Enviva's beurskoers heeft een ongekende crash doorgemaakt als gevolg van het feit dat het bedrijf zijn leningen niet meer kon betalen. Die leningen waren nodig omdat het bedrijf duur hout moest inkopen en verkeerde marktinschattingen over de prijs van elektra heeft gemaakt. Tussen mei 2019 en mei 2022 steeg de koers van het aandeel van rond de $30 tot bijna $90. Daarna kalft de koers af. Vanaf februari 2023 zakt de koers in tot het in november onder de $2 duikt. Inmiddels kun je een aandeel Enviva kopen voor minder dan 50 dollarcent.

Operationele problemen
Het faillissement heeft grote economische, maar ook politieke gevolgen. Niet alleen in de Verenigde Staten, een sleutelnatie voor de productie van houtpellets, maar ook in Europa, waar biomassaverbranding een aanzienlijk (59% volgens de jongste officiële cijfers) en ook nog eens door de Europese Commissie als duurzaam aangemerkt aandeel van de energievoorziening uitmaakt. Duitsland is de grootste inkoper omdat het zijn atoomkracht verving door kolencentrales te stoken met biomassa.

Een voormalig onderhoudsmanager van Enviva vertelde de activistische Amerikaanse website Mongabay dat de machines in de fabrieken van het bedrijf met structurele productieproblemen kampen. Enviva kon daarom orders en contracten niet naleven. Een belangrijk deel van het probleem is te wijten aan de beslissing van Enviva om over te schakelen op de verwerking van naaldbomen, waarvan de hars en vochtigheid de carbonstalen apparatuur snel laten roesten. De optimale oplossing zou zijn om de apparatuur in de fabrieken door roestvrijstaal te vervangen, maar de kosten daarvan zijn te hoog voor het financieel in zwaar weer verkerende bedrijf.

Rol RWE
De Duitse, ook in Nederland actieve, energieproducent RWE speelt een hoofdrol in de Enviva-saga. De Duitsers waren een van de grootste Europese klanten van Enviva. RWE zag ruimte om contracten op basis van te dure en mogelijk onbetrouwbare houtinkoop te annuleren en een schadevergoeding te eisen van $370 miljoen vanwege niet-nagekomen afspraken. Dat trok de financiële positie van Enviva verder onderuit. Het feit dat het bedrijf zo snel in zwaar weer kon komen, laat de sterke afhankelijkheid van de biomassa-industrie zien van lange-termijncontracten en subsidies.

Enviva's schulden belopen inmiddels $2,6 miljard. Volgens de voormalige onderhoudsmanager zijn acht van de tien pelletfabrieken van Enviva in zo'n slechte staat dat ze maandelijks minder pellets produceren dan begroot en ook nog eens tegen veel hogere kosten. Enviva rapporteerde een daling van de verzending van pellets van 6,2 miljoen ton in 2022 naar 5 miljoen ton in 2023, een afname van het volume van 19,3% terwijl de vraag naar houtpellets volgens de Financial Times in Europa en Azië juist toenam.

De onzekerheid over het toekomstige beleid van de Amerikaanse regering en dat van de Europese Commissie met betrekking tot hernieuwbare energie maken investeren in biomassa een gok
In de media is sprake van de overgang van Enviva van houtresten uit zagerijen en gerecycled reeds gebruikt hout op bomen uit (oude) bossen. Vervolgens zou het bedrijf van hardhout zijn overgestapt op harsig en zachter, maar goedkoper naaldhout. Dat zou de inkoopkosten hebben opgejaagd maar kon nog uit toen na Covid en de oorlog in Oekraïne de prijzen van energie omhoog schoten. Toen die weer daalden ging het mis, maar werd ook duidelijk dat het bedrijf bos verbrandt. Dat ligt in de publieke opinie meer en meer onder vuur.

Markt lijkt te anticiperen
Enviva probeert subsidies los te krijgen voor een doorstart onder de Inflation Reduction Act (IRA) van de regering Biden om zijn financiële positie te stabiliseren en het bedrijf weer klaar te maken voor de toekomst met nieuwe machines. Milieuactivisten waarschuwen de regering tegen de onduurzaamheid van het mogelijk maken van grootschalige kap en verbranding van bomen.

Dat maakt ook investeerders kritisch. Beleggers kijken met toenemende scepsis naar nieuwe investeringen in Enviva en de bredere biomassasector. Veel wijst op een tekort aan als 'duurzaam' te kwalificeren houtige massa om energiecentrales blijvend te voeden. De onzekerheid over het toekomstige beleid van de Amerikaanse regering en dat van de EC met betrekking tot hernieuwbare energie maken investeren in biomassa dan ook een gok.

De indruk groeit dat de markt anticipeert op de onduurzaamheid van houtige biomassa. De inkoopprijzen van hout en de publieke opinie keren zich tegen houtgestookte centrales. Die zijn ten enenmale onduurzaam, zoals in Nederland de KNAW bij monde van biochemicus en energiedeskundige Martijn Katan, ecoloog Louise Vet en agronoom Rudy Rabbinge als leden van de KNAW duidelijk maakten in een document met 10 argumenten tegen houtige biomassa als energiebron. Katan protesteerde in 2019 fel tegen Nederlands' rol als grootimporteur van Canadese pellets gemaakt van speciaal voor dat doel gekapt bos.

Hoe lang houtige biomassa in de EU nog als duurzaam geldt volgens de Europese Commissie beslist Europa op 9 juni bij de Europese verkiezingen.

Ede wil stoppen

De gemeente Ede heeft een houtgestookt warmtenet dat nog maar enkele jaren geleden werd aangelegd. De gemeenteraad van Ede wil van de houtgestookte warmte af. Er moeten "zo snel mogelijk afspraken worden gemaakt om biomassa-warmte te vervangen door andere warmtebronnen”, meldt Ede-Stad. Een amendement met deze strekking, van VVD, PvdA, CDA en GemeenteBelangen, werd afgelopen week met 21 tegen 17 stemmen aangenomen. De discussie over het Warmtebedrijf Ede ontstond naar aanleiding van de grote storing begin dit jaar, waardoor enkele duizenden inwoners van de Gelderse gemeente in januari in de kou kwamen te zitten.
De verandere houding ten aanzien van de stook van biomassa in Ede zou onder meer te maken hebben met vraagtekens bij de herkomst van het hout.
Dit artikel afdrukken