Multimiljardair Bill Gates, oprichter van Microsoft, is financier van vegetarisch vlees en een vegetarische mayonaise. Toch waagt hij zich aan de vraag of de wereld genoeg vlees kan produceren om iedereen vlees te laten eten. Zijn conclusie: ja, dat kan. Mits de grote vleeseters onder ons minderen, de verspilling van voedsel stopt en innovatie extra meters maakt.
Bill Gates was korte tijd vegetariër, schrijft hij op zijn blog. Jaren later realiseerde hij zich dat de keus om geen vlees te eten, eigenlijk een luxe keus was. In grote delen van de wereld kunnen mensen het zich niet veroorloven vlees te eten. Zij gaan het eten naarmate hun inkomen stijgt. Westerlingen die vlees laten staan, doen dat vanuit een superieure morele stellingname, maar houden geen rekening met hoe vele anderen denken en leven, zegt hij met zoveel woorden
De vleesconsumptie in Brazilië is sinds 1950 verviervoudigd, vertelt Gates. Die in China is verdubbeld sinds 1990. Ook in de groei-economieën van Mexico, Indonesië en Zuid-Korea stijgt de vleesconsumptie snel. Gates ziet dierlijke eiwitten - vlees, eieren, zuivel - als een natuurlijk gegeven dat altijd deel uit zal maken van het menselijke menu. Daarom heeft de Bill & Melinda Gates Foundation onder meer tot doel kinderen in onderontwikkelde landen meer dierlijke eiwitten te kunnen bieden.
Gates is zich bewust van de bezwaren rondom vlees .Het produceren van vlees kost immers veel energie en water. Om zijn gedachten te onderbouwen doet hij een beroep op landbouwrekenmeester Vaclav Smil, de auteur van het boek Should We Eat Meat?
Gates presenteert Smil als een 'omdenker', iemand die je heel anders tegen een vraagstuk aan laat kijken dan je aanvankelijk deed door de framing waarmee je bent opgevoed en gevormd wordt door media en sociale contacten.
Voor Gates was de eye-opener het water dat nodig is om een kilo vlees te produceren. Volgens de geldende opinie kost een kilo vlees duizenden liters: water om de dieren te drenken, water om het veevoer te telen, water om dieren tot vlees te verwerken en alles daarbij netjes schoon te houden.
Smil laat zien dat niet alle water hetzelfde is. Hij stelt dat 90% van het water dat gebruikt wordt om vlees te produceren, 'groen' water is. Groen water is het water dat als regen naar beneden komt. Het laat gras en andere gewassen groeien. Bijna al het groene water dat als regen valt, verdampt ook weer en wordt dus niet werkelijk 'verbruikt'. "Hetzelfde watermolecuul dat eerst mais deed groeien in de Mid-West van de VS voor de varkens in Iowa, kan een paar uur later bijdragen aan de groei van sojabonen in Illinois.. of een week later aan het gras waar de koeien in Wales op grazen", citeert Gates. Volgens een onderzoek naar groen water zijn er voor een kilo rundvlees geen duizenden liters water nodig, maar slechts 44.
Vanuit dergelijke inzichten probeert Gates te komen tot een heroriëntatie op de vraag of er genoeg vlees voor iedereen beschikbaar is. Wie vertrekt vanuit het gegeven dat mensen nu eenmaal omnivoren zijn en dus ook vlees eten, moet zoeken naar wegen om vlees te kunnen blijven eten. Vlees zal niet van ons menu verdwijnen, gegeven de hang naar vlees in opkomende middenklassen in de nieuwe economieën. Het rijke en veel te veel vlees etende Westen moet minderen. Dat ziet Gates met voorzichtig optimisme lukken. In rijke landen als de VS, Duitsland en Frankrijk wordt een duidelijke afname van de vleesconsumptie zichtbaar. Net als Smil wijst hij daarnaast op de grote verspilling van voedsel. Bijna de helft van het eten dat we verbouwen komt nooit in een mond terecht. Wie het verspilde potentieel beter gebruikt, kan dat ook voor vlees gebruiken. Smil ziet daar rekenkundig geen al te grote bezwaren in.
Gates is daarnaast een groot voorstander van innovatie die het mogelijk moet maken om het proces van vleesproductie te verbeteren. "Goedkopere energie en betere gewassoorten zullen de landbouwproductie doen stijgen, vooral in Afrika, zodat we niet meer zo vaak hoeven te kiezen tussen geven we mensen of geven we dieren te eten." Dat alles neemt niet weg dat Gates ook inzet op vleesvervangers. Niet voor niets investeert hij in ondernemingen in start-ups in 'digital food', die plantaardige producten willen maken om de dierlijke overbodig te maken. Met enig relateringsvermogen zegt hij "Smil is sceptisch of het veel uit gaat maken - en de meest succesvolle producten zijn nu alleen nog maar te koop in hippe levensmiddelenwinkeltjes- maar ik denk dat er potentieel in zit."
