Europese wetenschappers zeggen dat een radicale verschuiving naar een meer duurzaam voedselsysteem onvermijdelijk is. Voedsel zouden we niet alleen meer als een handelsartikel mogen zien.
Op 20 mei zal de Europese Commissie haar lang verwachte From farm to fork strategy publiceren. Ter voorbereiding daarvan heeft aan groep Europese wetenschappers een rapport A sustainable food system uitgebracht. Vanuit Nederland hebben op verzoek van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen) Prof. Katrien Termeer en Dr. Jeroen Candel van de WUR deelgenomen. “Een radicale verschuiving naar een duurzaam voedselsysteem is onvermijdelijk. ‘Business as usual’ is niet langer een levensvatbare optie”, aldus het rapport. De kern van het rapport onderbouwt de From farm to fork strategy. Tevens benoemt het de verschillende beelden en waardenpatronen rond voedsel.
Framing
“In het huidige voedselsysteem wordt de waarde van voedsel vooral bepaald door de economische waarde. “Food must be viewed more as a common good rather than as a consumer good.”
“Hoe voedsel geframed wordt, is cruciaal voor oplossingen”, aldus het rapport.
Het rapport roept beleidsmakers op expliciet te maken welke beelden en verhalen uitgangspunt zijn. En daarbij zorgvuldig af te wegen wat de effecten zijn voor de verschillende landen, groepen en regio’s in de samenleving.
Voedsel als handelsartikel
Al sinds de koloniale tijd wordt voedsel in allerlei vormen gezien als een handelsartikel De waarde van voedsel wordt vooral bepaald door de waarde in de markt. De focus ligt vooral op lage kostprijzen en productiviteit. In veel landen is dit het dominante frame. Volgens het rapport is dit frame nauw verbonden met het industriële voedselsysteem. Het verhaal dat hierbij hoort, vertelt dat Europese voedselproducten door hun lage prijzen kwaliteit beter op de wereldmarkt kunnen concurreren; dat we door een duurzamer productie beter kunnen inspelen op het groeiende milieubewustzijn bij consumenten gecombineerd met duurzame intensivering.
Beleidsinterventies zijn in deze verhaallijn - een ‘frame’ - gericht op duurzame innovaties, ondersteuning voor differentiatie naar andere bedrijfstypes, ondersteuning van jonge boeren en nudging als instrument om consumenten te stimuleren om duurzamer te eten. Daarbij hoort ook een vergroening van de voedselketens, waarbij alle actoren zoals retail, horeca en de voedingsindustrie hun verantwoordelijkheid nemen.
Voedsel als mensenrecht
In dit frame wordt voedsel beschouwd als een fundamenteel mensenrecht, vastgelegd in de universele verklaring over de rechten van de mens in 1948. Het gaat dan vooral om voedselzekerheid en de sociale dimensie van voedsel. Het gaat dan om eerlijke en transparante toegang voor producenten tot hulpbronnen om voedsel te produceren zonder die hulpbronnen uit te putten. Maar ook om meerdere onafhankelijke kopers. Essentieel is het uitgangspunt dat iedereen toegang heeft tot gezonde en cultureel passende voeding. Van de overheden wordt verwacht dat zij het recht op voedsel garanderen. In het Europees Landbouwbeleid zou dan een verschuiving moeten plaatsvinden gewenst van inkomenssteun voor boeren naar plattelandsbeleid waarbij werknemers en kwetsbare consumentengroepen zoals bejaardentehuizen en scholen gesteund worden met gezond voedsel. Het recht op voedsel impliceert in dit frame dat er voldoende kwalitatief goed en duurzaam voedsel is om in de noden van iedereen te kunnen voorzien.
Voedsel als mensenrecht beschouwen legt ook de basis voor een ander frame namelijk ‘voedsel als iets gemeenschappelijks’ (“Food as commons”).
