Het was een beetje schrikken. Een Tweede Kamerlid van de ChristenUnie stemde ermee in Royal FrieslandCampina een heler te noemen omdat het bedrijf geen 'eerlijke prijs' voor melk zou betalen. Toch is het een vriendelijke vrouw die het goed bedoelt.
Het gebeurde tijdens een bijeenkomst van de gezamenlijke boerenvakbonden afgelopen maandagavond in Nijkerk. De NAV (akkerbouw), NVV (varkens), NMV (melk) en NPV (pluimvee) waren bijeen om het over de balans tussen mededingingsrecht en landbouwbeleid te hebben. Daar loopt namelijk iets spaak. Omdat boeren, tuinders en telers onderling geen prijsafspraken mogen maken maar nagenoeg altijd teveel maken, daalt de marktprijs vaak onder hun kostprijs. Dat houden ze niet vol. Daar kunnen ze wat aan doen door afspraken te maken over de prijs waartegen ze verkopen. Ook kunnen ze afspreken hun productie te beperken en door krapte van het aanbod de prijs op te drijven. Maar dat mag niet, zegt de mededingingswet. Dat is forse pech, want boeren zijn van nature genegen om elkaar te beconcurreren door nooit productie te laten liggen. Mocht de markt komend jaar goed zijn, dan wil je er immers niet naast grijpen. Daarom lopen ze ieder jaar opnieuw graag het risico om teveel te maken en hun grip op de prijs die ze nodig hebben te verliezen. Voor dat merkwaardige verschijnsel heeft de economische literatuur een naam verzonnen: The Tragedy of the Commons. Karl Marx duidde in essentie hetzelfde aan onder de naam 'Agrarfrage'. Wat er mis is, is dus echt al wel een tijdje bekend.
Advocaat Kees Schillemans van Allen & Overy kwam de boeren uitleggen dat ze niet zo makkelijk van dat mededingingsrecht afkomen. De wetgever, het recht, de toepassing ervan door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) en de rechter zijn namelijk niet geïnteresseerd in het wel en wee van boeren. Hen gaat het erom dat consumenten in een vrije markt hun boodschappen tegen de meest gunstige prijs kunnen doen. Zolang er boeren zijn die blijven telen wat niet uitkan terwijl ze toch mee doorgaan, is er geen probleem. Ze maken het immers en de bank helpt hen daarbij, dan kan er nooit een probleem zijn; zo redeneren de wetgever en de NMA.
Juriste en hoofddocent Anne Gerbrandy van de Universiteit van Utrecht zag wat meer lichtpuntjes, omdat het Europese parlement net iets verder kijkt dan het heden. Het zou immers niet verstandig zijn eerst te wachten tot boeren bij bosjes omvallen om je dan pas te realiseren dat boeren een vak is waar mensen uit stappen omdat je er alleen maar geld mee kunt verliezen. Het is mogelijk dat het Europese parlement zich dat realiseert en die klap daarom een beetje voor wil zijn.
En toen gebeurde het. De discussie ging los. Een jonge melkveehouder stond op en vertelde een in boerenkringen bekend verhaal. 'Stel dat ik op straat een nieuwe fiets krijg aangeboden voor tien euro en die koop', begon hij. 'Dan ben je een heler', zo maakte de discussieleider zijn zin onmiddellijk af. Zo goedkoop kan een fiets immers niet zijn en dat kun je als koper weten. De melkveehouder kreeg onder zijn kostprijs betaald en wilde een 'eerlijke prijs' voor zijn product. Ook FrieslandCampina kon volgens hem weten dat boeren te weinig krijgen naar rato van hun kosten.
Hij was duidelijk niet van plan te begrijpen wat die 'Tragedy of the Commons' betekent. Boeren in een vrije markt maken teveel als de natuur het hen toelaat. Met andere woorden, ze concurreren hun eigen prijs kapot. Zeker in de moderne wereld met al zijn optimalisatie-technieken is dat zelfdestructieve trekje dat boeren in een vrije markt eigen is, er niet minder scherp op geworden. Integendeel. Nu de productiequota op melk verdwijnen, nemen de scherpe randjes ervan alleen maar toe. Boeren bouwen tegen de klippen op en breiden hun bedrijven uit om de goedkoopste te kunnen zijn. Dat lukt alleen als je nog meer maakt dan de buurman. Daarom zijn de prijzen laag. Boeren zijn zelf de schuld van de marktprijs die onder hun kostprijs is gedaald. Daar is maar één remedie voor: de markt reguleren door quota en het uit de markt halen van overproductie. Maar dat mag niet van de wetgever. En daarom wil de boer niet minder, maar juist meer maken.
