De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) betreurt het zeer dat staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken geen mogelijkheden ziet om de groenten- en fruitwerkingssector te compenseren voor de weerschade in Zuidoost-Brabant. Tijdens het Tweede Kamerdebat werd bekend dat de regio niet wordt uitgeroepen tot rampgebied.
In een persbericht schrijft de FNLI: "De Nederlandse groenten- en fruitverwerkende industrie lijdt enorme schade als gevolg van de overvloedige regen en hagel in de laatste weken. De oogsten van doperwten, sperziebonen, wortelen en andere zomergroenten die onder andere bestemd zijn om te worden verwerkt tot lang houdbare producten in pot, blik en diepvries zijn grotendeels verloren gegaan. De industrie sluit zich aan bij de oproep van LTO Nederland: de gevolgen van het noodweer zijn dermate uitzonderlijk en groot dat actief overheidsbeleid noodzakelijk is."
Natte bodem
Door de doorweekte bodem kunnen oogstmachines het land niet op met als gevolg dat zomergroenten niet geoogst kunnen worden. Ook het inzaaien van nieuwe teelten en najaarsgewassen is niet mogelijk. Op dit moment is nog niet te overzien in welke mate de teelt van najaarsgewassen zoals witte en rode kool en rode bieten schade hebben opgelopen.
Begrip
De FNLI vraagt afnemers en consumenten "om begrip dat er een tekort aan aanbod zal ontstaan." De koepel vindt het "van groot belang dat alles in het werk wordt gesteld om de economische schade voor telers en verwerkers zodanig te mitigeren dat er continuïteit van bedrijfsvoering wordt geborgd. Dan kan volgend jaar weer voldoende worden geoogst en geproduceerd om de consument het gehele jaar te voorzien van de typisch Nederlandse zomergroenten."
Dit artikel afdrukken
Natte bodem
Door de doorweekte bodem kunnen oogstmachines het land niet op met als gevolg dat zomergroenten niet geoogst kunnen worden. Ook het inzaaien van nieuwe teelten en najaarsgewassen is niet mogelijk. Op dit moment is nog niet te overzien in welke mate de teelt van najaarsgewassen zoals witte en rode kool en rode bieten schade hebben opgelopen.
De FNLI vraagt om begrip van afnemers en consumenten dat er een tekort aan aanbod zal ontstaanPhilip den Ouden, directeur FNLI: "De schade door het noodweer vorige maand is voelbaar zowel voor bedrijven die conserven- en diepvriesgroenten leveren (verlies en minder omzet), als voor de economie (minder werkgelegenheid), én voor de consument. Het is zeer aannemelijk dat er een tekort in het supermarktschap zal ontstaan aan typisch Hollandse conserven- en diepvriesgroenten. Dit kan niet worden goedgemaakt door aanvoer uit het buitenland, want ook daar is sprake van forse waterschade, nog afgezien van het feit dat deze groenten in het buitenland maar zeer beperkt beschikbaar zijn.”
Begrip
De FNLI vraagt afnemers en consumenten "om begrip dat er een tekort aan aanbod zal ontstaan." De koepel vindt het "van groot belang dat alles in het werk wordt gesteld om de economische schade voor telers en verwerkers zodanig te mitigeren dat er continuïteit van bedrijfsvoering wordt geborgd. Dan kan volgend jaar weer voldoende worden geoogst en geproduceerd om de consument het gehele jaar te voorzien van de typisch Nederlandse zomergroenten."
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Grote stilte hier. Toch is het een teken. Een sector die zijn verliezen niet kan dragen, cq. niet heeft verzekerd. En natuurlijk een nieuwe politiek die zijn poot stijf houdt.
Decennia conservengroenten geteeld zoals erwten, stamslabonen, spinazie, rode kool, boerenkool. Steeds minder interessant qua verdiensten bij een relatief groot risico m.b.t. structuurschade bodem en relatief grotere kans op significant lagere opbrengsten dan verwacht en mislukking gewas (in vergelijking tot tarwe; Tarwe is een zekerheidje qua kilogramopbrengst en er blijft een goede structuur achter). Conservenindustrien klagen dat ze worden uitgeknepen door eindafnemers en dat voelen de telers. Mijn keuze was stoppen met conserven. Als ik een risicovol gewas wil telen, dan eentje met meer kans op een hoge prijs, waar bovendien vrije handel in is. (ui, knolselderij)
'daar gaan we'. We konden dit al tientallen jaren geleden zien aankomen. Voedselzekerheid in tijden van klimaatsverandering gaat een groot thema worden. Maar dit soort zaken moet altijd eerst acuut voelbaar worden. Het zal de twee uitersten in het spectrum (totaal gecontroleerde teelten onder dak) en extensieve landbouw met hoge diversiteit (dus ook risicospreiding) verder voorwaarts pushen. (en we zullen ze naar alle waarschijnlijkheid beide hard nodig hebben) Maar wat een narigheid op het platteland, de mentale druk om te kunnen werken/overleven in de landbouw wordt groter en groter.....
Telers en verwerkers als bedreigde diersoort? Mitigeren is behalve een begrip uit het klimaatbeleid "ook een term die gebruikt wordt in het kader van de Flora- en faunawet. Bij aantasting van het leefgebied van beschermde soorten planten en dieren kan de overheid mitigerende maatregelen eisen. Deze maatregelen zorgen ervoor dat beschermde soorten ook na de aantasting kunnen blijven voortbestaan in hun leefgebied, de ecologische functionaliteit blijft in dat geval behouden."
In onze regio West-Brabant hadden we van oudsher best wat verwerkende conservenbedrijven. In de regio werd in de jaren 50, 60, 70 en 80 volop industriegroenten geteeld op akkerbouwmatige wijze. Verwerkingsfaciliteiten waren dichtbij en transport was in die dagen met een slechtere infrastuctuur wel een item. Hero had een fabriek in Breda. Ploeger, naast nog steeds bestaande machinebouwer voor oogstmachines voor groenten, zoals in erwten, stamslabonen en spinazie had een verwerking in de buurt. Groko/Ardo in Zundert. Keijzer/Oerlemans bij Waalwijk, Coroos in het Zeeuwse, Hak... etc. Er waren verspreid nogal wat fabrieken en fabriekjes.
Na deze fase is men op zandgebieden in heel Brabant en andere delen ook conserven gaan telen en vonden concentraties plaats. Sinds een jaar of 10 gaan er tientallen oogstcombinaties met vele Ploegererwtendorsers om in Spanje, Polen en andere landen georganiseerd vanuit Nederland (vanuit Kruisland HackHarvest bijv.) te oogsten. Op die machines in Spanje zitten vaak gewoon Nederlandse mensen die ervaring hebben en vaak van boerenkomaf zijn en zo een aardige cent bij kunnen verdienen, vaak naast het bedrijf wat ze met hun ouders thuis doen. Ik ken er heel wat die dat werk doen.
Kortom een uitgeknepen sector met amper nog een fatsoenlijke marge voor een teler, waar dan ook. De wal keert ook hier het schip een keer.