De FAO heeft een groots opgezet programma met vertegenwoordigers van inheemse volkeren van over de hele wereld. Wereldwijd zijn er 476 miljoen mensen die tot inheemse volkeren behoren, in meer dan negentig landen en bij elkaar ongeveer vijfduizend verschillende bevolkings- of taalgroepen. Ze behoren tot de meest cultureel diverse en traditioneel unieke samenlevingen, met hun vaak eeuwenoude geschiedenis, cultuur, spiritualiteit, voorouderlijke banden en traditionele kennis.
In de voedselsystemen en samenlevingsvormen van de hier beschreven inheemse volkeren ligt veel van de oorsprong van circulariteit, solidariteit, natuurbeheer, matiging, diversiteit, traditionele kennis en al die mooie begrippen waar in ‘het Westen’ de roep zo luid om is gewordenKlimaatoorlog
Het klinkt misschien niet als opwekkende lectuur, over de strijd die inheemse volkeren voeren in de klimaatoorlog. Maar het FAO-rapport is een fascinerend en diepgravend verslag over deze traditioneel levende volkeren. In het rapport worden de voedselsystemen van inheemse samenlevingen in een brede context beschreven. Acht ervan zijn er uitgelicht, letterlijk uit de uithoeken van de aardkloot. Veel van die volkeren hebben het zwaar.
Bij alle verschillen springt één gemeenschappelijke factor er duidelijk uit: hoe deze volkeren in symbiose met hun natuurlijke omgeving leven. Hun voedselsystemen konden blijven werken als de natuur zich kon blijven herstellen. Het bejaagde wild, de vis, de gewassen en de wilde vegetatie, in elke (jaar)cyclus vernieuwden die zich, tot ze verstoord werden.
De acht geselecteerde en minutieus bestudeerde volkeren zijn: de Baka uit het regenwoud in Kameroen, de Inári Sami uit arctisch Finland, de Khasi uit de Himalaya boven India, de Melanesiërs van de Solomon eilanden, de Kel Tamasheq uit de hete woestijn in Mali, de Bhotia en Anwal bevolking uit Uttarakhand, India, de Tikuna, Cocama en Yagua bevolking in Puerto Nariño, Colombia, en de Maya Ch’orti’ uit de streek Chiquimula in Oost-Guatemala.
Evenwicht
Uit het rapport: “De voedselsystemen van deze inheemse volkeren hebben eeuwen, soms zelfs millennia, standgehouden en zich in de loop der tijd aangepast aan klimaatschommelingen, kolonisatie en verplaatsingen. Zij hebben blijk gegeven van een ongelooflijke vindingrijkheid en aanpassingsvermogen, waardoor zij veranderingen en dynamiek hebben doorstaan met behoud van traditionele wijsheid en praktijken.”
‘Evenwicht’ en ‘aanpassing’ zijn de sleutelbegrippen. In veel volkeren ontstaat een ‘hybride’ vorm van modern bestaan, die vaak prima functioneert. De traditionele leefwijze wordt verrijkt door onvermijdelijke externe invloeden. Vissers op de Solomons verruilden hun zeilen voor buitenboordmotoren. De Inari Sámi hebben hun traditionele nomadische bestaan aan de regels moeten aanpassen om hun rendierhouderij voort te kunnen zetten. De Baka moesten hun jachtpraktijken aanpassen, dieper het woud in, en stoppen met jagen om de populaties van ‘bush meat’-prooidieren te laten herstellen.
Rendierhoeven
De verhalen van verlies en verstoring van het delicate evenwicht zijn helaas talrijker. De klimaatverandering treft alle groepen zwaar, het wordt uitputtend beschreven in het rapport, klinisch bijna. Waterbronnen in Afrika drogen op, visbestanden in de oceaan en rivieren verdwijnen, de temperatuur onder de rendierhoeven loopt op. Het water raakt vervuild, grote stukken woud worden gekapt, wilde dieren gedecimeerd, land dat eeuwenlang gebruikt werd geroofd.
‘Evenwicht’ en ‘aanpassing’ zijn de sleutelbegrippen. In veel volkeren ontstaat een ‘hybride’ vorm van modern bestaan, die vaak prima functioneert. De traditionele leefwijze wordt verrijkt door onvermijdelijke externe invloedenDe sociale en economische veranderingen bedreigen de cultuur van solidariteit en gemeenschapszin, essentiële kenmerken van het evenwicht. Jongeren, maar niet alleen zij, trekken naar de stad. Soms gedwongen door regeringen die heel bot van de nomaden af willen. De traditionele ruilhandel van levensmiddelen verdwijnt, de geldeconomie en moderne voeding doen hun intrede, hetgeen de volksgezondheid niet ten goede komt. Het uiteenvallen van de oude sociale structuren leidt tot depressie, middelenmisbruik, criminaliteit en zelfmoord onder de bevolking. Dat zijn treurige woorden in het rapport.
Biotoop
Het was geen nieuws dat de traditioneel levende volkeren, de inheemsen, de jager-verzamelaars in hun geïsoleerde biotoop, in hun bestaan bedreigd worden. Gedetailleerd inzicht in hun bestaan, zoals in dit rapport beschreven, hoe ze samenleven met hun natuurlijke omgeving, laat niet alleen het belang van een gezond, biodivers ecosysteem zien, maar ook de samenhang met andere systemen, zoals de (half-)gedomesticeerde teelt en dierhouderij, de energieopwekking, de (niet bestaande) afvalverwerking, de mobiliteit. Dat zijn allemaal voorwaarden, al die multifunctionaliteiten, voor de zelfvoorzienende voedselsystemen.