Voedsel als identiteit en cultuur
“Met alle territoriale verscheidenheid in bodems, ecosystemen, voedselculturen en vormen van landbouw is in Europa een grote diversiteit in culinair erfgoed ontstaan. Die verscheidenheid van traditioneel voedsel wordt als een belangrijk fundament gezien van de Europese cultuur en identiteit” aldus het rapport. Smaak wordt in zekere zin beschouwd als een uitdrukking van cultureel kapitaal. In een geglobaliseerde wereld geldt nog steeds “zeg me wat je eet en ik zal zeggen wie je bent”. Mensen brengen hun voedselcultuur naar nieuwe omgevingen en willen zich daarmee onderscheiden van oudere generaties of van andere groepen. Onderdeel van dit frame is een sterke binding tussen producenten en consumenten en daarbij passende organisatievormen. Het ondersteunen vanuit de overheid dient daarop gericht te zijn. Maar in dit frame horen geen strakke interventies van centrale overheden. Als reactie op globalisering treedt regionalisering op; toegespitst op cultuur, ‘terroir’ en individuele behoeften. Daarbij hoort het stimuleren van geografische indicaties (zoals bijvoorbeeld Noord-Hollandse Goudse kaas en de Opperdoezer ronde), aangeven van de herkomst en steun voor ethisch en traditioneel voedsel. Verder wordt in dit frame gepleit voor het stimuleren van innovatieve voedselbedrijven die gericht zijn op een duurzame leefstijl. Vooral de Mediterrane landen hebben een lange traditie om herkomst en kwaliteit herkenbaar in de markt te zetten. Regionale voedselraden, stedelijk voedselbeleid en voedseldemocratie passen in dit frame.
Voedsel als de verbinding van mensen met de natuur
De complexe wisselwerking tussen mens en natuur komt in dit frame centraal te staan. Eten betekent een deel van de natuur tot je nemen. In culinaire trends van restaurants of gerechten wordt de band met de natuur benadrukt. Nadruk op duurzaamheid en biodiversiteit betekent ook andere interventies vanuit de overheid. Meer aandacht voor plattelandsbeleid waarbij samenwerking van landbouw en natuurcollectieven ondersteund worden. Eten betekent een deel van de natuur tot je nemen. Voedsel is daarmee een ideale manier om te reflecteren over de relatie die we als mens met de natuur hebben. En daarbij naar een duurzame manier van leven te streven. Je zou voedselbossen als een uitwerking van dit frame kunnen zien.
Governance
Het mantra van na de Tweede Wereldoorlog, dat er genoeg voedsel geproduceerd moet worden, werkt niet meer voor de huidige generaties die geconfronteerd worden met een veelvoud van economische, sociale en ecologische doelen. Veel doelen van de SDG’s (de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN) en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn vaak conflicterend en er wordt geen helder verhaal of ontwikkelingspad aangegeven. Bij beleidskeuzes wordt onvoldoende rekening gehouden met de diversiteit van voedselsystemen in Europa en de uiteenlopende behoefte van sectoren en groepen. Van het bestuur, zowel Europees als landelijk, mag verwacht worden dat ze afwegingen expliciet maken. Een sterke en samenhangende regie op Europees niveau is noodzakelijk.
Belastingen en wetgeving
Dwingende regels en belastingen zijn volgens het advies het meest effectief om de houding over duurzaamheid te veranderen. Nu is het vooral de voedselomgeving (productaanbod, marketing e.d) die bepaalt wat we eten. In het frame van voedsel als handelsartikel worden burgers alleen als consumenten gezien die tegen lage kosten veel calorierijk voedsel (kunnen) kopen. Gezondheid speelt daarbij een ondergeschikte rol. Keuzevrijheid van consumenten is door de dominante rol van retail en voedingsindustrie niet gebaseerd op de best beschikbare informatie. Omdat aanbod sterk bepalend is voor de vraag, is beleid gericht op consumenteninformatie onvoldoende om het gedrag van consumenten te veranderen. Om het gedrag van consumenten te veranderen is derhalve een verandering van de voedselomgeving nodig.
“Er is een brede wetenschappelijke consensus over de noodzaak van een transitie naar een meer plantaardig dieet. Dat leidt tot significant minder milieueffecten een zuiniger grondgebruik en is ook gezonder” volgens het rapport. Maar binnen de Europese Commissie is hier nog volstrekt geen eenduidigheid over. Het is de vraag of de uit te brengen From farm to fork strategy nog veel invloed zal hebben op de besluitvorming die het komend jaar gaat plaatsvinden over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Als het aan de Christen Democraten, de grootste Partij in het Europees Parlement, ligt, blijft het bij “business as usual”. Aan de socialist en vice-voorzitter van de EU Frans Timmermans de uitdaging om zijn Green Deal door te laten werken in het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid.
Dit artikel afdrukken
Framing
“In het huidige voedselsysteem wordt de waarde van voedsel vooral bepaald door de economische waarde. “Food must be viewed more as a common good rather than as a consumer good.”
“Hoe voedsel geframed wordt, is cruciaal voor oplossingen”, aldus het rapport.