In de discussie zei mevrouw Carla Dik-Faber van de ChristenUnie dat ze het met de melkveehouder eens was. Daarmee verklaarde ze impliciet dat FrieslandCampina, Neerlands melktrots én coöperatief eigendom van de boeren, een heler is. Onzin, want als de coöperatie boven de marktprijs zou inkopen zou hij, in onderscheid met een heler, snel failleren. Als de marktprijs niet uitkan, is hij niet oneerlijk maar is er iets anders mis. Daar moet je het dus over hebben. Dat was precies wat de de gezamenlijke vakbonden in Nijkerk probeerden te doen.
De mensen om mij heen keken dan ook verschrikt op. Ze hadden door dat de boer klaagde, maar dat het Kamerlid niets begreep van landbouw terwijl ze die wel in haar portefeuille heeft. Dat bleek later opnieuw toen ze toonde weinig te begrijpen van vragen die boeren haar stelden of suggesties die ze haar wilden meegeven voor de debatten over voedsel en landbouw in de Kamer. Ze gaf aan veel geleerd te hebben en er over na te zullen denken.
Een aardige boer zei me later dat het mevrouw Dik-Faber vergeven moet worden. Iedereen heeft het recht om te leren. Dat is ook zo. Toch wordt in de Kamer na druk debat wel besloten.
Ik twijfelde een dag lang of ik dit zou schrijven, want ik zag dat mevrouw Dik-Faber een aardige vrouw is die echt het beste met boeren voor heeft. Ik besloot het toch te doen omdat de Kamer onlangs unaniem een onuitvoerbare motie aannam die gebaseerd moet zijn geweest op dezelfde foute redenering. De supers moeten van de Kamer de rol overnemen die FrieslandCampina nu al niet kan spelen terwijl dat bedrijf 70% van de Nederlandse melkplas overal in de wereld verkoopt. De gezamenlijke Nederlandse supers verkopen binnen onze landsgrenzen hooguit een procent of 8 van die Nederlandse melk. Toch vinden alle politici in de Tweede Kamer dat zij als surrogaat heler bij gebrek aan betere boef maar moeten hangen. Helaas, de supers kunnen het probleem niet oplossen, zonder zelf om te vallen. Dan is Leiden pas goed in last.
Dik-Faber hoeft zich dus niet te schamen. De Kamer wel. Met al die debatten over voedsel wordt het tijd voor rijles. Een auto mag je immers ook niet zomaar besturen.
Fotocredits: still uit verkiezingsviral
Dit artikel afdrukken
Advocaat Kees Schillemans van Allen & Overy kwam de boeren uitleggen dat ze niet zo makkelijk van dat mededingingsrecht afkomen. De wetgever, het recht, de toepassing ervan door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) en de rechter zijn namelijk niet geïnteresseerd in het wel en wee van boeren. Hen gaat het erom dat consumenten in een vrije markt hun boodschappen tegen de meest gunstige prijs kunnen doen. Zolang er boeren zijn die blijven telen wat niet uitkan terwijl ze toch mee doorgaan, is er geen probleem. Ze maken het immers en de bank helpt hen daarbij, dan kan er nooit een probleem zijn; zo redeneren de wetgever en de NMA.
Juriste en hoofddocent Anne Gerbrandy van de Universiteit van Utrecht zag wat meer lichtpuntjes, omdat het Europese parlement net iets verder kijkt dan het heden. Het zou immers niet verstandig zijn eerst te wachten tot boeren bij bosjes omvallen om je dan pas te realiseren dat boeren een vak is waar mensen uit stappen omdat je er alleen maar geld mee kunt verliezen. Het is mogelijk dat het Europese parlement zich dat realiseert en die klap daarom een beetje voor wil zijn.
En toen gebeurde het. De discussie ging los. Een jonge melkveehouder stond op en vertelde een in boerenkringen bekend verhaal. 'Stel dat ik op straat een nieuwe fiets krijg aangeboden voor tien euro en die koop', begon hij. 'Dan ben je een heler', zo maakte de discussieleider zijn zin onmiddellijk af. Zo goedkoop kan een fiets immers niet zijn en dat kun je als koper weten. De melkveehouder kreeg onder zijn kostprijs betaald en wilde een 'eerlijke prijs' voor zijn product. Ook FrieslandCampina kon volgens hem weten dat boeren te weinig krijgen naar rato van hun kosten.
