De enzymen die aan het bestaande veevoer kunnen worden toegevoegd, worden geproduceerd door het chemiebedrijf DSM Nederland. Het plan is binnen enkele dagen te realiseren. Volgens deskundigen levert het op korte termijn een stikstofwinst op van minimaal 10 procent bij de belangrijkste bron van stikstofuitstoot.
Dat meldt de NOS.
Of FrieslandCampina, de grootste melkcoöperatie van ons land en de enige partij die nog via een kiertje met het kabinet wil overleggen, met de plannen kan instemmen is vooralsnog onbekend. Het is niet ondenkbaar dat dergelijke melk als een novel food moet worden gezien en daarom eerst aan de Europese Commissie en EFSA moet worden voorgelegd. Invoering kan dan circa 3 jaar duren.
Als dit bericht van @NOS klopt dan heeft het kabinet @minlnv echt lak aan natuur en klimaat. De portemonnee van @DSM spekken met belastinggeld en echte keuzes vooruit schuiven. ‘Enzymen in veevoer moeten helpen bouw weer vlot te trekken’ https://t.co/G1gpT3ojCa
— Hilde Anna de Vries (@VriesHilde) October 30, 2019
UPDATE, 20:00 uur: laat in de middag meldde DSM vandaag in een persbericht het volgende:
Gisteren meldden diverse media dat het voeren van enzymen aan vee een onderdeel zou kunnen zijn van de korte termijnoplossingen om in Nederland stikstofruimte voor bouwprojecten vrij te maken.
DSM werd genoemd als het bedrijf dat dergelijke enzymen kan leveren. DSM heeft deze mogelijke oplossing inderdaad onder de aandacht gebracht van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eventuele mogelijkheden worden nu verder verkend en besproken.
DSM statement: Bijdrage enzymen aan stikstof reductie
Koninklijke DSM is een wereldwijde onderneming in Voeding, Gezondheid en Duurzaam Leven. Op het gebied van diervoeding en gezondheid bieden we de meest uitgebreide en op wetenschap gebaseerde oplossingen, met een breed portfolio van vitamines, enzymen, eubiotica, carotenoïden, vetzuren en mineralen. Deze zijn op een intelligente manier opgeschaald om de duurzaamheids- en commerciële uitdagingen op te lossen waarmee we worden geconfronteerd bij het transformeren van de manier waarop we de wereld voeden.
DSM wil een bijdrage leveren aan een duurzamere toekomst voor de diervoederindustrie en werkt daarbij hand in hand met alle belanghebbenden: diervoederfabrikanten, integrators, boeren, distributeurs, overheden, NGO's en consumenten. Wij geloven sterk in het vermogen van de landbouwsector om zichzelf, van binnenuit, te transformeren en zo deel uit te maken van de oplossing en we willen een sleutelrol spelen in deze transformatie. Door de diervoederindustrie en de agrarische gemeenschap te voorzien van concrete en bruikbare oplossingen die een onmiddellijk effect kunnen hebben op emissiereducties, zowel uit onze bestaande portfolio als uit nieuw ontwikkelde technologieën.
Voor stikstofreductie heeft DSM veel producten en oplossingen voor diervoeding in haar huidige portfolio die de prestaties van dieren verbeteren en door hun werking de stikstofuitstoot verminderen, omdat de stikstof in het voer efficiënter wordt omgezet in vlees, melk en eieren. Sommige producten zoals protease voederenzymen (bijv. Ronozyme ProAct) verbeteren specifiek de verteerbaarheid van eiwitten bij vleeskuikens, wat leidt tot meer stikstofretentie in het dier en dus minder stikstofverlies in het milieu. Andere producten, zoals organische zuren (bijv. Vevovitall) die aan varkens worden gevoerd, reduceren de stikstofuitstoot in de mest aanzienlijk. Voedingsenzymen (bijv. RumiStar) die aan herkauwers (met name koeien) worden gevoerd, zorgen voor een betere verteerbaarheid van maïszetmeel, waardoor er meer eiwit wordt vastgehouden in de melk wat daardoor leidt tot minder stikstof (zoals ammoniak) in de mest. De effecten van deze geregistreerde voederadditieven zijn bewezen in veel onderzoek, alsmede in commercieel gebruik in de agrarische sector, die dergelijke technologieën op verschillende manieren toepast.