Hoe voedsel geframed wordt, is cruciaal voor oplossingenBinnen Europa en binnen landen wordt heel verschillend tegen voedsel aangekeken. Variërend van voedsel als een handelsartikel (commodity), voedsel als een mensenrecht (human right), voedsel als iets gemeenschappelijks (food of commons), voedsel als deel van de identiteit en cultuur en voedsel als verbinding met de natuur. Zo is voedselconsumptie onder meer een uitdrukking van culturele normen en gewoonten, van regels en wetten en van het voedselaanbod. Al die opvattingen in hun totaliteit bepalen wat we eten. Het Europese beleid is volgens de onderzoekers teveel gericht op voedsel als handelsartikel.
Het rapport roept beleidsmakers op expliciet te maken welke beelden en verhalen uitgangspunt zijn. En daarbij zorgvuldig af te wegen wat de effecten zijn voor de verschillende landen, groepen en regio’s in de samenleving.
Voedsel als handelsartikel
Al sinds de koloniale tijd wordt voedsel in allerlei vormen gezien als een handelsartikel De waarde van voedsel wordt vooral bepaald door de waarde in de markt. De focus ligt vooral op lage kostprijzen en productiviteit. In veel landen is dit het dominante frame. Volgens het rapport is dit frame nauw verbonden met het industriële voedselsysteem. Het verhaal dat hierbij hoort, vertelt dat Europese voedselproducten door hun lage prijzen kwaliteit beter op de wereldmarkt kunnen concurreren; dat we door een duurzamer productie beter kunnen inspelen op het groeiende milieubewustzijn bij consumenten gecombineerd met duurzame intensivering.
Beleidsinterventies zijn in deze verhaallijn - een ‘frame’ - gericht op duurzame innovaties, ondersteuning voor differentiatie naar andere bedrijfstypes, ondersteuning van jonge boeren en nudging als instrument om consumenten te stimuleren om duurzamer te eten. Daarbij hoort ook een vergroening van de voedselketens, waarbij alle actoren zoals retail, horeca en de voedingsindustrie hun verantwoordelijkheid nemen.
Voedsel als mensenrecht
In dit frame wordt voedsel beschouwd als een fundamenteel mensenrecht, vastgelegd in de universele verklaring over de rechten van de mens in 1948. Het gaat dan vooral om voedselzekerheid en de sociale dimensie van voedsel. Het gaat dan om eerlijke en transparante toegang voor producenten tot hulpbronnen om voedsel te produceren zonder die hulpbronnen uit te putten. Maar ook om meerdere onafhankelijke kopers. Essentieel is het uitgangspunt dat iedereen toegang heeft tot gezonde en cultureel passende voeding. Van de overheden wordt verwacht dat zij het recht op voedsel garanderen. In het Europees Landbouwbeleid zou dan een verschuiving moeten plaatsvinden gewenst van inkomenssteun voor boeren naar plattelandsbeleid waarbij werknemers en kwetsbare consumentengroepen zoals bejaardentehuizen en scholen gesteund worden met gezond voedsel. Het recht op voedsel impliceert in dit frame dat er voldoende kwalitatief goed en duurzaam voedsel is om in de noden van iedereen te kunnen voorzien.
Voedsel als mensenrecht beschouwen legt ook de basis voor een ander frame namelijk ‘voedsel als iets gemeenschappelijks’ (“Food as commons”).
Bij beleidskeuzes wordt onvoldoende rekening gehouden met de diversiteit van voedselsystemen in Europa en de uiteenlopende behoefte van sectoren en groepen. Van het bestuur, zowel Europees als landelijk, mag verwacht worden dat ze afwegingen expliciet makenDuurzaamheid staat in dit frame centraal in het debat. Het wil een alternatief zijn voor ‘voedsel als handelsartikel’. Voedsel wordt hierbij geframed als iets met meerdere dimensies. Sociaal overwegingen en duurzaamheid moeten gelijkwaardig en naar behoren gewaardeerd worden. Dit zou volgens het rapport gepaard moeten gaan met een andere ‘governance’ van het voedselsysteem.