Gates besluit zijn blog met een uitgesproken 'ja' op zijn vraag: "met een beetje matiging en meer innovatie geloof ik dat de wereld kan voorzien in zijn vleesbehoefte".
Fotocredits: Bill Gates, still, NTR
Dit artikel afdrukken
De vleesconsumptie in Brazilië is sinds 1950 verviervoudigd, vertelt Gates. Die in China is verdubbeld sinds 1990. Ook in de groei-economieën van Mexico, Indonesië en Zuid-Korea stijgt de vleesconsumptie snel. Gates ziet dierlijke eiwitten - vlees, eieren, zuivel - als een natuurlijk gegeven dat altijd deel uit zal maken van het menselijke menu. Daarom heeft de Bill & Melinda Gates Foundation onder meer tot doel kinderen in onderontwikkelde landen meer dierlijke eiwitten te kunnen bieden.
Volgens een onderzoek naar groen water zijn er voor een kilo rundvlees geen duizenden liters water nodig, maar slechts 44Omdenker Smil
Gates is zich bewust van de bezwaren rondom vlees .Het produceren van vlees kost immers veel energie en water. Om zijn gedachten te onderbouwen doet hij een beroep op landbouwrekenmeester Vaclav Smil, de auteur van het boek Should We Eat Meat?
Gates presenteert Smil als een 'omdenker', iemand die je heel anders tegen een vraagstuk aan laat kijken dan je aanvankelijk deed door de framing waarmee je bent opgevoed en gevormd wordt door media en sociale contacten.
Voor Gates was de eye-opener het water dat nodig is om een kilo vlees te produceren. Volgens de geldende opinie kost een kilo vlees duizenden liters: water om de dieren te drenken, water om het veevoer te telen, water om dieren tot vlees te verwerken en alles daarbij netjes schoon te houden.
Smil laat zien dat niet alle water hetzelfde is. Hij stelt dat 90% van het water dat gebruikt wordt om vlees te produceren, 'groen' water is. Groen water is het water dat als regen naar beneden komt. Het laat gras en andere gewassen groeien. Bijna al het groene water dat als regen valt, verdampt ook weer en wordt dus niet werkelijk 'verbruikt'. "Hetzelfde watermolecuul dat eerst mais deed groeien in de Mid-West van de VS voor de varkens in Iowa, kan een paar uur later bijdragen aan de groei van sojabonen in Illinois.. of een week later aan het gras waar de koeien in Wales op grazen", citeert Gates. Volgens een onderzoek naar groen water zijn er voor een kilo rundvlees geen duizenden liters water nodig, maar slechts 44.
Met een beetje matiging en meer innovatie geloof ik dat de wereld kan voorzien in zijn vleesbehoefteMinderen, minder verspillen, innovatie en vleesvervangers
Vanuit dergelijke inzichten probeert Gates te komen tot een heroriëntatie op de vraag of er genoeg vlees voor iedereen beschikbaar is. Wie vertrekt vanuit het gegeven dat mensen nu eenmaal omnivoren zijn en dus ook vlees eten, moet zoeken naar wegen om vlees te kunnen blijven eten. Vlees zal niet van ons menu verdwijnen, gegeven de hang naar vlees in opkomende middenklassen in de nieuwe economieën. Het rijke en veel te veel vlees etende Westen moet minderen. Dat ziet Gates met voorzichtig optimisme lukken. In rijke landen als de VS, Duitsland en Frankrijk wordt een duidelijke afname van de vleesconsumptie zichtbaar. Net als Smil wijst hij daarnaast op de grote verspilling van voedsel. Bijna de helft van het eten dat we verbouwen komt nooit in een mond terecht. Wie het verspilde potentieel beter gebruikt, kan dat ook voor vlees gebruiken. Smil ziet daar rekenkundig geen al te grote bezwaren in.
Gates is daarnaast een groot voorstander van innovatie die het mogelijk moet maken om het proces van vleesproductie te verbeteren. "Goedkopere energie en betere gewassoorten zullen de landbouwproductie doen stijgen, vooral in Afrika, zodat we niet meer zo vaak hoeven te kiezen tussen geven we mensen of geven we dieren te eten." Dat alles neemt niet weg dat Gates ook inzet op vleesvervangers. Niet voor niets investeert hij in ondernemingen in start-ups in 'digital food', die plantaardige producten willen maken om de dierlijke overbodig te maken. Met enig relateringsvermogen zegt hij "Smil is sceptisch of het veel uit gaat maken - en de meest succesvolle producten zijn nu alleen nog maar te koop in hippe levensmiddelenwinkeltjes- maar ik denk dat er potentieel in zit."