Hij was duidelijk niet van plan te begrijpen wat die 'Tragedy of the Commons' betekent. Boeren in een vrije markt maken teveel als de natuur het hen toelaat. Met andere woorden, ze concurreren hun eigen prijs kapot. Zeker in de moderne wereld met al zijn optimalisatie-technieken is dat zelfdestructieve trekje dat boeren in een vrije markt eigen is, er niet minder scherp op geworden. Integendeel. Nu de productiequota op melk verdwijnen, nemen de scherpe randjes ervan alleen maar toe. Boeren bouwen tegen de klippen op en breiden hun bedrijven uit om de goedkoopste te kunnen zijn. Dat lukt alleen als je nog meer maakt dan de buurman. Daarom zijn de prijzen laag. Boeren zijn zelf de schuld van de marktprijs die onder hun kostprijs is gedaald. Daar is maar één remedie voor: de markt reguleren door quota en het uit de markt halen van overproductie. Maar dat mag niet van de wetgever. En daarom wil de boer niet minder, maar juist meer maken.
In de discussie zei mevrouw Carla Dik-Faber van de ChristenUnie dat ze het met de melkveehouder eens was. Daarmee verklaarde ze impliciet dat FrieslandCampina, Neerlands melktrots én coöperatief eigendom van de boeren, een heler is. Onzin, want als de coöperatie boven de marktprijs zou inkopen zou hij, in onderscheid met een heler, snel failleren. Als de marktprijs niet uitkan, is hij niet oneerlijk maar is er iets anders mis. Daar moet je het dus over hebben. Dat was precies wat de de gezamenlijke vakbonden in Nijkerk probeerden te doen.
De mensen om mij heen keken dan ook verschrikt op. Ze hadden door dat de boer klaagde, maar dat het Kamerlid niets begreep van landbouw terwijl ze die wel in haar portefeuille heeft. Dat bleek later opnieuw toen ze toonde weinig te begrijpen van vragen die boeren haar stelden of suggesties die ze haar wilden meegeven voor de debatten over voedsel en landbouw in de Kamer. Ze gaf aan veel geleerd te hebben en er over na te zullen denken.
Een aardige boer zei me later dat het mevrouw Dik-Faber vergeven moet worden. Iedereen heeft het recht om te leren. Dat is ook zo. Toch wordt in de Kamer na druk debat wel besloten.
Ik twijfelde een dag lang of ik dit zou schrijven, want ik zag dat mevrouw Dik-Faber een aardige vrouw is die echt het beste met boeren voor heeft. Ik besloot het toch te doen omdat de Kamer onlangs unaniem een onuitvoerbare motie aannam die gebaseerd moet zijn geweest op dezelfde foute redenering. De supers moeten van de Kamer de rol overnemen die FrieslandCampina nu al niet kan spelen terwijl dat bedrijf 70% van de Nederlandse melkplas overal in de wereld verkoopt. De gezamenlijke Nederlandse supers verkopen binnen onze landsgrenzen hooguit een procent of 8 van die Nederlandse melk. Toch vinden alle politici in de Tweede Kamer dat zij als surrogaat heler bij gebrek aan betere boef maar moeten hangen. Helaas, de supers kunnen het probleem niet oplossen, zonder zelf om te vallen. Dan is Leiden pas goed in last.
Dik-Faber hoeft zich dus niet te schamen. De Kamer wel. Met al die debatten over voedsel wordt het tijd voor rijles. Een auto mag je immers ook niet zomaar besturen.
Fotocredits: still uit verkiezingsviral
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Mooi stuk en je beschrijft goed het onrustige gevoel dat ik ook al lang heb. Er zijn teveel kamerleden (maar ook ambtenaren, en wetenschappers) die eigenlijk nog 'in de leer' zijn, leerling dus. En wij laten inderdaad toe dat deze leerlingen gaan autorijden. En dan ook nog eens gelijk op de drukste weg met slecht weer.
In de wereld van R&D-beleid zie ik exacte hetzelfde gebeuren. Zeer hoge beleidsambtenaren die in een modellenwereld leven, geen hogere systeemkennis hebben, en ondertussen een grote dure Rolls Royce rijden. Wat wij bij de NMA hebben meegemaakt stemt mij extreem somber. Het enige lichtpuntje is dat meer en meer ervaren beleids-ambtenaren bij EZ het beginnen in te zien.
PS super goed dat je de Tragedy of the Commons erbij haalt. Niet alleen het landbouwbeleid in Nederland/Europa valt hiermee 'uit te leggen'. Maar ook '(on)duurzaamheid' op wereldschaal. Een ieder die met agri-economie en duurzaamheid te maken heeft zou de Tragedy of the Commons moeten kennen. Gewoon les 1.