In de voedselsystemen en samenlevingsvormen van de hier beschreven inheemse volkeren ligt veel van de oorsprong van circulariteit, solidariteit, natuurbeheer, matiging, diversiteit, traditionele kennis en al die mooie begrippen waar in ‘het Westen’ de roep zo luid om is geworden. De analyses in het rapport leren ook dat kleinschaligheid, of strikt biologische productie, geen doel op zich zijn, maar een uitkomst zijn van een biodivers voedselsysteem.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Er is geen sprake van symbiose Huib. Er is sprake van heel weinig mensen op heel veel grond. Lees over de zwerflandbouw in het binnenland van Suriname bijvoorbeeld. Heel weinig indianen die een gebied bewonen dat veel groter is dan Nederland. Ook zij putten uit, maar de natuur krijgt enorm lang de tijd om de uitgeputte kostgrondjes weer te herstellen. Er is immers enorme ruimte. En verder hebben ze geen moderne welvaart, niets. Dat helpt ook nogal. Geldt voor al deze volkeren en vele andere. Naar hun levenswijze kijken we met bewondering, maar de werkelijkheid is dat we niet meer in staat zijn hun levensstijl te benaderen, zowel kwantitatief als kwalitatief.
De schrijver van deze zin is zijn rekenmachine kwijtgeraakt denk ik…: De analyses in het rapport leren ook dat kleinschaligheid, of strikt biologische productie, geen doel op zich zijn, maar een uitkomst zijn van een biodivers voedselsysteem.
Projecteer kleinschalige biologische productie maar eens op steden als Londen of Parijs. Of op Mexico City, New York of Tokyo. Waar moeten geconcentreerde mensenmassa’s hun nutriënten halen en kleinschalig bioboeren, circulair in evenwicht met hun omgeving? Rekenmachine, rekenmachine, rekenmachine. Met 8-10 miljard mensen is het niet simpel, zeker niet als een derde daarvan straks wil vliegen en rijden en straks ook nog een airco wil omdat het zo warm wordt.
We kunnen slechts leren dat die paar mensen met een zeer eenvoudige levensstijl aan de Marowijnerivier het een stuk langer uit gaan houden dan wij. En dat is het dan. Veel meer kunnen we er niet mee met 8 miljard. Zonder kunstgrepen waren die 8 miljard er niet geweest. Denken dat je de kunstgrepen nu maar even weg kunt nemen is naief.
Ik heb 4 jaar gewerkt met Baka in Zuidoost Kameroen. Voor een buitenstaander het paradijs op aarde, bij een bevolkingsdichtheid van 1 persoon/km2. Bij meer dan 10 personen/km2 ging het tropisch regenwoud heel snel bergafwaarts.
Misschien moet je je ook afvragen waarom gebieden zo lang zo dun bevolkt blijven. Is de omgeving zo vijandig: veel ziektes (ja), arme bodem (ja), voedselarm (ja).
Hoezeer ik de Baka mag, het zijn geen heiligen. Ze hadden weinig middelen en leefden grotendeels buiten de geldeconomie, hadden geen geweren, geen motorzaag, zelfs nauwelijks geld voor strikken. Zodra de lokale elite hen een geweer gaf, schoten ze alles wat bewoog, zaagden ze meer dan nodig was en zetten ze meer strikken dan ze konden aflopen.
Misschien is duurzaam en circulair in zo'n geval wel een kwestie van gebrek aan middelen en minder een inherente aard van een bevolkingsgroep.
Jos en Jopie, ik lees in jullie beider reacties de aanname dat de FAO (en in het verlengde daarvan de verslaggever) de voedselsystemen en de inheemse volkeren ten voorbeeld willen stellen aan de moderne mens. Dat is een misvatting. Het is een puur feitelijk en mi zeer leerzaam rapport. De laatste zin, die Jos aanhaalt en leest als een naïeve suggestie of les of iets dergelijks, is niet meer dan een constatering. En het woord symbiose heb ik vermeden, juist omdat dat te idyllisch klinkt.
"Bij alle verschillen springt één gemeenschappelijke factor er duidelijk uit: hoe deze volkeren in symbiose met hun natuurlijke omgeving leven. Hun voedselsystemen konden blijven werken als de natuur zich kon blijven herstellen. "
Ik noem dat liever co-evolutie - aanpassen aan de omgeving en de omgeving aanpassen aan je behoeftes. De succesvolle voorbeelden kunnen we bestuderen omdat ze overleefd hebben, de minder succesvolle voorbeelden niet omdat ze dat niet gedaan hebben - en juist daarvan konden we leren wat toch vooral te vermijden, vooropgesteld dat dit te vertalen is naar onze oververstedelijkte samenlevingen.
Huib #3, de doorgewinterde agronomen en agrobiologen op Foodlog weten dat menselijke culturen van enige omvang altijd kwalijk zijn voor hun omgeving.
Zoals Ynte al liet zien gebruik je het woord symbiose toch een keer in de tekst. Het zij je vergeven, want we willen het graag zo zien in het soort 'edele wilde romantiek' waar we rond landbouw zo naar terugverlangen dat bijv. ook oud-UN mensenrechtenman Olivier de Schutter (een goede jurist, maar geen agronoom) blijft pleiten voor agroecologische aanpakken van de landbouw in lage lonen landen. Een en ander tot grote woede van bijv. Henk Breman die er ook op Foodlog niet over zweeg.
Ik bladerde het dikke (400 pp's) door en zocht op de woorden soil + degradation + depletion, in combinatie en los. Gelukkig komen ze er vaak in voor, maar minder dan ik zou hebben verwacht.
Het is een opmerkelijk, beschrijvend rapport. Het constateert waar uitputting bestaat en of en hoe mensen die weten op te vangen. Het kijkt niet naar mogelijkheden tot opschaling van hun landbouw, jacht en verzamelen om een moderne samenleving te voeden.