn.

Een relatief klein deel ziet de reductie van voedselverspilling als grote uitdaging (38%), terwijl nou juist een derde van al het geteelde voedsel verloren gaat. Dat is nogal onduurzaam, want grofweg betekent het dat circa 2,5 miljard mensen in beginsel gevoed kunnen worden met een gelijkblijvende voedselproductie. Maar omdat we niet in staat blijken om 0% verspilling te bereiken, moeten we voor al die mensen wél extra voedsel produceren. Dat vergt een groot land-, kunstmest- en watergebruik die de natuur schaden, maar de consumenten uit de enquête lijken zich dat nauwelijks te realiseren.

De geïnterviewde respondenten maken zich zorgen over de betaalbaarheid van de levensmiddelen en dranken die ze graag kopen. De inflatie gooit roet in het eten, vinden ze. AIs bezuinigen nodig is, moeten restaurants voor hun toekomst vrezen. Minder uit eten gaan blijkt namelijk een voor de hand liggende manier om de hogere kosten op te vangen.

Fabrikanten verantwoordelijk voor gezondheid
Door de Covid-19 pandemie is de aandacht voor gezond eten gegroeid. Fysieke én mentale fysieke gezondheid, het voorkomen van ziekte, minder suiker en gezondheidsclaims spelen een belangrijke rol bij de keuze van consumenten voor producten. Meer dan de helft (51%) van de consumenten is van mening dat de levensmiddelenindustrie en grote A-merken verantwoordelijk zijn voor het maken en marketen van gezonde voeding. Consumenten zetten hen bovenaan hun lijstje van verantwoordelijken voor goed eten, vóór boeren en de overheid.

Tetra Pak ziet een gouden toekomst weggelegd voor personalised nutrition. Maar wat de industrie ook innoveert, op smaak zullen consumenten niet snel een compromis sluiten. Smaak bepaalt succes en blijft belangrijk.

Voor het onderzoek ondervroeg Ipsos 5.000 mensen en verschillende experts uit 10 landen (Brazilië, China, Duitsland, India, Kenia, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Spanje, Groot-Brittannië en de VS).


Is gezond ook daadwerkelijk duurzaam?

Vlees geldt als onduurzaam. In werkelijkheid zijn vlees en andere dierlijke producten heel voedzaam. Het bevat vele nutriënten in een geconcentreerde vorm. Voor kinderen in de groei is dierlijk eten belangrijk. Niettemin kan de levensmiddelenindustrie helpen bij het maken van een uitgekiend dierlijk eiwitvervangend menu. Toch zullen kinderartsen eerder geneigd zijn een dierlijk menu aan te bevelen voor kinderen. Ook voor vruchtbare, menstruerende vrouwen is dierlijk voedsel belangrijk; dat toonde onlangs de Wageningse onderzoeker Hans Verhoef aan.

De vraag of dierlijk voedsel gezond is of juist niet is ideologisch, en heeft zich zelfs in de wetenschap genesteld. Recent leenden Wageningse contractonderzoekers zich voor het maken van een rekenmodel waaruit - onterecht vonden wij - moest blijken dat dierlijk voedsel tot hoge gezondheidskosten leidt. De klimaatbeweging heeft het gezondheidsargument dat - tot de exceptioneel hete en droge zomers van 2022 en 2023 - dichter bij de belevingswereld van consumenten lag, gebruikt om de onverantwoord hoge impact van een hoge vleesconsumptie op natuur, milieu en klimaat gemakkelijker als ongewenst in het hoofd van de consument te krijgen. Met een vals argument dus dat als middel het terechte doel mocht heiligen.

Vers en zelfgemaakt voedsel geldt eveneens als duurzamer. Vers voedsel gaat gepaard met een hogere mate van voedselverspilling en is daarmee juist onduurzamer. Koken en voedsel bereiden in grote gaarkeukens spaart energie en water en is daarmee ook in tweede instantie duurzamer dan zelf vers voedsel bereiden. Wel is het zo dat industriematig bereid voedsel goedkoper en voor veel consumenten lekkerder is dan thuisgemaakt eten. Het gemak en de betaalbaarheid leiden gemakkelijk tot overeten van met name de meest dikmakende producten die geraffineerd koolhydraatrijk en/of in vet gefrituurd zijn. Dat maakt ze ongezond en is reden voor levensmiddelentechnoloog prof. em. Tiny van Boekel om te pleiten voor een nieuwe benadering van de bereiding van industrieel verwerkt voedsel. In beginsel rekende de wereldwijd bewierookte Wageningse agronoom C.T. de Wit voor dat een menu dat gebaseerd is op houdbare graanproducten het hoogste aantal mensen bij de hoogste graad van duurzame welvaart kan voeden. Dat betekent dat het stapelvoedsel waar we maar beter minder van kunnen eten, het meest duurzame maar niet het meeste gezonde is als dominante vorm van voedsel.

Wie zelf eten moet maken eet vanzelf minder. Dat is wel gezond, maar niet per definitie ook duurzaam.
Dit artikel afdrukken