Donderdag liet staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) weten dat de Inspectie Leefomgeving en Transport 'minstens een jaar' niet gaat handhaven of controleren of supermarkten en horeca de SUP-heffing wel heffen, schrijft Distrifood. De versoepeling van het regime geldt in ieder geval tot er een nieuw kabinet aantreedt.

De SUP-heffing is het bedrag dat supermarkten en horeca-ondernemers hun klanten in rekening moeten brengen voor het gebruik van eenmalige verpakkingen. De regeling geldt sinds 1 juli en kreeg vanaf het begin veel kritiek, ook al omdat bedrijven zelf mochten bepalen welk bedrag ze in rekening brengen. De overheid deed slechts een aanbeveling. In de praktijk blijken de meeste supermarkten een haast symbolische 1-cent te rekenen. Vanaf 1 januari zijn ook plastic wegwerpbekertjes verboden.

Maar bedrijven die geen SUP-heffing vragen of toch wegwerpbekers meegeven, hoeven zich vooralsnog geen zorgen te maken dat ze de ILT op hun dak krijgen. Tot genoegen van het CBL, de koepelorganisatie van supermarkten. De organisatie wees er bij de staatssecretaris op dat het ontbreken van een bindende richtprijs voor veel onduidelijkheid zorgde bij consumenten. Hun voorstel om gezamenlijk één meerprijs af te spreken, werd echter door de Autoriteit Consument en Markt afgewezen. Dat de staatssecretaris nu aangeeft dat de SUP-regels wel van kracht blijven, maar de handhaving door toezichthouder ILT vooralsnog niet toegepast zal worden, stelt het CBL tevreden. "Hiermee onderkent zij dat de huidige werking van de heffing op SUP-producten niet voldoende werkbaar is," en dat stemt het CBL positief.

De SUP-heffing verdwijnt niet helemaal van tafel. In Europees verband blijven de afgesproken doeleinden immers overeind. "Ik vind het zeer onverstandig om mijn ambtsopvolger op die manier voor de voeten te lopen: met een doelstelling die snel dichterbij komt, maar minder mogelijke maatregelen om die te bereiken," aldus Heijnen in Distrifood.
Dit artikel afdrukken