Voedsel als identiteit en cultuur
“Met alle territoriale verscheidenheid in bodems, ecosystemen, voedselculturen en vormen van landbouw is in Europa een grote diversiteit in culinair erfgoed ontstaan. Die verscheidenheid van traditioneel voedsel wordt als een belangrijk fundament gezien van de Europese cultuur en identiteit” aldus het rapport. Smaak wordt in zekere zin beschouwd als een uitdrukking van cultureel kapitaal. In een geglobaliseerde wereld geldt nog steeds “zeg me wat je eet en ik zal zeggen wie je bent”. Mensen brengen hun voedselcultuur naar nieuwe omgevingen en willen zich daarmee onderscheiden van oudere generaties of van andere groepen. Onderdeel van dit frame is een sterke binding tussen producenten en consumenten en daarbij passende organisatievormen. Het ondersteunen vanuit de overheid dient daarop gericht te zijn. Maar in dit frame horen geen strakke interventies van centrale overheden. Als reactie op globalisering treedt regionalisering op; toegespitst op cultuur, ‘terroir’ en individuele behoeften. Daarbij hoort het stimuleren van geografische indicaties (zoals bijvoorbeeld Noord-Hollandse Goudse kaas en de Opperdoezer ronde), aangeven van de herkomst en steun voor ethisch en traditioneel voedsel. Verder wordt in dit frame gepleit voor het stimuleren van innovatieve voedselbedrijven die gericht zijn op een duurzame leefstijl. Vooral de Mediterrane landen hebben een lange traditie om herkomst en kwaliteit herkenbaar in de markt te zetten. Regionale voedselraden, stedelijk voedselbeleid en voedseldemocratie passen in dit frame.
Voedsel als de verbinding van mensen met de natuur
De complexe wisselwerking tussen mens en natuur komt in dit frame centraal te staan. Eten betekent een deel van de natuur tot je nemen. In culinaire trends van restaurants of gerechten wordt de band met de natuur benadrukt. Nadruk op duurzaamheid en biodiversiteit betekent ook andere interventies vanuit de overheid. Meer aandacht voor plattelandsbeleid waarbij samenwerking van landbouw en natuurcollectieven ondersteund worden. Eten betekent een deel van de natuur tot je nemen. Voedsel is daarmee een ideale manier om te reflecteren over de relatie die we als mens met de natuur hebben. En daarbij naar een duurzame manier van leven te streven. Je zou voedselbossen als een uitwerking van dit frame kunnen zien.
Governance
Het mantra van na de Tweede Wereldoorlog, dat er genoeg voedsel geproduceerd moet worden, werkt niet meer voor de huidige generaties die geconfronteerd worden met een veelvoud van economische, sociale en ecologische doelen. Veel doelen van de SDG’s (de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN) en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn vaak conflicterend en er wordt geen helder verhaal of ontwikkelingspad aangegeven. Bij beleidskeuzes wordt onvoldoende rekening gehouden met de diversiteit van voedselsystemen in Europa en de uiteenlopende behoefte van sectoren en groepen. Van het bestuur, zowel Europees als landelijk, mag verwacht worden dat ze afwegingen expliciet maken. Een sterke en samenhangende regie op Europees niveau is noodzakelijk.
Dwingende regels en belastingen zijn volgens het advies het meest effectief om de houding over duurzaamheid te veranderenMet zijn pleidooi voor een sterke regie op Europees niveau, is het rapport een ondersteuning voor Frans Timmermans om op 20 mei zijn From Farm to Fork Strategy uit te brengen. Volgens het rapport dient de Europese Commissie de motor te zijn om de veranderingen naar een duurzaam voedselsysteem in Europa op gang te brengen. Wetgeving is nodig op die terreinen waar zij bevoegdheden heeft. Ook het financieel instrumentarium moet die veranderingen gaan ondersteunen. En op terreinen waar ze minder bevoegdheden hebben (zoals volksgezondheid) kan ze een faciliterende en bemiddelende rol op zich nemen. Maar aansturing van het voedselsysteem moet volgens het rapport op vele niveaus plaatsvinden.
Belastingen en wetgeving
Dwingende regels en belastingen zijn volgens het advies het meest effectief om de houding over duurzaamheid te veranderen. Nu is het vooral de voedselomgeving (productaanbod, marketing e.d) die bepaalt wat we eten. In het frame van voedsel als handelsartikel worden burgers alleen als consumenten gezien die tegen lage kosten veel calorierijk voedsel (kunnen) kopen. Gezondheid speelt daarbij een ondergeschikte rol. Keuzevrijheid van consumenten is door de dominante rol van retail en voedingsindustrie niet gebaseerd op de best beschikbare informatie. Omdat aanbod sterk bepalend is voor de vraag, is beleid gericht op consumenteninformatie onvoldoende om het gedrag van consumenten te veranderen. Om het gedrag van consumenten te veranderen is derhalve een verandering van de voedselomgeving nodig.