Gates besluit zijn blog met een uitgesproken 'ja' op zijn vraag: "met een beetje matiging en meer innovatie geloof ik dat de wereld kan voorzien in zijn vleesbehoefte".
Fotocredits: Bill Gates, still, NTR
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Met evenzoveel recht kun je beweren dat innovaties de marginalisering in de wereld een flinke 'boost' zulen geven, een nog groter verschil tussen regios met haves en die van de have-nots Met techniek ecologie en landbouwpotentieel heeft het allemaal weinig te maken.
Amerikanen (zeker de superrijke haves) zijn niet bepaald de meest geeigenden om uitspraken te doen over grenzen aan de groei en de voorspoed.
Gates krijgt kritiek op zijn blog. De laatste kritische reactie luidt: I'm surprised Gates, for all his work in this field, has failed to recognise that we're burning up more food growing cattle and farming animals, than if we were to just eat the plant resources we use to feed the animals.
It's mathematically crazy that, during a mass shortage of food in some parts of the world, we're feeding a net loss of food in order to eat animal produce.
De vraag zou kunnen zijn vanuit welke variabele je wilt optimaliseren: het aantal mensen (zoals Jeremy Rifkin) of evenwicht in hun leefomgeving? Smil en Gates geven aan dat die twee - onder de voorwaarden van efficiency en innovatie - samen geoptimaliseerd kunnen worden. Het zou de moeite waard zijn daar niet over te praten, maar eraan te rekenen.
Mooie column van Bill Gates. De vragen over wat het betekent als we minder vlees gaan eten in het westen en meer in 'the global south' hebben de afgelopen jaren tot diverse studies geleid. Daaruit blijkt grofweg dat de wereld genoeg vlees kan produceren, mits we niet teveel vlees per persoon eten. In Nederland bijvoorbeeld ligt de gemiddelde inname op zo'n 150 gram per dag, dat is veel meer dan nodig. In het Katern Vlees, waarom niet? dat verscheen in het Landbouw-Economisch Bericht 2010 (!) zijn een aantal van deze zaken op een rijtje gezet. Zie ook deze link.
Zolang er een hoop grond is in de wereld waar enkel gras groeit, lijkt het me geen probleem om daar koeien te laten grazen en hun vlees lekker op te eten. Waar de discussie dan vooral over moet gaan is hoe je ervoor zorgt dat het op een evenwichtige wijze gebeurt.
Petra Berkhout
Landbouweconoom LEI Wageningen UR
Hartelijk eens met Veerman: rekenen en rekenen, blind voor meningen, dat helpt inzicht vergaren.
Klassiek: hoeveel bonen moet je eten om te kunnen overleven en hoe weinig vlees heb je nodig voor dat zelfde doel; overleven.
Dat we in de rijke wereld schunnig de beest uit hangen is buiten kijf.
Petra #3, is in de door jouw gestelde opinie: "In Nederland bijvoorbeeld ligt de gemiddelde inname op zo'n 150 gram per dag, dat is veel meer dan nodig.", die 150 gram vlees gecorrigeerd op toevoegmiddelen?
Verder een opmerking over de volgende zinsnede in het artikel "Wie het verspilde potentieel beter gebruikt, kan dat ook voor vlees gebruiken. Smil ziet daar rekenkundig geen al te grote bezwaren in."
Dit gebeurt al jaren in de varkenshouderij. over datum => varkensvoer, afwijkende vorm, smaak, geur en of kleur en het is meteen onverkoopbaar => varkensvoer. Contaminatie (het overgaan van het ene product naar het andere, b.v. van snickers naar mars) in een productielijn => varkensvoer!
Het jammere aan mijn" => varkensvoer", is dat door de lopende subsidieregelingen het interessanter is om er "groene" energie van te maken i.p.v. hoogwaardig voedsel!
Maar ja, we schijnen met z'n alle liever in een elektro-autootje te rijden, die zijn energie uit biomassa haalt, dan dat we zeggen doe mij maar een (h)eerlijk stukje vlees.
Tot slot; wat wordt bedoeld met het volgende: "betere gewassoorten zullen de landbouwproductie doen stijgen"?
Is dit een promotie voor GGO/GMO?