De verduurzaming van het voedselsysteem is een veel gehoorde maatschappelijke wens en ook de politiek pleit hiervoor. Gezamenlijke duurzaamheidsafspraken zijn nodig omdat alleen de vraag van de consument onvoldoende is voor een economisch haalbaar model. De consument heeft niet de tijd om zich in elk product te verdiepen en kiest bovendien ook vaak met de portemonnee voor het goedkopere product.
Al jaren spanning op vele terreinen
Maar duurzaamheidsafspraken blijken lastig. Er is al jaren spanning tussen duurzaamheidsafspraken en het mededingingsbeleid, eerst over garnalen en nu dus ook over de duurzame productie van vlees. De analyse van de ACM is dat de afspraken niet toegestaan zijn in het kader van de mededingingsregels. In mijn ogen laat de strenge benadering van de ACM onvoldoende ruimte voor de nodige en gewenste verduurzaming van de veehouderij. Maar ook voor andere sectoren waarin geprobeerd wordt om gezamenlijk stappen te zetten voor ecologische en economische verduurzaming, zoals afspraken over de aankoop van duurzame soja of vis, afspraken over het kopen van producten zonder kinderarbeid, om enkele voorbeelden te noemen.
Geen aandacht voor 'beleidsregel'
De analyse van de ACM schiet naar mijn oordeel vooral tekort, omdat duurzaamheidsvoordelen onvoldoende worden meegerekend. Om te beginnen is het opmerkelijk dat de ACM in haar analyse van de KvM niet refereert naar de vorig jaar opgestelde beleidsregel ‘mededinging en duurzaamheid’ die ingaat op de vrijstelling van het kartelverbod voor duurzaamheidsafspraken. In de analyse van de ACM over de KvM afspraken wordt restrictief gekeken naar de voordelen van de afspraak en worden niet eens de lange termijn voordelen expliciet benoemd. Het zwijgen hierover van de ACM doet geen recht aan het maatschappelijke belang van het verstandig verduurzamen van de keten en de politieke inzet op dit punt.
De ACM zou de beleidsregel duurzaamheid en mededinging moeten toepassen en specifiek moeten ingaan op de langetermijneffecten van duurzaamheidsafsprakenVoordelen onvoldoende meegewogen
Het zwaartepunt van de analyse van de ACM over de samenwerking ligt bij de berekening van de voordelen van de KvM voor de consument door middel van een kostenbatenanalyse. Daarbij is het opvallend dat de ACM aanneemt dat de kosten die over jaren gemaakt worden als gevolg van de duurzaamheidsafspraken, bij iedere supermarkt geheel worden doorberekend aan de klant. Dat is onwaarschijnlijk. Daarnaast zijn bepaalde effecten niet goed meegerekend. De voordelen voor het milieu worden maar voor een beperkte periode meegewogen, tot 2020. Terwijl dan net de voordelen in volle omvang merkbaar worden. Tot slot zijn voordelen voor de volksgezondheid niet meegerekend door de ACM. In mijn ogen is de ACM dus te terughoudend in het meewegen van voordelen op de lange termijn en lichtvaardig in het aannemen van kosten en de doorberekening aan consumenten.
Afwijkend toepassingsbeleid Nederland
Daarom wil het CDA dat de ACM een andere opstelling kiest ten opzichte van duurzaamheidsinitiatieven. De ACM zou de beleidsregel duurzaamheid en mededinging moeten toepassen en specifiek moeten ingaan op de langetermijneffecten van duurzaamheidsafspraken. Ook de focus van de ACM op afspraken in de landbouw is mijn ogen buitenproportioneel. In andere Europese landen is er nauwelijks of geen discussie over duurzaamheidsafspraken en mededinging. In Nederland is de discussie en onzekerheid het gevolg van de restrictieve en actieve opstelling van de ACM. Ik vraag me af dan op de ACM de pijlen niet beter kan richten op andere sectoren waar kartelafspreken de consument en maatschappij wel benadelen. Bovendien is de primaire opdracht van de ACM om de concurrentie en daarmee de welvaart te bevorderen. Ik wil de ACM meegeven dat duurzaamheidsafspraken ook de welvaart bevorderen.
Spanningsveld moet worden opgelost
Het CDA wil dat maatschappelijke partijen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, of het nu gaat om verbeteringen op het gebied van dierenwelzijn, afspraken over het voorkomen van kinderarbeid, of over duurzame aankoop. Om verduurzamingsafspraken echt mogelijk te maken moet het spanningsveld tussen gezamenlijk verduurzamen en mededinging ruimte en duidelijkheid worden gegeven. De ACM speelt hierin een cruciale rol.