“Er is een brede wetenschappelijke consensus over de noodzaak van een transitie naar een meer plantaardig dieet. Dat leidt tot significant minder milieueffecten een zuiniger grondgebruik en is ook gezonder” volgens het rapport. Maar binnen de Europese Commissie is hier nog volstrekt geen eenduidigheid over. Het is de vraag of de uit te brengen From farm to fork strategy nog veel invloed zal hebben op de besluitvorming die het komend jaar gaat plaatsvinden over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Als het aan de Christen Democraten, de grootste Partij in het Europees Parlement, ligt, blijft het bij “business as usual”. Aan de socialist en vice-voorzitter van de EU Frans Timmermans de uitdaging om zijn Green Deal door te laten werken in het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Goed stuk en legt de vinger op de zere plekken.
Alleen de voorstellen om te komen tot komen voort uit het oude denken.
Waar zijn de mensen met innovatieve oplossingen of moeten we die in een andere hoek zoeken.
Zou er een mogelijkheid gecreëerd kunnen worden dat het oude en nieuwe denken elkaar ontmoeten om te zoeken naar kansen en mogelijkheden om het veranderproces soepel te kunnen laten verlopen? Ook in de politiek zou het wenselijk zijn dat het nieuw denken daar geïntroduceerd word. Dan zijn geen wet en regelgeving, met al zijn controle apparaten nodig, maar gaat de maatschappelijke dynamiek de veranderingen aanzwengelen middels een vliegwiel effect.
'Voedsel is geen handelsartikel', mee eens. Gebruik alleen luxe, snacks, koek, snoep, ijs, alcoholische- en frisdranken nog maar als handelsartikel, die zijn niet van levensbelang. Te beginnen met het absoluut onmisbare product 'drinkwater' dat steeds meer door Nestlé en anderen wordt ingepikt of verbruikt door er een ongezond brouwsel met meerwaarde van te maken.
‘Daarbij hoort het stimuleren van geografische indicaties (zoals bijvoorbeeld Noord-Hollandse Goudse kaas en de Opperdoezer ronde), . . . .
Gouda ligt in ZH en Edam ligt in NH. Maar de tijd heeft ook dit intussen misschien alweer ingehaald toen ik even niet oplette.
‘In het frame van voedsel als handelsartikel worden burgers alleen als consumenten gezien die tegen lage kosten veel calorierijk voedsel (kunnen) kopen. Gezondheid speelt daarbij een ondergeschikte rol.’
Gezondheid is geen ‘issue’ in voedselland. Kassen die continu worden volgespoten met CO2 en substraatteelt en bestrijdingsmiddelengebruik verhinderen dat ten enenmale.
Gezondheidszorg is zeker geen handel en de privatisering ervan dient in dit kader ook te worden ontmanteld.
"Voedsel als mensenrecht
In dit frame wordt voedsel beschouwd als een fundamenteel mensenrecht, vastgelegd in de universele verklaring over de rechten van de mens in 1948....."
Is dit via e-mail met de kinderen in Ghana of School gecommuniceerd of is het rapport alleen voor en in opdracht van Frans en Ursula gemaakt zodat zij de Greenplannen er door kunnen drukken.
Als voedsel een mensenrecht is en dit (eerst) wordt nagestreefd dan zal het voedsel vanzelf duurder worden. En pas dan is er ruimte om (nog) meer duurzame acties te ondernemen.
Want groen denken en rood staan past nog steeds niet bij elkaar maar ook honger en groen denken past niet bij elkaar.
De "Greendeal plannen" zullen de kloof tussen rijk en arm alleen maar groter maken en de landbouw intensiever maken, waar bomen staan, staat geen gras of tarwe.
En allemaal aan de VEGA betekend verschraling in het kwadraat, kijk maar naar de natuurgronden die worden ook niet bemest en verschalen jaar op jaar...
hoezo; “Hoe voedsel geframed wordt, is cruciaal voor oplossingen”.
Maar misschien moeten we de kinderen in Ghana ook wat duurzamer opvoeden, dat ze niet lukraak een pak uit de koelkast pakken.
"Voedsel is geen handelsartikel", helaas wel bederfelijk. Voedsel is een race tegen (en met) de klok, zowel pre als post harvest. Het "vieze" woord handel (fin. waarde) is een zeer goed en krachtig werkend medicijn tegen dit bederf. De ambities vanuit de zachte waarden zijn uiteraard zeer lovenswaardig, maar zoals het gezegde luid: "zachte heelmeesters, maken stinkende wonden...".