Van 't Hoog stelt:
Het persbericht werd een succes mede doordat het alle ingrediënten voor een compleet journalistiek verhaal heeft. Het werd door de Nederlandse media in negen van de tien gevallen ingekort, geredigeerd en als eigen journalistieke productie online gezet.
Die werkwijze toont een raar mechanisme: nieuws van betrouwbaar geachte nieuwsbronnen, zoals universiteiten, wordt door online nieuwsredacties toegeëigend en doorgezonden. Veel media laten wat dat betreft hun professionele verantwoordelijkheid liggen.
De wetenschap verdient iets meer argwaan. Universiteiten leveren geen categorische zekerheden en niet alles wat de hoogleraren beweren is wetenschap.
Ik schreef gistermorgen een commentaar bij zijn stukje:
In NRC Handelsblad trof ik gisteravond op p. 4 een boeiend stuk zelfexcuserende ‘kwaliteitsjournalistiek’. Teneur: de kwaliteitskranten zouden zich niet schuldig hebben gemaakt aan het verspreiden van het slechte ‘vleeshufter’-onderzoek.
Feit: vorige week bracht die krant de fraude van Stapel heel prominent op de voorpagina. Daarin kwam Roos Vonk uitgebreid aan het woord. Het was 1 van de de 2 aanleidingen voor een stukje dat ik schreef met als titel ‘Stapel hangt, Vonkt ontsnapt’.
In werkelijkheid was de krant er toen de affaire Stapel losbarstte als de kippen bij en niet doortastend richting Vonk. Helaas moeten we vaststellen dat in ieder geval 1 kwaliteitskrant niet beter was dan bijv. De Gelderlander die het in de NRC moet ontgelden. De Gelderlander was de eerste krant die doorhad dat ze ene Jan van Rongen moesten hebben. Die had Vonk al een ruime week voor het ontslag van Stapel zichzelf laten ontmaskeren.
Ook P&W wisten eergisteravond dat Van Rongen Vonk’s manipulerende rol in het bedrog heeft ontmaskerd. De NRC doet nog steeds of ze daar van niks weten. De krant kwam niet met het non-nieuws, maar ook niet met het echte nieuws: dit was niet alleen slecht onderzoek, maar de opdrachtgeefster ervan is een van de meest extreme exponenten van het onderwerp waarover we het werkelijk moeten hebben: doelbewuste framing onder het mom van wetenschap.
Het feit dat het stukje van gisteravond die analyse niet kan maken, laat zien dat de kwaliteitspers reden heeft kritisch te zijn op zichzelf, op zijn functie in de samenleving en financierbaarheid daarvan. Nieuwe vormen van journalistiek blijken doeltreffender, goedkoper en correcter. De krant zou er zijn voordeel mee kunnen doen maar reageert arrogant vanuit een ivoren kwaliteitstoren.
Later op de dag reageerde NRC Next met het online zetten van het stuk dat gisteravond op pagina 4 van de 'echte NRC' was verschenen. Het bekritiseert 't Hoog die te kritisch zou zijn geweest. Hoe ik daarover denk, had ik 's ochtend al duidelijk gemaakt.
Naar aanleiding van deze excuusjournalistiek zag ik twee wetenschapsjournalisten - is dat een vak waar je een diploma voor kunt halen? - twitten. Ze waren trots dat zij het wel goed hadden gedaan, danwel precies snappen hoe het spel gespeeld moet worden. De ene werkt bij de Volkskrant en schreef: "k ben best een beetje trots dat wij het uit de #vk hebben weten te houden :-)"
De pers voelt zich aangesproken. Verzonnen data ontdekken is bijna onmogelijk voor leken, maar wat journalisten altijd wel kunnen doen, is: methoden en conclusies van onderzoek grondig bekijken en kritische vragen stellen, schrijft de NRC. De twee twittende wetenschapsjournalisten waren het innig eens over de volgende boodschap: "Bizar aan de zaak stapel is dat alle media ervan uitgaan dat ook het vleesonderzoek fraude is. Maar... dat staat dus (nog) niet vast!" Op deze site is wiskundig aangetoond dat de data onder de gegevens die door Roos Vonk gebruikt zijn om een persbericht te schrijven en namens de Universiteit uit te brengen eenvoudigweg niet kunnen bestaan. Toen ik er een opmerking over maakte werd me te verstaan gegeven dat het toch echt nog geen feit was dat de fraude door een commissie was vastgesteld. Wetenschapsjournalisten zijn knapper dan andere. Niettemin blijken ze geen verschil te kunnen maken tussen de onderzoeksfraude van Stapel en de publicatiefraude van Vonk die willens en wetens een grotesk bericht als ultieme waarheid verkocht.
Eén van die twee werkt bij de Volkskrant, de krant die Roos Vonk tweemaal een breed podium bood om haat te zaaien tussen mensen en het vleeshufterdom te framen. Daaraan voorafgaand bood de NRC haar ruimte voor haar hooglerarenbrief. Een gewaardeerd journalist van die krant en tevens hoogleraar verdedigde het met alle mogelijke passie. Journalisten lijken dat nu allemaal alweer vergeten, maar u weet het vast nog wel. Aanvankelijk honderd en later nog veel meer professoren volgden Vonk. Daarna volgden horden weldenkende burgers. Wouter Klootwijk schoot op deze pagina's uit zijn slof. Vonk's visie op landbouw, dieren en mensen getuigde toen al van weinig weten en vooral veel framing. Weinigen wilden het weten.