Fotocredits: Witte Kip, Kitty Terwolbeck
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dick #5 De consument (of klant, of afnemer). Over dat belang valt natuurlijk wel wat meer te zeggen. Dat zie je ook in het verhaal van Jaco. De zin 'kiest bovendien ook vaak met de portemonnee voor het goedkopere product' spreekt al boekdelen. Ynte wees daar in een andere draad ook al op.
Zoals ook deze zin van Eric Hubers kenmerkend is: 'Op zich geen probleem als wij als pluimveehouders maar de kans krijgen deze extra kosten terug te verdienen door een hogere prijs voor het kippenvlees.'
Het blijft maar in zowat elke draad terugkomen en het wordt tijd voor de volgende conclusie:
Klanten die voor de laagste prijs gaan, leggen het onvermogen van de verkoper bloot.
Deze draad gaat over mededinging, dus ik steun Dick's verzoek om over voedselveiligheid een andere draad op te zetten.
Vanavond mag voedselveiligheid overigens niet ontbreken, want dat zou absurd zijn.
Mevrouw Hertzberger, ik heb eigenlijk slechts één vraag voor u:
U constateert zelf dat kip onveilig is, en pleit zelfs voor chloreren. Niet als enige, en niet als eerste.
Waarom blijft u als grootste Nederlandse kipverkoper die kip dan toch 4 jaar nadien nog steeds in de schappen leggen, terwijl blijkt dat er o.a. in Denemarken kip geproduceerd wordt die zowel qua Salmonella als Campylobacter en ESBL stukken veiliger is?
U zoudt zich daarbij kunnen spiegelen aan de Deense COOP, die veiliger kip van zijn leveranciers afdwong:
"The industry was dismayed by the requirement, said Karin Froidt, Co-op Denmark’s food safety manager.
“They thought it would pass,” Froidt said. “But then we introduced Swedish broiler meat, which at the time had a lower incidence of Salmonella. They found out we were serious.""
"That policy has reaped enormous benefits for consumers, Helwigh said, and saved millions of dollars in medical expenses. Health authorities have not identified any human cases of Salmonella poisoning due to Danish chicken meat since 2011, and they estimate there has only been about a dozen illnesses from Danish eggs."
Verder begrijp ik niet waarom AHOLD in de VS wél antibioticavrije "Nature's promise"-kip in de
Stop & Shop ("You asked, we listened") legt, en AH dat in Nederland niet doet.
Maar dat is uiteraard geheel aan AH.
(Sorry, doublure door de vertraging, zag #7 ook niet)
Mevrouw Hertzberger, ik heb slechts één vraag voor u:
U constateert zelf dat kip onveilig is, en pleit zelfs voor chloreren. Niet als enige, en niet als eerste.
Waarom blijft u als grootste Nederlandse kipverkoper die kip dan toch 4 jaar nadien nog steeds in de schappen leggen, terwijl blijkt dat er o.a. in Denemarken kip geproduceerd wordt die zowel qua Salmonella als Campylobacter en ESBL stukken veiliger is?
U zoudt zich daarbij kunnen spiegelen aan de Deense COOP, die veiliger kip van zijn leveranciers afdwong.
Verder begrijp ik niet waarom AHOLD in de VS wél antibioticavrije "Nature's choice"-kip in de Stop & Shop ("You ask, we listen"legt, en AH dat in Nederland niet doet. Maar dat is uiteraard geheel aan AH.
Simone, Dick, ik stel voor dat we binnenkort eens een draad openen over de (on)veiligheid van Nederlandse kippenvlees. Vanavond zal Hennie de Haan (voorzitter van de Nederlandse Vakbond voor Pluimveehouders) juist betogen dat Nederland een van de veiligste kipproducenten is en kip het vlees van de toekomst is.
Laten we het hier houden bij Mededinging en de betekenis van het stuk van Jaco. Vanmorgen kwam ook Eric Hubers (voorzitter van LTO Pluimveehouderij) met een opiniestuk:
Markt regelt zelf duurzame kip
De ‘Kip van Morgen’ acht de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in strijd met de mededingingsregels. Onzin, zeggen pluimveehouders. ACM blokkeert verduurzaming, laat de markt het regelen. Tijd voor een fundamenteel debat. Komende week organiseert de Tweede Kamer een ronde tafel over mededinging en duurzaamheid.
