Exportgericht
Volgens Calon produceren Nederlandse voedselverwerkers hoge toegevoegde waarde. Onduidelijk is of hij van hen een voorkeursbehandeling verlangt voor de inkoop van grondstof bij boeren van binnen de eigen landsgrenzen. Wel waarschuwt hij nadrukkelijk tegen het opkomende nationalisme dat de eigen boer voortrekt, zoals dat in Duitsland en Frankrijk gebeurt. Voor de exportgerichte Nederlandse landbouw, die verreweg het grootste deel van zijn productie naar buurlanden verkoopt, is dat immers problematisch.
Maatschappelijke dienst
Met zijn pleidooi voor een exportgerichte landbouw en waarschuwing tegen voedselnationalisme zet Calon de oude lijn van LTO voort. Het pleidooi voor een ministerie vanuit de gedachte dat boeren prijsnemers in plaats van echte ondernemers zijn, geeft blijk van Calons inschatting van het Nederlandse boerenbelang. Dat lijkt in de komende jaren het best gediend met een beeld van agrarische activiteit als maatschappelijke, landschappelijke dienst.
In de komende periode zal nog duidelijk moeten worden hoe Calon prijsvorming in de relatie tussen Nederlandse boeren en bedrijfsleven ziet. De naam 'voedsel en landschap' voor het ministerie dat hij bepleit, lijkt er in ieder geval op te duiden dat de boer een premie moet krijgen die hem toekomt omwille van landschappelijke taken en losstaat van economische prestaties.
Op dit moment is landbouw slechts een staatssecretariaat van Economische Zaken. Tot de formatie van het huidige kabinet had landbouw een eigen ministerie.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Maak er Minister voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling van. Dan is het makkelijk om aan te sluiten bij DG Agriculture and Rural Development in Brussel en daarmee Haagse hobbels en hickups te vermijden.
Boerderij bericht dit over de keuze van Calon: Calon denkt niet dat het oude landbouwministerie weer van stal moet worden gehaald. Het roept de verkeerde associaties op, denkt Calon, en geeft geen antwoord op de moderne vragen.
Ik neem aan dat hij bedoelt dat we inmiddels 'integraal' - modern - willen denken vanuit een meervoudig perspectief. Dan heet landbouw 'voedsel'. Daarin moet een suikerbiet verslavend worden, terwijl dat natuurlijk flauwekul is. Toch schijnt het zo in moderne beleidsopvattingen te moeten. Ik zag deze week alweer een rapport voor een Common Food Policy voorbijkomen.
Hoe meer ik dat zie, hoe meer ik moet lachen, cq. m'n kop schudden. Natuurlijk gaat het 'in de matrix' van interactie altijd om het effect van de delen op het geheel. Maar het geheel is zijn delen en kun je alleen door weer af te dalen beter begrijpen. De delen kun je niet beter bestuderen vanuit het geheel, wel vanuit hun interacties. En daar heb je weer die deelanalyses voor nodig. Ergo: voedselbeleid is niets als het niet over zijn delen gaat.
Beleid hoort een Venn-diagram te zijn dat onderdelen tot gehelen maakt en gehelen in onderdelen bekijkt. Tegelijk dus. En die twee graag door lieden die een beetje synthetisch kunnen denken. In de managementliteratuur heet dat laatste 'prospectief denken'. Dat malle 'voedselbeleid' is dus een soort 5e hands vorm van gemankeerd prospectief multidisciplinair denken. Wie er ministeries - betonnen organisaties - op bouwt, komt er niet aan toe. Kijk nou naar de huidige staatssecrearis van voedselbeleid: die promoot inmiddels koks. Vroeger deden de Elle Eten en De Telegraaf dat met Kerst. Het is een vorm van ongelofelijke inflatie van taken en nog broodnijd ook. De glossies deden het prima en de kranten erbij.
Vroeger noemden we dat een gotspe. Gadverderrie, Van Dam.
Getverderrie, ja. Ik vind dat al een tijdje. Het is er niet beter op geworden. Integendeel.
Onderwijl tekent de nieuw-Europese werkelijkheid zich af, met enerzijds Veerman en anderzijds Falkenberg in de hand:
- er komen Producentenorganisaties (naar met name Frans model; niet dat gedoe van de POV die varkens naar China wil verkopen)
- er zullen wegen moeten ontstaan om die te koppelen aan verwerkers en retailers in hun wederzijds voordeel
- samen zullen ze als keten de markt marktgerichter moeten bedienen om aanbod en vraag van grondstof af te stemmen en niet voor een voortdurende prijsval te zorgen
- in dat licht is de ene uitdaging de primaire sector vanuit vakkennis de keten voortdurende onderscheidend te houden en de andere uitdaging is de rest van de keten die kennis te leren gebruiken als onderdeel van de marketing van de keten als geheel. Daarnaast geldt nog een andere uitdaging: daar de samenwerkingsmodi voor laten ontstaan. Ik noemde dat hier al eerder, in een nauwelijks verholen kritiek op het innovatiebeleid van het verder irrelevant geworden niet-meer ministerie, een organisatie- ipv een innovatie-uitdaging.
Terwijl Europa nu in beweging komt (idd, langs 'rural development' en betekenis en dus deels nationalistische, dwz heel directe deelbelangen die toch essentieel blijken) heeft Nederland een staatsman die zich heeft ontpopt als hoofd promotie van hip restaureren. Jong volwassenen, eveneens zonder al teveel commercieel economisch businessbenul, helpen hem graag zo te innoveren. Natuurlijk is dat ook goed, want alleen ervaring van wat werkt en wat niet, helpt bij volwassenwording. Dolkomisch zijn alleen al die serieuze gezichten van oudere mensen bij dat Aan tafel! gedoe rond drie keer nix.
Terug naar Calon. Dat nieuwe Europese beleid is slecht voor onze exportpositie. Die ketens op basis van producentenorganisaties leiden - eveneens naar Frans model - het snelst naar neonationalisme in de voortbrengingsketens. Spannend gaat dus worden hoe Calon met die realiteit, die in Frankrijk nu al vlees wordt om een collapse van het boerensysteem tegen te gaan, zal omgaan in zijn omgang met de landbouwherstructurering die ook in Nederland zal moeten plaatsvinden.
Dick, ad #2 'beleid hoort een Venn-diagram te zijn'. Is dat niet wat te statisch gedacht? En waarom past het niet om het bedrijfskerstdiner te benutten als signaal voor het eigen duurzaamheidsbeleid? Of zijn jullie het niet met dat beleid eens?