Vergeet Vonk. Dit gaat over onszelf. Nederland maakt bijzondere dagen door. De pot en de ketel verwijten elkaar zwart te zien. In werkelijkheid zijn we aan het ontdekken hoe we ons allemaal mee laten slepen door frames of mind. Als ze passen bij wat we ons geleerd wordt te denken, doen we gewoon mee. Daarom komen kritische geesten niet door. Niet in de reguliere wetenschap en al evenmin in de journalistiek, of die nou van 'kwaliteits' of 'gewone' media is
U wilt weten wat 'framing' is? Dat zijn de dingen die je moet denken en die je net zo vaak en lang worden verteld tot je denkt dat ze normaal zijn en je er geen vragen meer bij stelt. Uiteindelijk doet iedereen er aan mee om je zo te laten denken. Ook de pers en zelfs wetenschappers onderling.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Folkert, ik vind het allemaal goed, zolang je het woord landbouw, boeren, geit, kool, eten, streek, handel, landbouwbeleid, armoede, rijkdom, dikke kinderen, oplossingen of idee met kleine of grote i (die overigens vd duitse spellingcontrole kwam, that's all) in je bijdragen gebruikt.
Heeft iets met het lidwoord te maken.
De Idee en het idee.
Aan Liesbeth,
Blijkbaar komt het hele verhaal een ietwat warrig bij je over. Dat gebeurt als de structuur verloren gaat en de vorm overblijft.
Ik stelde twee vragen.
De eerste vraag is: Kunnen flauwe kletsverhaaltjes zoals ik ze heb geplaatst nog wel op de nieuwe Foodlog. Daar ben ik sterk in, ze leiden de aandacht af. Dat afleiden is een, in de loop der jaren, aangeleerde vergadertactiek. Deconditioneren heeft blijkbaar bij mij nog niet plaats gevonden. Inhoudelijk heb ik niet zo veel bij te dragen. Verschrikkelijk eenzijdig in mijn opleiding. Even aan de “Stammtisch” aan sluiten, een glas mee drinken, aanhoren wat er gezegd wordt, een opmerking plaatsen die kant nog wal raakt. Ik hoor er graag bij. Die vraag was gesteld aan Foodlog. Wie dat ook maar mag zijn.
Mijn tweede vraag, gesteld aan jou, heeft betrekking op het vervelende gebruik van mij iemand bij zijn achternaam aan te spreken. Door jouw consequentie in deze, mij met mijn achternaam aan te spreken, werd ik mij daar ineens heel sterk van bewust. Het geeft een niet gewenste afstandelijkheid weer, die niet meer past in de hedendaagse tijd. Zeker niet op dit medium. Ooit was dat usance. Het schijnt dat die gewoonte weer de kop op steekt. Op het vorige Foodlog gaf het niet toen ik mij nog onder pseudoniem kenbaar maakte. Die naam was door mij gekozen en daardoor voor mij acceptabel. Ik heb boter op mijn hoofd. Zelf heb ik het altijd over Veerman. Daar ga ik verbetering in aanbrengen. Voortaan noem ik hem, net als jullie, Dick. Tenminste indien hij dat zelf wenst. De laatste vijf woorden aan jou waren een vragen om goedkeuring jou met Liesbeth te mogen aanspreken.
Dat heb ik bij deze dan maar onbevestigd gedaan.
Overigens is Idee met een kapitale letter iets anders dan idee.
Met vriendelijke groet,
Folkert
Stropsma, ik kan door de vorm het bos niet meer zien en heb dus geen Idee waar je vraag over gaat
Mij gaat het niet om de grap. Ik heb geen enkel gevoel voor humor. Heb nooit kunnen lachen om Toon Hermans, Sonneveld, Freek. Heb ik van mijn Heit. “Frysia non cantate”, wil ik graag vervormen tot “Frysia non grappiare”. De grap relativeert. Meer doet het niet. Dat ik hoog op je grappenlijst staat kan mij geenszins bekoren! Dan doe ik in mijn rapporteren iets fout. Ik wil, met de nadruk op wil, serieus
genomen worden. Ik ben in al mijn opmerkingen altijd even ernstig. Maar met een grapje uiteraard. Omdat het relativeert. Mijn commentaar in “Paardenworst”: “Met Wim van Beek heb ik nog op de Lagere School gezeten. Ach wat is het leven kort. “, voegt waarschijnlijk inhoudelijk niets toe aan het redactionele verhaal over de paardeslager in de Kanaalstraat. Ze geeft echter wel iets van mijn emotie weer. Ik kende hem persoonlijk. Dit soort commentaar is niet voor een ieder begrijpelijk, dat begrijp ik. Is het inhoudelijk? Mag ik het wel plaatsen?
Die vraag is aan Foodlog.
Dat bij de achternaam noemen is nog een overblijfsel uit mijn studietijd. Van velen weet ik nog steeds niet hoe ze bij hun voornaam heten. Dus Liesbeth? Is dat goed?