In de samenleving leeft breed de opvatting dat de productie van ons eten moet verduurzamen. Dat geldt voor aardappelen, groente, fruit, zuivel en ook voor ons kippenvlees. Daar staan we als pluimveehouders volledig achter. Verduurzamen betekent in onze sector vooral het verhogen van het welzijn van de dieren, meer aandacht voor het voer en de gezondheid en het verlagen van de emissies naar het milieu.
We zien deze kwesties terug in de leveringsvoorwaarden die onze afnemers, zoals de supermarkten, aan de productie van het kippenvlees stellen. Verduurzaming betekent bijvoorbeeld minder snel groeiende kippen, minder of geen antibiotica, minder belasting van het milieu, ander voer en vooral meer ruimte en een beter klimaat voor de dieren in de stal. Dat zijn echter kostprijsverhogende voorwaarden. Op zich geen probleem als wij als pluimveehouders maar de kans krijgen deze extra kosten terug te verdienen door een hogere prijs voor het kippenvlees.
Om nu te voorkomen dat afnemers pluimveehouders tegen elkaar uitspelen, hebben we indertijd afspraken gemaakt over de productievoorwaarden met de belangrijkste partners in de keten: de supermarkten, de slachterijen en de milieu-organisaties. Deze afspraken over de basisvoorwaarden voor duurzaam geproduceerd kippenvlees, hebben we de ‘Kip van Morgen’ genoemd. Onder deze afspraken staan handtekeningen van de belangrijkste ketenpartijen.
ACM ziet toe
De ‘Kip van Morgen’ is voor ons een basis om mee te werken. Pluimveehouders kunnen er mee uit de voeten, leveren volop dit duurzaam geproduceerde kippenvlees en hebben sindsdien stappen gezet in tal van nieuwe concepten. Maar in Nederland hebben we de Autoriteit Consument en Markt (ACM) die toeziet op afspraken die zouden kunnen leiden tot een nadeel voor consumenten. De ACM beschermt kopers tegen prijsafspraken en keurde daarom de ‘Kip van Morgen’ af. Volgens de ACM heeft de consument te weinig keuze en dat is nadelig voor het consumentenbelang.
Dat is aan hardwerkende pluimveehouders, die hun best doen de verduurzamingseisen van markt en maatschappij om te zetten in hun bedrijfsvoering, niet uit te leggen. Wanneer het mededingingsrecht verduurzaming frustreert, staan overheid en politiek voor een fundamentele vraag: timmeren we alles vast in onwerkbare wetgeving, wachten we af totdat alle consumenten om duurzaam kippenvlees vragen, of bieden we samen met maatschappelijke organisaties de ruimte om verduurzaming stapsgewijs, gezamenlijk en in ketenverband op te pakken?
Markt regelt
Wij vinden dat de overheid oog dient te hebben voor de belemmeringen die het bedrijfsleven hinderen om de productie van ons eten duurzamer en gezonder te maken. Naast de consumentenwelvaart zullen ook andere publieke belangen bij de beoordeling van mededingingsverhoudingen expliciet een plaats moeten krijgen. Om de duurzaamheidsambities te realiseren is een ketenaanpak cruciaal: van veehouder tot bord. De minister van Economische Zaken heeft na de uitspraken van de ACM een verruiming van de beleidsregels afgekondigd. Dit is een stap in de goede richting, maar is goed beschouwd een druppel op de gloeiende plaat.
De overheid moet de verduurzaming veel meer overlaten aan de markt. Onze afnemers kennen de markt, weten wat er in de samenleving speelt, kennen de eisen van hun klanten en willen zich kunnen onderscheiden ten opzichte van andere afnemers. Geef als overheid dat samenspel de ruimte. We hebben bewezen dat het kan. Afgelopen jaren zijn door pluimveehouders, naast de gangbare kip, samen met supermarkten en slachterijen acht verschillende concepten duurzaam geproduceerd kippenvlees ontwikkeld. De consument heeft daarmee een keuze voor kippenvlees dat bij zijn wensen past.
En zo moet het gaan. De afnemers bepalen welke kip zij willen eten, de pluimveehouder produceert deze kip en krijgt daar een eerlijke prijs voor. De ‘Kip van Morgen’ is daarmee startpunt geweest voor een ontwikkeling die we in veel meer sectoren zien. Ook in aardappelen, groente, zuivel en fruit is de duurzame variatie groot en door de markt zelf geregeld.
Eric is net als Jaco een voorstander van een 'eerlijke prijs' en het maken wat de markt vraagt (als de markt vraagt, gaan zij het maken; marketeers weten dat mensen kopen wat het aanbod bepaalt omdat het daar een markt in ziet). Wat bedoelen ze daarmee? Dat is een van de kernvragen waar het ook vanavond over zal gaan.