Dick, ik als melkveehouder doe ook mee in de rat-race. Enerzijnds om een boterham te verdienen, anderzijns om iets op te bouwen wat over 10 jaar ook nog waarde heeft. (Voorbeeld zijn varkensboeren die geen courant bedrijf hebben. Als die naar dee bank gaan voor een lening telt de bank zo: bijv: huis 3.5 ton schuurtje 0,5 ton, ondergrond 1 ton, sloopkosten 1 ton. Varkensrechten tellen ze niet mee. Dus max hypotheekbedrag is 70% van 4 ton.)
Naar mijn mening zijn er 2 mogelijkheden als er geen versoepeling komt van het mededingingsrecht: productiebeheersing (quotum) of een sanering tot er maar een paar over zijn die dan de prijs wel zelf kunnen bepalen.
Ik sta open voor andere inzichten.
Willem, die opties zijn correct wat mij betreft. Ik denk dat de bank uiteindelijk tegen wil en dank eigenaar wordt van een fors deel van al die boerenbedrijven. 20-30% van het volume zal in handen komen van ondernemers die wel zelfstandig kunnen bewegen. 70-80% is echter alvast in één hand. Rond Vion, bijvoorbeeld, voelt het nog wat onwennig, maar op den duur wordt het onvermijdelijk die bedrijven ook commercieel vanuit die ene hand te besturen.
Er is nog een optie. Ik vertelde daar een tijdje geleden over bij de melkveehouders van de NMV. Dat zorgde voor veel beroering in de zaal. In het verlengde daarvan: ik denk tevens dat er een Nederlands en zelfs een Europees merk te maken valt gebaseerd op hogere normen. De Chinezen willen niet voor niets onze melkpoeder. Als ik zo'n vakbond was, zou ik daarvoor gaan. Maar ik nam de leden afgelopen maandag waar: dat wordt een moeilijke. Jammer, want de echt benodigde regulering voor landbouw als commodity is politiek nog jaren buiten bereik. Zoveel tijd is er niet. Boeren moeten zich dan ook afvragen of ze voldoende assets hebben om - geholpen door de bank - de dip van de komende 5-10 jaar uit te zitten. Daarna treedt wereldwijd krapte in en trekt de vraagmarkt de prijzen vermoedelijk vanzelf omhoog. Tot die tijd zitten wij in ons stukje Europa in een ingewikkelde lokale dip die - zo ervaar ik vaak - nog moeilijker uit te leggen is dan het bovenstaande.
Wat er gebeurt als er inderdaad op 5-10 jaar na nu een implosie optreedt, is ook een heel verhaal. Boeren die stoppen krijg je nooit meer in de benen. Dat is een sociologisch feit. De heropbouw van een in elkaar gezakte landbouw, zal dan ook de komst van echte agri-bedrijven inhouden (dan is de Agrarfrage opgelost, net zoals die in het geval van Monsanto of Bayer niet meer bestaat). Wat dat maatschappelijk en economisch betekent, is wat mij betreft de enige echt interessante vraag. Maar we zijn ernaar op weg. Rabobank is de facto al eigenaar van de varkenshouderij en een fors deel van de verwerking. Hetzelfde geldt voor de tuinbouw.
Ah, geweldig. Een rode duim op inhoudelijk: leg uit! Dan hebben we het ergens over.
Vraagje: Welke rol spelen die lage melkprijzen vwb. de inkoop van veevoer door de melkboer? Na AH schijnt Jumbo zijn leveranciers zelfs een 3%-poot uit te draaien.
TrustFood meldde dat het onbetaalbaar zou zijn om voedermaïs effectief te bemonsteren. Waarbij ik me afvraag of bij het "calculated risk" op aflatoxinemelk de moeilijk traceerbare lange termijn effecten voor de volksgezondheid op bijvoorbeeld leverkanker worden meegewogen.
Lopen we door die blijkbaar lage marges voor de melkveehouder geen risico op nieuwe schandalen, zoals elders hoge prijsdruk ook tot paardenlasagna leidde?
En lijkt de verontwaardiging van RFC-CEO van 't Hart over de aflatoxinemaïs dan niet een beetje hypocriet?
Waarom wordt er na die reactie van van 't Hart nu ineens meer aflatoxinevoer teruggehaald? Hoe wordt daarbij gecalculeerd?
Slechts 8% van onze melkproductie voor "eigen" gebruik. Weer wat geleerd!
Maar waarom dan nog meer, en nog grotere stallen, zelfs van 4 hectaren bouwoppervlak, met koeien die nooit meer buiten komen.
Waarvoor het voer geïmporteerd, en de melk en de stront geëxporteerd worden.
Is dat kringloop? Is dat ketenverkorting? Is dat duurzaam?