De standaard-communicatie van Fair-Trade-producten is dat de producerende boeren er een "eerlijke prijs" voor krijgen en dat daardoor de boerenzonen en dochters naar school kunnen. Maar gelooft het publiek nog steeds dat dit voldoende is? Noem naast Dilmah nog tien derdewereldtycoons die zich dankzij eerlijke prijzen ontwikkeld hebben.
Boot koffie/the Golden Coffee Box (ik kreeg zijn nieuwsbrief vorige week) probeert juist die snaar te raken. Onder zijn toeleveranciers bevinden zich Panamese indianen. Deze gingen volgens het bericht naar een "koffieschool", leerden daar bijvoorbeeld te werken met een refractometer en kunnen zo hun koffie verbeteren. Het resultaat: twee van de koffiemonsters van de indianen werden onder de 20 beste van Panama verkozen. Dit met een veel hogere prijs als resultaat.

Het voelt goed om te weten dat je koffie gemaakt is door kwaliteitsbewuste indianen met gevoel voor de markteconomie en dat de meerprijs ook in kwaliteit wordt bewezen. Eerlijke handel verlaat zo het liefdadigheidsaspect.

Waarom val ik als een blok voor zulke verhalen?
Dit artikel afdrukken