Daarnaast werkt DSM aan een oplossing om methaanemissies van koeien te verminderen. Bovaer® is een veevoederadditief voor koeien (en andere herkauwers, zoals schapen, geiten en herten) dat gedurende 10 jaar door DSM is onderzocht en ontwikkeld. Slechts een kwart theelepel Bovaer per koe per dag onderdrukt het enzym dat de methaanproductie in de pens van een koe veroorzaakt en vermindert consequent de enterische methaanemissie met ongeveer 30%. Het werkt onmiddellijk en wordt veilig afgebroken in het normale spijsverteringssysteem van de koe. Zodra het additief niet meer wordt gevoed, wordt de volledige methaanproductie hervat en zijn er geen blijvende effecten bij de koe. Het voedingsadditief draagt daarom bij aan een significante en onmiddellijke vermindering van de ecologische voetafdruk van vlees, melk en zuivelproducten. Dit additief is ingediend voor registratie in Europa en zal in Europa beschikbaar zijn zodra EU-autorisatie wordt verleend, waarbij een marktlancering in de regio wordt voorzien voor eind 2020/begin 2021. Registraties in andere regio's volgen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Enzymen in het voer waardoor de koe minder stikstof uitstoot... Onwaarschijnlijk. Ik denk dat de NOS in de war is met een product van DSM (Bovaer) dat de methaanvorming in de pens tegengaat. Dat product, gebaseerd op 3-NOP bevat overigens stikstofoxide (NO2).
Dat melk van koeien die via hun voer een enzym binnenkrijgen mogelijk als 'novel food' wordt geclassificeerd, is grote onzin. Veel veevoer bevat nu al enzymen.
Dit is toch totaal oncontroleerbaar... Eerst de reductie maar eens bevestigd zien voordat we de winst inboeken denk ik zo...
Dat is toch weer een typisch voorbeeld van korte termijn technische oplossingen waar het kabinet de afgelopen decennia in heeft gegrossierd.... Wanneer wordt er nu eens een systeembrede visie ontwikkeld waar bedrijven weer mee vooruit kunnen? Of achteruit, of anders. Als er maar consistent beleid is.
Zojuist schrijft iemand in een appgroepje:
"3-nitrooypropanol (3-NOP) is een nitraat groep. Ik ben vorig jaar naar een symposium van de wur geweest. Na een paar maanden wordt dit middel overruled door de pensflora en is de reductie nihil. Natuurlijke middeltjes zijn er ook om te reduceren zoals b.v. lijnzaad. Of knoflook extract zeewier, algen smalle weegbree jong (weide) gras en nog wel een paar. Zelfs al in de handel verkrijgbaar. Maar DSM was ook op het symposium al zo sterk vertegenwoordigd ondanks de tegenvallende resultaten dat een grootse introductie van het middel niet kon uitblijven."
Juist de oncontroleerbaarheid en daarmee de onmogelijkheid om te handhaven is een (juridisch) probleem bij meerdere reductiemethoden, zoals:
- water bij de mest
- water over de mest na bemesten
- enkel bemesten bij lage temp. en tijdens regen en als er al een cm of 10-12 gras staat
- laag eiwit gehalte in rantsoen
- rantsoen-optimalisatie
- meer weidegang
De enzymen zijn volgens mij vooral voor methaanuitstootbeperking en niet zozeer voor ammoniakreductie.
Het is onwaarschijnlijk dat het om een ander product gaat dan Bovaer, een middel dat de methaanvorming in de pens beperkt. Specifieke ureumremmers zijn, bij mijn weten, niet onderzocht of voor praktijktoepassing onvoldoende. Graag zou ik van onze WUR-voedingsdeskundigen vernemen of dit middel als neveneffect ook de ureumexcretie remt (door minder vorming of betere benutting in het dier) en, zo ja, wat de verklaring daarvoor is. Bovendien ben ik benieuwd naar het effect op de melkproductie. Mocht die worden gestimuleerd dan neemt mogelijk de voederbehoefte toe, wordt meer eiwit vervoederd, etc..
Dus benaderen vanuit bedrijfsverband, kijken naar de reactie van het hele bedrijfssysteem, met wat onderbouwend rekenwerk, wat onze minister met haar kringlooplandbouw ook zo graag wil.
Ik gok als leek. 1) Het middel verbetert de benutting van koolstof, omdat er minder als methaan verloren gaat, waardoor minder voer nodig is. Dus komt er ook minder eiwit het dier binnen, dus minder N in mest. 2) boeren reageren door meer te gaan voeren, omdat een hogere melkgift in die situatie aantrekkelijk is. Ze kiezen dus voor meer melk uit de oorspronkelijke hoeveelheid ruw- en krachtvoer. De hoeveelheid N in de mest blijft gelijk, de ammoniakemissie ook.
Nogmaals, het is een gok als leek. Ben benieuwd naar het oordeel van deskundigen, dat beslist komt. Een maatregel moet immers wetenschappelijk onderbouwd zijn als deugdelijk, wat meer is dan een gedegen hypothese. Een hypothese moet experimenteel zijn getoetst.
Carolien, alvast een duim voor jou.